gepubliceerd op 11 juli 2007
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 augustus 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart, tot waarborg van een compenserende vergoeding ten gevolge van de beëindiging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 2002 - bijkomend pensioen
3 JUNI 2007. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 augustus 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart, tot waarborg van een compenserende vergoeding ten gevolge van de beëindiging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 2002 - bijkomend pensioen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 22 augustus 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart, tot waarborg van een compenserende vergoeding ten gevolge van de beëindiging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 2002 - bijkomend pensioen.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 3 juni 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de binnenscheepvaart Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 augustus 2006 Waarborg van een compenserende vergoeding ten gevolge van de beëindiging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 2002 - bijkomend pensioen (Overeenkomst geregistreerd op 20 oktober 2006 onder het nummer 80981/CO/139)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en werksters van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart ressorteren.
Art. 2.De in artikel 1 bedoelde werklieden en werksters hebben, ten laste van het "Fonds voor de Rijn- en binnenscheepvaart", rechten verworven op 31 december 2006, tot vorming van een jaarlijks bijkomend pensioen, in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 2002 "bijkomend pensioen". Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft tot doel deze opgebouwde rechten geheel of gedeeltelijk te vrijwaren door de bestaande verworven rechten op 31 december 2006 te bevriezen.
Art. 3.De collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 2002 "bijkomend pensioen" (65022/CO/139), wordt beëindigd op 31 december 2006 en vervangen door de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 augustus 2006 tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel in het kader van de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen.
Art. 4.De in artikel 1 bedoelde werklieden en werksters, die gedurende ten minste 15 dienstjaren tewerkgesteld zijn geweest bij een in artikel 1 bedoelde werkgever en die ten minste 185 gewerkte en/of gelijkgestelde dagen gedurende de twaalf maanden die de dag van de pensionering voorafgaan tellen in dienst bij een artikel 1 bedoelde werkgever, zullen de verworven rechten opgebouwd op 31 december 2006 in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 2002 "bijkomend pensioen" zijnde 24,7 EUR per bedoeld dienstjaar met een maximum van 594,94 EUR als een compenserende vergoeding gewaarborgd krijgen, deels samengesteld uit rente/kapitaal verworven uit de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 augustus 2006 tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel in het kader van de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen, deels uit bovenvermelde verworven compenserende vergoeding op 31 december 2006.
Deze compenserende vergoeding zal betaald worden door het "Fonds voor de Rijn- en binnenscheepvaart" op het tijdstip waarop de pensioeninstelling overgaat tot de uitkering van het kapitaal en of rente aan de bedoelde werknemers.
Art. 5.De in artikel 1 bedoelde werklieden en werksters, die een pensioenrente/kapitaal verwerft uit de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 augustus 2006 tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel in het kader van de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen, dat gelijk of hoger is dan 594,94 EUR op jaarbasis, zal geen compenserende vergoeding ontvangen uit deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Art. 6.Ter financiering van deze compenserende vergoeding zijn de in artikel 1 bedoelde werkgevers een bijdrage van 0,7189 EUR per gewerkte of hiermee gelijkgestelde dag en per in artikel 1 bedoelde werknemer verschuldigd aan het "Fonds voor de Rijn- en binnenscheepvaart". Deze bijdrage is verschuldigd tot er voldoende reserves zijn opgebouwd om de rechten voortvloeiend uit de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 2002 te vrijwaren.
Voor de werkgevers die hun loonaangiften bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid volgens het stelsel van de vijfdagenweek indienen, wordt het aantal opgegeven dagen verhoogd met de breuk 6/5e begrensd tot een maximum van 25 dagen per maand en per werknemer.
De werkgevers aangesloten bij de "Dienst der Maatschappelijke Zekerheid Binnenscheepvaart", waargenomen door de "Bijzondere Verrekenkas voor Gezinsvergoedingen der Ondernemingen voor Binnenscheepvaart", Arenbergstraat 24 te 2000 Antwerpen, vallen onder dezelfde toepassing.
Voor de werkgevers die hun loonaangiften opstellen in het stelsel van de zesdagenweek blijft het aantal opgegeven dagen gehandhaafd zonder dat dit aantal een maximum van 25 dagen per maand en per werknemer overschrijdt.
Alle bepalingen inzake wijze en tijdstip van betaling en alle maatregelen in geval van wanbetaling, zoals voorzien bij artikel 14 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 2002, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en vaststelling van zijn statuten, zijn van kracht.
Art. 7.De raad van beheer van het "Fonds voor de Rijn- en binnenscheepvaart" wordt belast met de uitvoering van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2007 en is gesloten voor onbepaalde tijd. Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt deze van 29 november 2002 (65022/CO/139), gesloten in het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart, betreffende het bijkomend pensioen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 25 april 2004, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 16 juni 2004.
Elk van de ondertekenende partijen kan ze opzeggen mits een opzeggingstermijn van zes maanden in acht wordt genomen. Deze opzegging wordt bij een ter post aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart en aan elk van de ondertekenende partijen betekend en heeft uitwerking de derde werkdag na de datum van verzending.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 3 juni 2007.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN