3 MEI 2006. - Koninklijk besluit tot de bepaling van de voorwaarden en de modaliteiten om een arbeidscontract aan te gaan in het kader van de vrijwillige dienst bij de Ontwikkelingssamenwerking

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 21 december 1998 tot oprichting van de Belgische Technische Coöperatie in de vorm van een vennootschap van publiek recht, inzonderheid op artikel 9ter, § 3 ingevoegd bij de programmawet van 27 december 2005;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 24 januari 2006;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 10 februari 2006;

Gelet op het advies van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 15 februari 2006;

Gelet op het protocol nr. 4/1 van 8 maart 2006 van het Sectorcomité VII - Buitenlandse Zaken;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989;

Op de voordracht van onze Minister van Ontwikkelingssamenwerking en op het advies van onze in Raad vergaderde ministers.

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De toelatingsvoorwaarden tot de vrijwillige dienst bij de ontwikkelingssamenwerking georganiseerd door de Belgische Technische Coöperatie (BTC) zijn de volgende : 1° nog geen beroepsactiviteit uitgeoefend hebben in een land dat als ontwikkelingsland beschouwd wordt door het Ontwikkelingscomité van de Organisatie voor economische samenwerking en ontwikkeling;2° niet gewerkt hebben gedurende een periode van meer dan twee jaar in totaal op basis van één of meer arbeidsovereenkomsten, of in vast verband, of als zelfstandige;de periodes van tewerkstelling op basis van een overeenkomst voor tewerkstelling van studenten bedoeld in titel VII van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten worden niet in aanmerking genomen; 3° de Belgische nationaliteit bezitten of onderdaan zijn van een andere lidstaat van de Europese Economische Unie of het Zwitsers eedgenootschap;4° minstens 20 jaar oud zijn op de slotdatum van de oproep tot kandidatuurstelling;5° de burgerlijke en politieke rechten genieten en voldoen aan de dienstplichtwetten;6° van goed gedrag en zeden zijn;7° houder zijn van het getuigschrift of het diploma vereist voor de voorziene functie met minstens een diploma van hoger secundair onderwijs (HSO), uitgereikt in België of als gelijkwaardig erkend door de bevoegde Belgische autoriteiten;8° met succes de algemene informatiecyclus voor ontwikkelingssamenwerking gevolgd hebben georganiseerd door de BTC of een vorming die als gelijkwaardige is erkend door de Koning.

Art. 2.De BTC zal minstens eenmaal per jaar een oproep tot kandidatuurstelling lanceren om vrijwilligers te rekruteren om een Vrijwillige Dienst bij de Ontwikkelingssamenwerking uit te voeren zoals bepaald in de artikelen 9bis en 9ter van de wet van 21 december 1998 tot oprichting van de BTC. Deze oproep tot kandidatuurstelling zal worden gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad alsook op de internetsite van de BTC. De oproep zal minstens de beschrijving(en) van de generieke profielen voor de vrijwilligers omvatten, de interventiedomeinen alsook de selectiemodaliteiten.

Geïnteresseerde personen zullen het gestandaardiseerde elektronische kandidatuurformulier moeten invullen dat op de internetsite van de BTC zal worden geplaatst. De BTC bezorgt de geïnteresseerde persoon, op diens verzoek, een papieren versie van het standaardformulier.

Art. 3.§ 1. De BTC organiseert een preselectie. Deze preselectie zal gebaseerd zijn op de gelijkwaardigheid van de kandidatuur in verhouding tot het generieke profiel/de generieke profielen en de toelatingsvoorwaarden aangehaald in artikel 1. Deze laatste moeten zijn ingevuld op de slotdatum van de oproep tot kandidatuurstelling. § 2. De vergelijkende selectie zal een geschreven proef bevatten die geïnformatiseerd kan worden, en die identiek zal zijn voor de kandidaten met een zelfde studieniveau.

Enkel de kandidaten die geslaagd zijn voor de geschreven proef zullen kunnen deelnemen aan de mondelinge proef.

Op basis van het geschreven en mondelinge examen zullen de kandidaten worden ingedeeld in vier categorieën : zeer geschikt, geschikt, voldoende en onvoldoende. Binnen elke categorie zal een rangschikking worden gemaakt.

Het selectiecomité van de BTC zal in de eerste plaats aan de hoogst gerangschikte kandidaat van de categorie « zeer geschikt » de functie of functies voorstellen die overeenkomen met zijn bekwaamheidsprofiel.

Eenmaal deze persoon zijn positie zal hebben gekozen, zal het selectiecomité zich op dezelfde wijze richten tot de tweede best gerangschikte persoon en zo verder. Als de categorie « zeer geschikt » is uitgeput, zal het selectiecomité zich richten tot de kandidaten van de categorie « geschikt » en vervolgens tot de categorie « voldoende ».

Geen enkele functie zal kunnen worden voorgesteld aan de kandidaten in de categorie « onvoldoende ».

Art. 4.De personen die niet werden gerekruteerd, maar geslaagd zijn voor de geschreven proef zijn vrijgesteld van deze laatste voor een duur van twee jaar vanaf de toewijzingsdatum van de functies. Echter, indien deze personen zich opnieuw willen kandidaat stellen, moeten ze een kandidatuur voorstellen overeenkomstig artikel 2, derde lid.

Art. 5.De vrijwillige dienst zal een duur hebben van minimum één jaar en maximum drie jaar.

Voorafgaand aan de ondertekening van het arbeidscontract, zal de gerekruteerde persoon moeten kunnen bewijzen dat hij voldoet aan de voorwaarden voorzien in artikel 1. Betreffende de punten 1 en 2 van artikel 1, volstaat een verklaring op erewoord. De voorwaarden moeten zijn vervuld op de slotdatum van de oproep tot kandidatuurstelling.

De aangeworven persoon moet voldoen aan het medisch onderzoek bij aanwerving dat georganiseerd wordt door de BTC en bedoeld is om na te gaan of de betrokkene fysiek geschikt is om te werken in de landen genoemd in artikel 9ter, § 1, van de wet.

Art. 6.Gedurende de volledige duur van de betrekking, zal de vrijwilliger genieten van : 1. een maandelijkse brutovergoeding vastgelegd op 1.012,47 euro . Dit bedrag is gebonden aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van kracht op 1 september 1993 (indexcijfer augustus 1993); 2. een tussenkomst in zijn huisvestingskosten;3. de betaling van de premies met betrekking tot hun aansluiting tot de overzeese sociale zekerheid voor wat betreft de verzekeringen in verband met pensioenen, ziekte en gezondheidszorg;4. ongevallen-, hospitalisatie- en repatriëringverzekering zoals voor het personeel van de BTC in het buitenland;5. een tussenkomst in de reis- en bagagetransportkosten om zich naar de toegewezen aanstellingsplaats te begeven en ervan weer te keren.

Art. 7.Onze Minister van Ontwikkelingssamenwerking is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 3 mei 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Ontwikkelingssamenwerking, A. DE DECKER