gepubliceerd op 12 oktober 2000
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 november 1997 tot vaststelling van geldelijke bepalingen ten gunste van sommige ambtenaren in dienst in de buitendiensten van het Bestuur Strafinrichtingen
3 OKTOBER 2000. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 november 1997 tot vaststelling van geldelijke bepalingen ten gunste van sommige ambtenaren in dienst in de buitendiensten van het Bestuur Strafinrichtingen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op artikel 107, tweede lid, van de Grondwet;
Gelet op het koninklijk besluit van 29 juni 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel der ministeries, inzonderheid op artikel 4, 2°;
Gelet op het koninklijk besluit van 28 november 1997 tot vaststelling van geldelijke bepalingen ten gunste van sommige ambtenaren in dienst in de buitendiensten van het Bestuur Strafinrichtingen;
Gelet op de adviezen van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 15 september 1998 en 25 maart 1999;
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 7 september 2000;
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 7 september 2000;
Gelet op het protocol nr. 202 van 7 september 2000 van het Sectorcomité III-Justitie;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat twee nieuwe bijzondere graden opgericht worden in de administratieve loopbaan van de ambtenaren van de buitendiensten van het Directoraat-generaal Strafinrichtingen die bekleed zijn met bijzondere graden; dat bijgevolg de weddenschalen verbonden aan die nieuwe graden onverwijld moeten worden vastgesteld;
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie en van Onze Minister van Begroting, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Het opschrift van het koninklijk besluit van 28 november 1997 tot vaststelling van geldelijke bepalingen ten gunste van sommige ambtenaren in dienst in de buitendiensten van het Bestuur Strafinrichtingen wordt vervangen door het volgend opschrift : « Koninklijk besluit van 28 november 1997 tot vaststelling van geldelijke bepalingen ten gunste van sommige ambtenaren in dienst in de buitendiensten van het Directoraat-generaal Strafinrichtingen ».
Art. 2.In hetzelfde koninklijke besluit wordt een artikel 18bis ingevoegd, luidend als volgt; « Art. 18bis § 1. Aan de graad van hoofdpenitentiair assistent wordt de weddenschaal 22A verbonden. § 2. De hoofdpenitentiair assistent die ten minste zes jaar graadanciënniteit heeft kan, voor zover er vacante betrekkingen zijn, de weddenschaal 22B bekomen ».
Art. 3.In hetzelfde koninklijk besluit wordt een artikel 18ter ingevoegd, luidend als volgt : «
Art. 18ter.§ 1. Aan de graad van hoofdtechnisch assistent wordt de weddenschaal 22 A verbonden. § 2. De hoofdtechnisch assistent die ten minste zes jaar graadanciënniteit heeft kan, voor zover er vacante betrekkingen zijn, de weddenschaal 22 B bekomen ».
Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2000.
Art. 5.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 3 oktober 2000.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE