gepubliceerd op 27 juni 1997
Koninklijk besluit tot vaststelling van de weddeschalen van sommige ambtenaren van niveau 1 van het Algemeen Bestuur van de Ontwikkelingssamenwerking en houdende geldelijke bepalingen
3 JUNI 1997. Koninklijk besluit tot vaststelling van de weddeschalen van sommige ambtenaren van niveau 1 van het Algemeen Bestuur van de Ontwikkelingssamenwerking en houdende geldelijke bepalingen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op artikel 107 tweede lid van de Grondwet;
Gelet op het koninklijk besluit van 10 april 1995 houdende vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren in de rijksbesturen die behoren tot de niveaus 1 en 2+, gewijzigd bij koninklijke besluiten van 12 december 1995, 3 juni 1996 en 4 oktober 1996;
Gelet op het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddeschalen der aan verscheidene ministeries verbonden gemene graden, gewijzigd bij koninklijke besluiten van 3 juni 1996 en 4 oktober 1996;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 3 mei 1996;
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 4 oktober 1996;
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 4 oktober 1996;
Gelet op het protocol nr. 68/3 van 24 februari 1997 van het Sectorcomite I - Algemeen Bestuur;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989;
Gelet op de hoogdringendheid;
Overwegende dat het dringend noodzakelijk is de regelgeving over de algemene herziening van de weddeschalen van bepaalde ambtenaren van niveau 1 van het Algemeen Bestuur van de Ontwikkelingssamenwerking vast te stellen;
Op de voordracht van Onze Staatssecretaris voor Ontwikkelings-samenwerking, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Voor de personeelsleden die ambtshalve benoemd worden in een nieuwe graad die opgericht werd uit hoofde van het koninklijk besluit van 10 april 1995 houdende vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren in de rijksbesturen die behoren tot de niveaus 1 en 2+, gewijzigd bij koninklijke besluiten van 12 december 1995 en 3 juni 1996, wordt de wedde vastgesteld in de weddeschaal die volgens de tabel in bijlage bij dit besluit, overeenstemt met de opgerichte graad.
Art. 2.In afwijking van artikel 24, 1, van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddeschalen der aan verscheidene ministeries gemene graden, gewijzigd bij koninklijk besluit van 3 juni 1996, behouden de ambtenaren benoemd in de graad van adviseur, voorheen bekleed met de geschrapte graad van eerste attaché, die in dienst zijn op de datum van dit besluit, het voordeel van de hierna vermelde bijzondere weddeschaal : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 3.1. In afwijking van artikel 23, 2 en 3, van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddeschalen der aan verscheidene ministeries gemene graden, gewijzigd bij koninklijk besluit van 3 juni 1996, behoudt de ambtenaar benoemd in de graad van adjunct-adviseur, voorheen bekleed met de geschrapte graad van attaché, die in dienst is op de datum van inwerkingtreding van dit besluit en die op deze datum voldoet aan volgende voorwaarden : 1° een ambt uitoefenen waarvoor de kwalificatie van burgerlijk ingenieur, landbouwingenieur of van geneesheer is vereist;2° ertoe gemachtigd zijn de titel van burgerlijk ingenieur, van landbouwkundig ingenieur of van geneesheer te voeren bij toepassing van de wetgeving op de bescherming der titels van het hoger onderwijs, het voordeel van de hierna vermelde bijzondere weddeschaal : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 2.Na 9 jaar graadancienniteit bekomt de in 1 bedoelde ambtenaar de hierna vermelde bijzondere weddeschaal : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 4.De ambtenaar benoemd in de graad van geneesheer, voorheen benoemd in de vlakke loopbaan van geneesheer, hoofdgeneesheer-directeur en die in dienst is op de datum van inwerkingtreding van dit besluit, bekomt na 18 jaar graadanciënniteit de weddeschaal 13 D.
Art. 5.De ambtenaar benoemd in de graad van adjunct-adviseur, voorheen bekleed met de geschrapte graad van attaché en die in dienst is op de datum van inwerkingtreding van dit besluit, bekomt na 9 jaar graadancienniteit de weddeschaal 10 C.
Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juni 1994.
Art. 7.Onze Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 3 juni 1997.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, H. VAN ROMPUY De Minister van Ambtenarenzaken, A. FLAHAUT De Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking, R. MOREELS Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 3 juni 1997.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, H. VAN ROMPUY De Minister van Ambtenarenzaken, A. FLAHAUT De Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking, R. MOREELS