gepubliceerd op 31 oktober 2001
Koninklijk besluit tot wijziging van bepaalde koninklijke besluiten met betrekking tot de uitgifte door de Belgische Staat van leningen uitgedrukt in vreemde munten
3 OKTOBER 2001. - Koninklijk besluit tot wijziging van bepaalde koninklijke besluiten met betrekking tot de uitgifte door de Belgische Staat van leningen uitgedrukt in vreemde munten
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wetten van 11 december 1989, 13 december 1990, 14 december 1992, 24 december 1993, 23 december 1994 en 16 december 1996 houdende respectievelijk de Rijksmiddelenbegroting voor de begrotingsjaren 1990, 1991, 1993, 1994, 1995 en 1997;
Gelet op de financiewet van 21 oktober 1991 voor het begrotingsjaar 1992;
Gelet op het koninklijk besluit van 11 juni 1990 betreffende de uitgifte, in 1990, door de Belgische Staat van een lening met vaste rentevoet voor een maximumbedrag van vijfhonderd miljoen USD vertegenwoordigd door effecten aan toonder, inzonderheid op artikel 3;
Gelet op het koninklijk besluit van 7 oktober 1991 betreffende de uitgifte, in 1991, door de Belgische Staat van een lening met vaste rentevoet voor een maximumbedrag van zeshonderd miljoen US dollar vertegenwoordigd door effecten aan toonder, inzonderheid op artikel 3;
Gelet op het koninklijk besluit van 30 januari 1992 betreffende de uitgifte, in 1992, door de Belgische Staat van een lening met vaste rentevoet voor een maximumbedrag van vijfhonderd miljoen DEM vertegenwoordigd door effecten aan toonder, inzonderheid op artikel 3;
Gelet op het koninklijk besluit van 14 september 1993 betreffende de uitgifte, in 1993, van een lening met vaste rentevoet voor een maximum bedrag van één miljard DEM vertegenwoordigd door effecten aan toonder, inzonderheid op artikel 3;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 oktober 1993 betreffende de uitgifte, in 1993, door de Belgische Staat van een lening met vaste rentevoet voor een maximumbedrag van vijfhonderd miljoen USD vertegenwoordigd door effecten aan toonder, inzonderheid op artikel 3;
Gelet op het koninklijk besluit van 24 januari 1994 betreffende de uitgifte, in 1994, door de Belgische Staat van een lening met vaste rentevoet voor een maximumbedrag van vijfhonderd miljoen USD vertegenwoordigd door effecten aan toonder, die vanaf 14 maart 1994 fungibel zijn met de effecten van de op 5 november 1993 uitgegeven Euro-emissie in USD waarvan deze lening een heropening is, inzonderheid op artikel 3;
Gelet op het koninklijk besluit van 9 mei 1994 betreffende de uitgifte, in 1994, door de Belgische Staat van een openbare lening met vaste rentevoet voor een bedrag van vijf miljard Franse frank, inzonderheid op artikel 3;
Gelet op het koninklijk besluit van 25 oktober 1994 betreffende de uitgifte, in 1994, door de Belgische Staat van een openbare lening met vaste rentevoet voor een bedrag van vijfenzeventig miljard Japanse Yen, inzonderheid op artikel 3;
Gelet op het koninklijk besluit van 4 april 1995 betreffende de uitgifte, in 1995, door de Belgische Staat van een openbare lening met vaste rentevoet voor een bedrag van driehonderd miljoen Zwitserse frank, inzonderheid op artikel 3;
Gelet op het koninklijk besluit van 12 mei 1995 betreffende de uitgifte, in 1995, door de Belgische Staat van een openbare lening met vaste rentevoet voor een bedrag van één miljard Duitse mark, inzonderheid op artikel 3;
Gelet op het koninklijk besluit van 30 juni 1995 betreffende de uitgifte, in 1995, door de Belgische Staat van een openbare lening met vaste rentevoet voor een bedrag van vijfhonderd miljoen dollar van de Verenigde Staten, inzonderheid op artikel 3;
Gelet op het koninklijk besluit van 17 maart 1997 betreffende de uitgifte, in 1997, door de Belgische Staat van een openbare lening met vaste rentevoet voor een bedrag van vijfhonderd miljoen dollar van de Verenigde Staten, inzonderheid op artikel 3;
Overwegende dat er reden bestaat om de reglementaire teksten met betrekking tot de uitgiften van leningen in vreemde munten aangegaan door de Belgische Staat in overeenstemming te brengen met het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschap van 26 september 2000 in de zaak C-478/98;
Op de voordracht van Onze Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 3 van de koninklijke besluiten van : a) 11 juni 1990 betreffende de uitgifte, in 1990, door de Belgische Staat van een lening met vaste rentevoet voor een maximumbedrag van vijfhonderd miljoen USD vertegenwoordigd door effecten aan toonder;b) 7 oktober 1991 betreffende de uitgifte, in 1991, door de Belgische Staat van een lening met vaste rentevoet voor een maximumbedrag van zeshonderd miljoen US dollar vertegenwoordigd door effecten aan toonder;c) 30 januari 1992 betreffende de uitgifte, in 1992, door de Belgische Staat van een lening met vaste rentevoet voor een maximumbedrag van vijfhonderd miljoen DEM vertegenwoordigd door effecten aan toonder;d) 14 september 1993 betreffende de uitgifte, in 1993, door de Belgische Staat van een lening met vaste rentevoet voor een maximum bedrag van één miljard DEM vertegenwoordigd door effecten aan toonder;e) 18 oktober 1993 betreffende de uitgifte, in 1993, door de Belgische Staat van een lening met vaste rentevoet voor een maximumbedrag van vijfhonderd miljoen USD vertegenwoordigd door effecten aan toonder;f) 24 januari 1994 betreffende de uitgifte, in 1994, door de Belgische Staat van een lening met vaste rentevoet voor een maximumbedrag van vijfhonderd miljoen USD vertegenwoordigd door effecten aan toonder, die vanaf 14 maart 1994 fungibel zijn met de effecten van de op 5 november 1993 uitgegeven Euro-emissie in USD waarvan deze lening een heropening is;g) 9 mei 1994 betreffende de uitgifte, in 1994, door de Belgische Staat van een openbare lening met vaste rentevoet voor een bedrag van vijf miljard Franse frank;h) 25 oktober 1994 betreffende de uitgifte, in 1994, door de Belgische Staat van een openbare lening met vaste rentevoet voor een bedrag van vijfenzeventig miljard Japanse Yen; worden het tweede en het derde lid opgeheven.
Art. 2.In artikel 3 van de koninklijke besluiten van : a) 4 april 1995 betreffende de uitgifte, in 1995, door de Belgische Staat van een openbare lening met vaste rentevoet voor een bedrag van driehonderd miljoen Zwitserse frank;b) 12 mei 1995 betreffende de uitgifte, in 1995, door de Belgische Staat van een openbare lening met vaste rentevoet voor een bedrag van één miljard Duitse mark;c) 30 juni 1995 betreffende de uitgifte, in 1995, door de Belgische Staat van een openbare lening met vaste rentevoet voor een bedrag van vijfhonderd miljoen dollar van de Verenigde Staten;d) 17 maart 1997 betreffende de uitgifte, in 1997, door de Belgische Staat van een openbare lening met vaste rentevoet voor een bedrag van vijfhonderd miljoen dollar van de Verenigde Staten; wordt het tweede lid opgeheven.
Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 4.Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 3 oktober 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS