3 OKTOBER 2002. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de inningsmodaliteiten en het bedrag van de administratieve sancties in uitvoering van artikel 37bis, § 4, zesde en zevende lid, van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers gewijzigd bij de wet van 30 december 2001 en bij de wet van 2 augustus 2002

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, inzonderheid op artikel 37bis , § 4, gewijzigd bij de wet van 30 december 2001 en bij de wet van 2 augustus 2002;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het opportuun is maatregelen te nemen om de terugvordering van de Staatssteun in het kader van de Maribeloperatie verder te zetten, gelet op de veroordeling van de Belgische Staat door het Europees Hof van Justitie in zijn arrest van 3 juli 2001 in de zaak C-378/98;

Op de voordracht van onze Onze Minister van Financiën en Minister van Sociale Zaken en Pensioenen en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De terugvordering van de bedragen bedoeld bij artikel 37bis, §4, zesde lid, van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, gewijzigd bij de wet van 30 december 2001 en bij de wet van 2 augustus 2002, zal uitgevoerd worden door het Ministerie van Financiën, Administratie van het kadaster, de registratie en de domeinen met toepassing van artikel 94 van de gecoördineerde wetten op de Rijkscomptabiliteit.

De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid bezorgt het Ministerie van Financiën, Administratie van de ondernemings- en inkomensfiscaliteit en Administratie van het kadaster, de registratie en de domeinen, de gegevens die nodig zijn voor de invordering van de terug te betalen sommen.

De terugbetalingen zullen geschieden op de rekening van het bevoegde ontvangkantoor des domeinen.

De ontvangkantoren storten de geïnde bedragen onverwijld op de rekening 679-2004058-38 van de Rekenplichtige der diverse ontvangsten benoemd bij de Administratie der Thesaurie.

Art. 2.In geval van niet-betaling, binnen de vastgestelde termijn, van de verschuldigde bedragen bedoeld in artikel 1, eerste lid, worden deze ambtshalve verhoogd met 10 per cent.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 4.Onze Minister bevoegd voor Sociale Zaken en Pensioenen en Onze Minister bevoegd voor Financiën zijn, ieder wat hem betreft, gelast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 3 oktober 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE