gepubliceerd op 02 juli 2003
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de jaarlijkse premie
3 MEI 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de jaarlijkse premie (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende de jaarlijkse premie.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 3 mei 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de handel in voedingswaren Collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2001 Jaarlijkse premie (Overeenkomst geregistreerd op 28 september 2001 onder het nummer 58965/CO/119)
Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders van de ondernemingen van de voedingshandel. § 2. Met "arbeiders" worden de mannelijke en vrouwelijke arbeiders bedoeld.
Art. 2.Onverminderd de bepalingen van artikel 5, zal een jaarlijkse premie worden toegekend aan alle arbeiders die minstens één maand dienstprestaties leverden in de loop van het jaar waarin de premie betaald wordt.
Art. 3.§ 1. In 2001 bedraagt de premie 3 600 BEF voor de arbeiders die werden tewerkgesteld gedurende het ganse jaar waarin de premie betaald wordt. § 2. Vanaf 1 januari 2002 bedraagt de premie voorzien in § 1, 90 EUR. § 3. Voor de andere arbeiders bedraagt de premie een twaalfde van het voornoemd bedrag per volle maand arbeidsprestaties in de loop van het jaar waarin de premie betaald wordt; onder één maand wordt verstaan een ononderbroken periode van dertig kalenderdagen (28/29 dagen in februari).
Art. 4.Het bedrag van de premie vastgesteld in artikel 3 stemt overeen met een voltijdse prestatie. Voor de arbeiders die deeltijds tewerkgesteld zijn, wordt het bedrag van de premie vastgesteld naar verhouding van het aantal gepresteerde uren.
Art. 5.De premie waarvan sprake in de artikelen 2 tot 4 is niet automatisch verschuldigd in de ondernemingen waar gelijkaardige voordelen in de loop van het jaar waarin de jaarlijkse premie betaald wordt, effectief toegekend, deze bedragen reeds bereiken of overschrijden.
Art. 6.De premie vastgesteld in de artikelen 2 tot 4 wordt betaald in de tweede helft van de maand december.
Art. 7.Het bedrag van de premie vastgesteld in artikel 3 wordt verminderd in verhouding tot de afwezigheden die zich voorgedaan hebben in de loop van het jaar waarin de premie betaald wordt, met uitzondering van de afwezigheden die worden beschouwd als gelijkgesteld door de reglementering van het Waarborg- en Sociaal Fonds voor de handel in voedingswaren.
Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 april 2001 en treedt buiten werking op 31 maart 2003.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 3 mei 2003.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX