Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 04 april 2003
gepubliceerd op 07 november 2003

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 september 1985 waarbij aan de onderzoeksrechters, de magistraten van het openbaar ministerie en de gerechtelijke officieren en agenten bij de parketten toegang wordt verleend tot het Rijksregister van de natuurlijke personen

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken en federale overheidsdienst justitie
numac
2003009647
pub.
07/11/2003
prom.
04/04/2003
ELI
eli/besluit/2003/04/04/2003009647/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

4 APRIL 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 september 1985 waarbij aan de onderzoeksrechters, de magistraten van het openbaar ministerie en de gerechtelijke officieren en agenten bij de parketten toegang wordt verleend tot het Rijksregister van de natuurlijke personen


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp van besluit dat wij ter ondertekening aan Uwe Majesteit voorleggen, strekt ertoe de machtiging om toegang te verkrijgen tot de gegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen uit te breiden tot bepaalde categorieën van personeelsleden van de parketten.

Het ontwerp-besluit is behalve het verlenen van toegang tot de gegevens uit het Rijksregister, ook erop gericht aan alle categorieën vermeld in het koninklijk besluit de mogelijkheid te bieden het identificatienummer van het Rijksregister te kunnen aanwenden.

Overeenkomstig het koninklijk besluit van 30 september 1985 hebben alleen de onderzoeksrechters, de magistraten die het ambt van onderzoeksrechter waarnemen, de magistraten van de parketten en de gerechtelijke officieren en agenten bij de parketten toegang tot het Rijksregister.

Dit recht van toegang is krachtens het koninklijk besluit van 14 maart 1991 uitgebreid tot de hoofdgriffiers, de griffiers-hoofden van de griffie en de griffiers-hoofden van dienst van de hoven en rechtbanken. Voornoemd besluit voorziet eveneens in de mogelijkheid voor die openbare ambtenaren om het recht van toegang te delegeren aan schriftelijk en bij naam aangewezen griffiers.

Tot op heden hebben de personeelsleden van de secretariaten van de parketten en van de auditoraten evenwel geen toegang tot het Rijksregister van de natuurlijke personen.

De categorieën van personeelsleden waarvoor dit ontwerp in een recht van toegang voorziet, stemmen overeen met de graden van de niveaus 1, 2+ en 2 van de Rijksambtenaren.

De opdrachten toevertrouwd aan het administratieve personeel van de parketten en van de auditoraten zijn voornamelijk omschreven in de artikelen 182 en volgende van het Gerechtelijk Wetboek. Het betreft taken houdende bijstand aan magistraten, onder meer op het stuk van documentatie, onderzoekswerk en samenstelling van dossiers, alsook alle taken die niet uitdrukkelijk zijn voorbehouden aan magistraten.

Het streven naar nauwkeurigheid bij de identificatie van de partijen in een geding maakt het noodzakelijk de verschillende categorieën van gegevens te kennen die in het Rijksregister van de natuurlijke personen zijn opgenomen.

Daaruit vloeit voort dat de toegang tot het Rijksregister van de natuurlijke personen noodzakelijk is voor de diensten belast met taken noodzakelijk voor de continuïteit van de strafvordering, te weten de diensten belast met dagvaarding, zowel in dossiers die tot de bevoegdheid van de onderzoeksgerechten behoren als in die welke tot de bevoegdheid behoren van de gerechten die de zaak ten gronde moeten behandelen, alsook de diensten die zich bezighouden met de tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen, met slachtofferopvang, met overtuigingsstukken, met eerherstel en met zaken waarin zowel minderjarigen als meerderjarigen zijn betrokken.

Toegang tot de ontwikkelingsgang van die gegevens is overigens eveneens noodzakelijk maar moet steeds beperkt blijven tot gegevens vereist voor de uitoefening van de taken toevertrouwd aan het personeel van de parketten.

Het streven naar nauwkeurigheid bij de identificatie van de partijen in een geding maakt het ook noodzakelijk het identificatienummer van het Rijksregister te kennen.

Het identificatienummer van het Rijksregister kan alleen worden gebruikt als middel om de dossiers, bestanden en registers te identificeren die zij houden teneinde hun ambt te vervullen.

Teneinde aan de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer de mogelijkheid te bieden een doeltreffende controle uit te oefenen op de toegang tot het Rijksregister, is gekozen voor het beginsel van een selectieve machtiging.

Zo wordt een lijst van de krachtens het eerste lid van dit artikel gemachtigde personen naargelang het geval bij de procureur-generaal, bij de auditeur-generaal bij het Militair Gerechtshof, bij de procureur des Konings, bij de arbeidsauditeur of bij de krijgsauditeur permanent bijgehouden en ter beschikking gehouden van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.

Die lijst bevat de naam, de graad en het ambt van de gemachtigde personen en wordt aangevuld met een document dat alle gemachtigde personen hebben ondertekend en waarin is vermeld dat zij de veiligheid en de vertrouwelijkheid van de gegevens van het Rijksregister moeten waarborgen.

In zijn advies 34.252/2 van 10 januari 2003 heeft de Raad van State geoordeeld dat er bij het ontwerp geen opmerkingen zijn te maken.

Wij hebben de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars, De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN

4 APRIL 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 september 1985 waarbij aan de onderzoeksrechters, de magistraten van het openbaar ministerie en de gerechtelijke officieren en agenten bij de parketten toegang wordt verleend tot het Rijksregister van de natuurlijke personen ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, inzonderheid op artikel 5, eerste lid, gewijzigd bij de wetten van 30 maart 1995 en 27 april 1999;

Gelet op de artikelen 129bis , 133 en 151 van het Militair Strafwetboek;

Gelet op de artikelen 182 tot 184 van het Gerechtelijk Wetboek;

Gelet op de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, inzonderheid op artikel 5;

Gelet op het advies van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, gegeven op 30 mei 2001;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financien, gegeven op 5 september 2001;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 18 oktober 2001;

Gelet op advies 34.252/2 van 10 januari 2003 van de Raad van State, Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en van Onze Minister van Justitie, en op advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het opschrift van het koninklijk besluit van 30 september 1985 waarbij aan de onderzoeksrechters, de magistraten van het openbaar ministerie en de gerechtelijke officieren en agenten bij de parketten toegang wordt verleend tot het Rijksregister van de natuurlijke personen wordt vervangen door het volgende opschrift : « Koninklijk besluit waarbij aan de onderzoeksrechters, aan de magistraten van het openbaar ministerie, aan de hoofdsecretarissen, aan de secretarissen-hoofden van dienst, aan de secretarissen, aan de adjunct-secretarissen en aan de opstellers die personeelslid zijn van de parketten, van de arbeidsauditoraten of van de krijgsauditoraten, toegang wordt verleend tot het Rijksregister van de natuurlijke personen en zij gemachtigd worden het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen aan te wenden. »

Art. 2.In artikel 1 van hetzelfde besluit worden de woorden « en aan de gerechtelijke officieren en agenten bij de parketten » vervangen door de woorden « , aan de gerechtelijke officieren en agenten bij de parketten, aan de hoofdsecretarissen, aan de secretarissen-hoofden van dienst, aan de secretarissen, aan de adjunct-secretarissen en aan de opstellers die personeelslid zijn van de parketten, van de arbeidsauditoraten of van de krijgsauditoraten. »

Art. 3.Artikel 1 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de volgende leden : « De personen bedoeld in het eerste lid zijn gemachtigd om het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen aan te wenden. Zij gebruiken dit nummer alleen als middel om de dossiers, bestanden en registers te identificeren die zij houden teneinde hun ambt te vervullen.

Zij delen het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen buiten hun dienst alleen mee in het kader van de voor de uitoefening van hun taken vereiste betrekkingen met : 1° de houder van het nummer of zijn wettelijke vertegenwoordiger;2° de overheidsinstanties waaraan overeenkomstig artikel 8 van de wet van 8 augustus 1983 zelf machtiging is verleend het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen aan te wenden en die optreden in het kader van de uitoefening van hun wettelijke en bestuursrechtelijke bevoegdheden. Een lijst van de krachtens het eerste lid van dit artikel gemachtigde personen wordt naargelang het geval bij de procureur-generaal, bij de auditeur-generaal bij het Militair Gerechtshof, bij de procureur des Konings, bij de arbeidsauditeur of bij de krijgsauditeur permanent bijgehouden en ter beschikking gehouden van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.

Die lijst bevat de naam, de graad en het ambt van de gemachtigde personen en wordt aangevuld met een document dat alle gemachtigde personen hebben ondertekend en waarin is vermeld dat zij de veiligheid en de vertrouwelijkheid van de gegevens van het Rijksregister moeten waarborgen.

Art. 4.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 5.Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 4 april 2003.

ALBERT Par le Roi : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN

^