Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 03 juni 2007
gepubliceerd op 10 juli 2007

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 december 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, betreffende de meting van de opleidingsinspanningen in de ondernemingen (1)

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2007201795
pub.
10/07/2007
prom.
03/06/2007
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

3 JUNI 2007. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 december 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, betreffende de meting van de opleidingsinspanningen in de ondernemingen (levenslang leren) (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 13 december 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, betreffende de meting van de opleidingsinspanningen in de ondernemingen (levenslang leren).

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 3 juni 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking Collectieve arbeidsovereenkomst van 13 december 2006 Meting van de opleidingsinspanningen in de ondernemingen (levenslang leren) (Overeenkomst geregistreerd op 12 januari 2007 onder het nummer 81586/CO/126)

Art. 2.Toepassingsgebied Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking.

Art. 3.Doelstelling 2.1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten om uitvoering te geven aan de "Europese Richtsnoeren" betreffende het werkgelegenheidsbeleid, van de Lidstaten van de Europese Unie, meer bepaald aan het besluit van de Raad van Europa van 12 juli 2005, richtsnoer 23 : de bevordering van de deelname aan opleidingen op de werkplek en voortdurende opleiding.

Op 26 april 2005 ondertekenden de sociale partners van het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking een intentieverklaring met betrekking tot de ontwikkeling van een meetinstrument voor het vaststellen van de inspanningen die de ondernemingen doen in verband met opleidingen op de werkplek en levenslang leren. 2.2. Punt 22 van het "Generatiepact" voorziet bovendien dat, zodra de vereenvoudigde sociale balans ingevoerd is, de globale Belgische opleidingsinspanningen met het door de Nationale Arbeidsraad ontwikkelde meetinstrument zullen worden opgevolgd.

De Nationale Arbeidsraad formuleerde hierover een advies nr. 1536. "Punt IV met betrekking tot de inlichtingen over de opleidingen voor de werknemers tijdens het boekjaar en punt V met betrekking tot de inlichtingen over de activiteiten van vorming, begeleiding of mentorschap worden samengevoegd. Onder punt IV wordt een onderscheid gemaakt tussen de formele opleidingsinitiatieven ten laste van de werkgever, de minder formele en informele opleidingsinitiatieven en de initiële opleidingsinitiatieven met een opsplitsing tussen het aantal betrokken personen, het aantal uren en de kosten voor de onderneming telkens opgedeeld volgens het geslacht".

Art. 4.Toepassing voor KMO De registratie van precieze waarden schept in een zeer kleine en kleine onderneming praktische problemen. Informele opleiding wordt er vaak zelfs niet als "opleiding" ervaren. Formele opleiding wordt niet altijd vooraf gepland, doch wordt "meegenomen" wanneer een gelegenheid zich biedt.

Aangezien de sector voor 90 pct. een KMO-sector is, raden de sociale partners de ondernemingen aan : 1° gebruik te maken van de registratiefiches die als bijlage bij deze collectieve arbeidsovereenkomst worden gevoegd;2° indien precieze waarden ontbreken, gebruik te maken van de definities en forfaitaire waarden waarover zij zich akkoord hebben verklaard.

Art. 5.Definities 4.1. Formele opleidingen Dit zijn opleidingen, cursussen, seminaries, ... die speciaal werden ontwikkeld met betrekking tot een bepaald thema en die worden gegeven door sprekers of lesgevers die hiertoe speciaal zijn opgeleid of ingehuurd. 4.2. Minder formele of informele opleidingen Onder deze definitie vallen onder meer de opleidingen op de werkvloer (punctueel of gepland), vorming door rotatie op werkposten, deelname aan kwaliteitskringen, zelfstudie, assimilatie van werkinstructies of veiligheidsvoorschriften, ...

Art. 6.Kosten voor de onderneming De volgende kosten kunnen in de sociale balans worden opgenomen : - loonkosten van de werknemer die de opleiding volgt; - loonkosten van de werknemer die de opleiding geeft (of een collega begeleidt); - facturen van externe opleiders; - kosten van het lokaal waar de opleiding plaats heeft, waarbij de verhouding tussen het aantal m2 van het opleidingslokaal ten opzichte van het totaal aantal m2 van de onderneming of van het gebouw waarin het lokaal zich bevindt, kan worden toegepast op huurprijzen of afschrijvingen, verwarming, verlichting, onderhoud, verzekering, enz; - kosten van documentatie.

Deze opsomming is niet limitatief.

De kosten kunnen op reële cijfers gebaseerd worden.

Ze kunnen om redenen van administratieve eenvoud echter ook "forfaitair" vastgesteld worden.

De sociale partners zijn het daarom eens dat een gemiddelde forfaitaire loonkost kan worden gebruikt, die dezelfde is voor alle werknemers van de onderneming.

Dit forfait kan als volgt worden berekend : - de codes 100 en 102 van de sociale balans laten toe, de loonkosten van één uur opleiding per werknemers te berekenen; - code 102 (totaal) zijn de personeelskosten van de gehele onderneming. Deze komt overeen met rubriek 62 van de resultatenrekening (bezoldigingen en sociale voordelen, werkgeversbijdragen, sociale verzekeringen, werkgeverspremie bovenwettelijke verzekeringen, andere personeelskosten, pensioenen); - code 100 (VTE) is het aantal voltijds equivalenten in de onderneming; - per boekjaar zijn de kosten van één VTE werknemer dus gelijk aan : resultaat code 102/totaal code 100; - de kosten per uur per werknemer zijn dan gelijk aan de kost van één VTE/1 792 UUR (37u20 min. x 48 weken).

Voor de werknemer die een opleiding volgt, wordt het exacte aantal uren genoteerd.

Voor de werknemer die een formele opleiding geeft, wordt eveneens het exacte aantal uren genoteerd (zowel voorbereiding als het geven van de opleiding).

Voor de werknemer die de werknemer in opleiding begeleidt (voorbeeld on-the-job), registreren we per uur opleiding 15 minuten voor de begeleider.

De sociale partners zijn het er ook over eens dat sommige vormen van "leren" helemaal niet geregistreerd kunnen worden, zoals : raadplegen van een collega, raadplegen van vakliteratuur, website, opzoekingen, "trial and error" ....

Deze zelfstudie kan worden geschat op 0,5 pct. van het totaal in de onderneming gepresteerde uren (code 101T), en kan dus eveneens in de sociale balans worden opgenomen bij de informele opleidingen.

Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing vanaf 1 januari 2007 en wordt gesloten voor onbepaalde duur.

De bijlagen maken integraal deel uit van de collectieve arbeidsovereenkomst.

De partij die deze collectieve arbeidsovereenkomst wenst op te zeggen zal dit doen, met inachtneming van een opzeggingstermijn van 6 maanden en mits verzending van een aangetekende brief aan de voorzitter van het paritair comité.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 3 juni 2007.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

Bijlage 1 bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 december 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, betreffende de meting van de opleidingsinspanningen in de ondernemingen (levenslang leren) Individuele registratiefiche opleidingen Boekjaar ....

Onderneming . . . . . Afdeling . . . . .

Naam en voornaam werknemer . . . . .

M/V Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Handtekening werknemer Handtekening werkgever Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 3 juni 2007.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota 1 Het gaat hier om cursussen, seminaries, opleidingen, ... die speciaal werden ontwikkeld en gegeven door lesgevers of sprekers. Deze formele opleidingen kunnen zowel intern als extern plaats hebben. Per hypothese worden hier alle externe opleidingen (dewelke dus plaatshebben buiten de bedrijfslokalen) gelijkgesteld met formele opleidingen. 2 Het gaat hier om de zogeheten "minder formele en informele vormingsinitiatieven" die voor de eerste keer vanaf 2006 in de sociale balans mogen/moeten opgenomen worden. Hieronder kan begrepen worden : opleiding op de werkvloer, vorming door rotatie op werkposten of door dubbele bezetting, deelname aan kwaliteitskringen, zelfstudie, assimileren van werkinstructies, ... De "on-the-job" trainingen georganiseerd door het Opleidingscentrum Hout zijn een typisch voorbeeld van informele opleiding.

Bijlage 2 bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 december 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, betreffende de meting van de opleidingsinspanningen in de ondernemingen (levenslang leren) Registratie opleidingen Boekjaar ....

Onderneming : . . . . .

Adres : . . . . .

Contactpersoon . . . . .

Tel ...................... Fax ......................... E-mail . . . . . 1. Aantal deelnemers Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Deze gegevens zijn nodig om de participatiegraad te beoordelen. Het gaat om de som van de individuele fiches. 2. Aantal uren opleiding Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Deze gegevens komen rechtstreeks uit de individuele fiches. Hier wordt enkel het aantal "gevolgde uren" bedoeld, de uren besteed door de begeleiders worden verrekend in de kosten (zie verder punt 3) 3. De kosten besteed aan vorming Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 3 juni 2007. De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota 1 Aaa*((code 102/code 100)/(37,33*48)) 2 facturai 3 (aaa*25 pct. X(code 102/code 100)/(37,33*48) 4 factuur/fiscale aangifte/boeking 5 pm 6 pm 7 (bbb)*((code 102/code 100)/(37,33*48) 8 (bbb + 25 pct.) * ((((code 102/code 100)/(37,33*48)) 9 (code 101T*0,5 pct.)*((code 102/code 100)/37,33*48)) 10 pm

^