gepubliceerd op 24 juni 1999
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 2 juli 1996 tot vaststelling van de regels met betrekking tot de samenstelling en de werking van de Planningscommissie- medisch aanbod
3 MEI 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 2 juli 1996 tot vaststelling van de regels met betrekking tot de samenstelling en de werking van de Planningscommissie- medisch aanbod
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de geneeskunst, de verpleegkunde, de paramedische beroepen en de geneeskundige commissies, inzonderheid op artikel 35octies, § 3, ingevoegd bij de wet van 29 april 1996;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 15 juli 1998;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 26 juni 1998;
Gelet op het besluit van de Ministerraad van 11 september 1998, over de adviesvraag binnen de termijn van één maand;
Gelet op het advies van de Raad van State van 9 februari 1999, overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en Pensioenen en Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In het koninklijk besluit van 2 juli 1996 tot vaststelling van de regels met betrekking tot de samenstelling en de werking van de Planningscommissie - Medisch aanbod wordt artikel 2 aangevuld als volgt : « 9° twee kinesitherapeuten gekozen onder de kandidaten voorgedragen door elke beroepsorganisatie van de kinesitherapeuten en twee personen voorgedragen door de Minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort en die als bijzonder bevoegd beschouwd worden in de desbetreffende beroepssector; 10° twee beoefenaars van de verpleegkunde gekozen onder de kandidaten voorgedragen door elke beroepsorganisatie van de beoefenaars van de verpleegkunde en twee personen voorgedragen door de Minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort en die als bijzonder bevoegd beschouwd worden in de desbetreffende beroepssector;11° twee vroedvrouwen gekozen onder de kandidaten voorgedragen door elke beroepsorganisatie van de vroedvrouwen en twee personen voorgedragen door de Minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort en die als bijzonder bevoegd beschouwd worden in de desbetreffende beroepssector.12° twee logopedisten gekozen onder de kandidaten voorgedragen door elke beroepsorganisatie van de logopedisten en twee personen voorgedragen door de Minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort en die als bijzonder bevoegd beschouwd worden in de desbetreffende beroepssector.»
Art. 2.Artikel 3, § 1, lid 1 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « Voor elk lid bedoeld in artikel 2, behalve voor die bedoeld in punt 7°, wordt er, onder dezelfde voorwaarden als de werkende leden, een plaatsvervanger benoemd. »
Art. 3.In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1 wordt vervangen als volgt : « De werkende leden bedoeld in artikel 2, behalve die bedoeld in punt 7°, en hun plaatsvervangers worden door Ons benoemd.» 2° er wordt een § 3 toegevoegd, luidend als volgt : « § 3.Wanneer de adviesbevoegdheid van de Commissie uitgebreid wordt tot andere beroepen dan die bedoeld in de artikelen 2, 9° tot 12°, worden er, voor elke toegevoegde beroepsgroep, vier leden, waarvan er twee gekozen worden onder de kandidaten die voorgedragen worden door de beroepsorganisaties van het desbetreffende beroep en de andere twee worden aangewezen door de Minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort en die als bijzonder bevoegd beschouwd worden in de desbetreffende beroepssector, door Ons benoemd. »
Art. 4.In artikel 10 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de bestaande tekst, die § 1 zal vormen, wordt het eerste lid vervangen als volgt : « De Commissie beraadslaagt geldig wanneer ten minste de helft van de stemgerechtigde leden bedoeld in artikel 2, overeenkomstig § 2 en § 3 van dit artikel aanwezig is.» 2° : er worden een § 2 en een § 3 toegevoegd, luidend als volgt : « § 2.Wanneer de Commissie beraadslaagt over een ander beroep dan bedoeld in de artikelen 2, § 1 en 3 van het voormelde koninklijk besluit nr. 78 is zij samengesteld uit de leden bedoeld in artikel 2, punten 1° tot 8° en de vier leden van het desbetreffende beroep. § 3. Wanneer de Commissie beraadslaagt over een beroep bedoeld in de artikelen 2, § 1, en 3 van het voormelde besluit nr. 78, is zij samengesteld uit de leden bedoeld in artikel 2, punten 1° tot 8°. »
Art. 5.Artikel 12 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 6.Onze Minister van Volksgezondheid en Onze Minister van Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 3 mei 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, M. COLLA De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN