gepubliceerd op 17 december 1999
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 6 december 1994 houdende bepaling van de regels volgens welke bepaalde statistische gegevens moeten worden medegedeeld aan de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft
2 DECEMBER 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 6 december 1994 houdende bepaling van de regels volgens welke bepaalde statistische gegevens moeten worden medegedeeld aan de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, inzonderheid op artikel 86, gewijzigd bij de wet van 29 april 1996;
Gelet op het koninklijk besluit van 6 december 1994 houdende bepaling van de regels volgens welke bepaalde statistische gegevens moeten worden medegedeeld aan de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 8 oktober 1996, 4 december 1998 en 3 mei 1999;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat het koninklijk besluit van 6 december 1994 houdende bepaling van de regels volgens welke bepaalde statistische gegevens moeten worden medegedeeld aan de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft, fundamenteel werd gewijzigd, inzonderheid door een koppeling van de minimale klinische gegevens en de minimale verpleegkundige gegevens; dat deze wijzigingen, aangebracht bij koninklijk besluit van 3 mei 1999, op 1 januari 2000 in werking treden; dat, gelet op de huidige stand van de voorbereidende werkzaamheden, een aanpassing van de regelen inzake de inwerkingtreding van een beperkt onderdeel van de regeling, bij hoogdringendheid geboden is; dat een aantal bepalingen inzake verantwoordelijkheid voor de registratie van de minimale verpleegkundige gegevens in de ziekenhuizen, eveneens moeten worden bestendigd na 1 januari 2000;
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 7bis van het koninklijk besluit van 6 december 1994 houdende bepaling van de regels volgens welke bepaalde statistische gegevens moeten worden medegedeeld aan de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 4 december 1998, worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° De bepalingen, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 3 mei 1999 vormen voortaan § 1, waarbij de woorden « de gegevens » in het eerste lid worden vervangen door de woorden « de minimale klinische gegevens zoals bedoeld in artikel 7, » en in het tweede en derde lid door de woorden « de minimale klinische gegevens »;2° Het artikel wordt aangevuld met een § 2, luidend als volgt : « § 2.De magnetische dragers met de minimale verpleegkundige gegevens, bedoeld in artikel 7ter, dienen, vanaf de eerste registratie van 1999, overgemaakt te worden via een begeleidende brief, waarop het hoofd van het verpleegkundig departement, na controle en validering, ten bewijze van de waarachtigheid van de gegevens, ondertekend heeft.
Van de door Ons te bepalen datum dienen de magnetische dragers, na controle en validering en ten bewijze van de waarachtigheid van de minimale verpleegkundige gegevens de elektronische handtekening van het hoofd van het verpleegkundig departement te dragen, volgens de modaliteiten bepaald door de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft.
In het ziekenhuis moeten de stukken waaruit de controle en validering van de minimale verpleegkundige gegevens blijken, te allen tijde ter beschikking zijn. ».
Art. 2.In artikel 7quater van hetzelfde koninklijk besluit van 6 december 1994 worden de volgende aanwijzingen aangebracht : 1° De bepalingen, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 3 mei 1999, vormen voortaan § 1;2° Het artikel wordt aangevuld met een § 2, luidend als volgt : « § 2.In ieder ziekenhuis wordt één persoon door de beheerder belast met de centralisatie van de in artikel 7ter bedoelde gegevens. Deze persoon treedt ook op als contactpersoon ten aanzien van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu en zijn identiteit wordt medegedeeld aan de Minister die bevoegd is voor de Volksgezondheid. »
Art. 3.In artikel 7ter, 2°, van hetzelfde koninklijk besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 3 mei 1999, worden de woorden « artikel 5, § 1, 2°, b), c), d) en e) » vervangen door de woorden « artikel 5, § 1, 2°, b) en c) ».
Art. 4.Artikel 10 van het koninklijk besluit van 3 mei 1999 tot wijziging van het koninklijk besluit van 6 december 1994 houdende bepaling van de regels volgens welke bepaalde statistische gegevens moeten worden medegedeeld aan de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft, wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Art. 10.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2000, met uitzondering van het bij dit besluit ingevoegde artikel 7ter, 1°, b), en 3°, e), dat in werking treedt op een door Ons te bepalen datum. »
Art. 5.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2000.
Art. 6.Onze Minister van Volksgezondheid en Onze Minister van Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 2 december 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, Mevr. M. AELVOET De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE