4 APRIL 2001. - Koninklijk besluit tot opheffing van de besluiten waarbij de verplichting opgelegd wordt een minimumvoorraad van sommige producten en geneesmiddelen in de depots der dierenartsen aan te leggen

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 28 augustus 1991 op de uitoefening van de diergeneeskunde, inzonderheid op artikel 10, gewijzigd bij de wet van 22 februari 1998;

Gelet op het advies van de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu en Onze Minister van Landbouw en Middenstand, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Opgeheven worden : - Het koninklijk besluit van 8 december 1953 waarbij de verplichting opgelegd wordt een minimumstock van sommige producten en geneesmiddelen in de depots der veeartsen aan te leggen; - Het ministerieel besluit van 2 april 1954 genomen in uitvoering van het koninklijk besluit van 8 december 1953 waarbij de verplichting opgelegd wordt een minimum voorraad van sommige producten en geneesmiddelen in de depots der dierenartsen aan te leggen; - Het ministerieel besluit van 30 juli 1936 betreffende de uitoefening der diergeneeskunde; - Het ministerieel besluit van 28 juli 1931 betreffende de uitoefening der veeartsenij.

Art. 2.Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu en Onze Minister van Landbouw en Middenstand, zijn, ieder wat hen betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 4 april 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Mevr. M. AELVOET De Minister van Landbouw en Middenstand, J. GABRIELS