gepubliceerd op 05 september 2005
Koninklijk besluit tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Commissie voor Dringende Geneeskundige Hulpverlening van de provincie Henegouwen
3 JULI 2005. - Koninklijk besluit tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Commissie voor Dringende Geneeskundige Hulpverlening van de provincie Henegouwen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 8 juli 1964 betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening, inzonderheid op artikel 1, derde lid, vervangen bij de wet van 22 februari 1998;
Gelet op het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 tot oprichting van de Commissies voor Dringende Geneeskundige Hulpverlening, inzonderheid op artikel 12;
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Het bij dit besluit gevoegd huishoudelijk reglement, opgesteld door de Commissie voor Dringende Geneeskundige Hulpverlening van de provincie Henegouwen, wordt goedgekeurd.
Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.
Art. 3.Onze Minister van Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 3 juli 2005.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, R. DEMOTTE
Bijlage Huishoudelijk reglement van de CODGH van de provincie Henegouwen HOOFDSTUK I. - Samenstelling en opdrachten van de CODGH
Artikel 1.§ 1. De samenstelling van de Commissie gebeurt overeenkomstig het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 tot oprichting van de Commissies voor Dringende Geneeskundige Hulpverlening en de verklarende ministeriële omzendbrief van 10 april 2000. § 2. Elk lid dat, ofwel zijn ontslag indient, overlijdt of de hoedanigheid verliest die zijn benoeming rechtvaardigde, wordt vervangen tot op het einde van het begonnen mandaat.
Art. 2.De Commissie voert in haar ambtsgebied de in artikel 4 van voormeld koninklijk besluit van 10 augustus 1998 opgesomde opdrachten uit.
Art. 3.Er moet een advies verstrekt worden binnen zes maanden na indiening van de aanvraag. De Minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort, kan in geval van dringende noodzaak die termijn tot drie maanden terugbrengen. HOOFDSTUK II. - Werkgroepen
Art. 4.Om haar opdrachten uit te voeren, heeft de Commissie overeenkomstig artikel 5, § 3 van voormeld koninklijk besluit van 10 augustus 1998 werkgroepen opgericht : de werkgroep : artikel 4, eerste lid, 6° van voormeld koninklijk besluit van 10 augustus 1998. de werkgroep : artikel 4, eerste lid, 6°bis van voormeld koninklijk besluit van 10 augustus 1998.
Art. 5.§ 1. De Commissie kan overeenkomstig artikel 5, § 2 van voormeld koninklijk besluit van 10 augustus 1998 werkgroepen oprichten die zijn samengesteld uit gewone of plaatsvervangende leden van de Commissie, en zij kan het advies vragen van experts van haar keuze. § 2. De leden van elke werkgroep kiezen bij meerderheid, in hun schoot, voor elk van de werkgroepen van een moderator en een rapporteur. § 3. De moderator leidt de besprekingen en ziet erop toe dat het tegensprekelijk karakter ervan wordt gewaarborgd. Hij/zij kan om die reden een einde maken aan discussies die van het algemeen belang afwijken. § 4. De rapporteur stelt de verslagen van de vergaderingen van de werkgroep op, alsook het ontwerpadvies dat daaruit voortvloeit. Hij deelt het Bureau de vergaderdata mee, de agenda en de vorderingsstaat van de activiteiten van de werkgroep zodat het Bureau zijn coördinatiefunctie kan vervullen. HOOFDSTUK III. - Bureau
Art. 6.De gewone en plaatsvervangende leden van het Bureau worden gekozen overeenkomstig artikel 6, § 2 en § 3 van voormeld koninklijk besluit van 10 augustus 1998. De stemming gebeurt in een enkele ronde; de kandidaat met het grootste aantal stemmen wordt het gewone lid en de tweede wordt zijn plaatsvervanger op voorwaarde dat hij van een ander administratief arrondissement afkomstig is.
Art. 7.Opdrachten. § 1. Het Bureau zorgt voor de goede werking van de Commissie, met name door de agenda van de vergaderingen op te stellen en de betrokken dossiers voor te bereiden. Het Bureau stelt ook het jaarlijks activiteitenverslag op dat door de Commissie wordt goedgekeurd krachtens artikel 4, eerste lid, 8° van voormeld koninklijk besluit van 10 augustus 1998. § 2. Het Bureau heeft daarenboven de volgende specifieke taken : 1° ambtshalve of op verzoek van de provinciale en gemeentelijke overheden ten behoeve van deze instanties adviezen te formuleren i.v.m. de organisatie van de dringende geneeskundige hulpverlening, en dit ter voorbereiding van risicomanifestaties; die adviezen worden uitgebracht na de betrokken sectoren geraadpleegd te hebben; 2° in geval van dringende noodzakelijkheid de adviesbevoegdheid van de Commissie uit te oefenen, bedoeld in artikel 4, eerste lid, 7° van voormeld koninklijk besluit van 10 augustus 1998;in dergelijk geval wordt het advies uitgebracht na raadpleging van de betrokken diensten, bedoeld in artikel 3, § 1, 1° tot 7° van voormeld koninklijk besluit van 10 augustus 1998.
Het Bureau beslist over het spoedeisende karakter d.m.v. minimum 5 stemmen. 3° het protocol te bekrachtigen, zoals bedoeld in artikel 4, eerste lid, 6°bis van voormeld koninklijk besluit van 10 augustus 1998. § 3. Het Bureau vergadert ten minste vier keer per jaar. § 4. Een gewoon lid dat verhinderd is, laat zich door zijn plaatsvervanger vertegenwoordigen.
Art. 8.De activiteiten van de Commissie worden georganiseerd en gecoördineerd door het Bureau dat onder andere : a) op eigen initiatief of op vraag van de Minister alle in aanmerking genomen verzoeken aan de Commissie voorlegt;b) adviesaanvragen aan de bevoegde wergroep(en) voorlegt;c) het gepaste gevolg geeft aan de ontwerpadviezen;d) de Commissie op de hoogte brengt van de activiteiten tijdens elke vergadering. HOOFDSTUK IV. - Modaliteiten inzake stemming en bijeenroeping 1. De werkgroepen Art.9. § 1. Elke werkgroep plant zijn vergaderschema, dat binnen acht dagen aan de voorzitter van het Bureau wordt meegedeeld. § 2. Wat de bijeenroepingen betreft, worden de data tijdens de vergaderingen vastgelegd, en door de rapporteur binnen acht dagen aan de voorzitter van het Bureau meegedeeld.
Art. 10.De werkgroepen brengen ontwerpadviezen uit met gewone meerderheid van de aanwezige leden, en dit ten belope van een stem per lid.
Er wordt tot een eerste stemronde overgegaan overeenkomstig volgende regeling : - behoudens gemotiveerd verzoek van een lid van de werkgroep stemt elk lid bij handopsteken.
In geval van staking van stemmen wordt een tweede stemronde gehouden overeenkomstig dezelfde regeling.
Ingeval er opnieuw staking van stemmen is, wordt het ontwerp als dusdanig aan het Bureau voorgelegd. 2. Het Bureau Art.11. Behoudens dringende noodzakelijkheid worden de leden van het Bureau ten minste veertien dagen voor de vergaderdatum door de voorzitter bijeengeroepen.
Art. 12.Om rechtsgeldig te kunnen beraadslagen en beslissen, moet ten minste de helft van de leden van het Bureau, bedoeld in artikel 6, § 1, 2° tot 8° van voormeld koninklijk besluit van 10 augustus 1998 aanwezig zijn.
Indien het quorum niet aanwezig is, roept de voorzitter een tweede vergadering bijeen met dezelfde agenda; het Bureau kan dan rechtsgeldig beraadslagen en beslissen ongeacht het aantal aanwezige leden.
Art. 13.Overeenkomstig artikel 9, tweede lid van voormeld koninklijk besluit van 10 augustus 1998 beslist het Bureau bij meerderheid van de stemgerechtigde aanwezige leden, bedoeld in artikel 6, § 1 van voormeld koninklijk besluit van 10 augustus 1998. 3. De Commissie Art.14. De leden van de Commissie worden ten minste veertien dagen voor de vergaderdatum door de voorzitter bijeengeroepen. De oproepingsbrief vermeldt de agenda en gaat, indien nodig, vergezeld van de documenten die het de leden moet mogelijk maken met kennis van zaken te beraadslagen over de dossiers die hen voor advies worden voorgelegd.
Art. 15.De voorzitter opent en sluit de vergadering, leidt de besprekingen, ziet erop toe dat het tegensprekelijk karakter ervan is gewaarborgd en beëindigt elke discussie die van het algemeen belang afwijkt. Hij zorgt voor de naleving van de voorschriften van voormeld koninklijk besluit van 10 augustus 1998 en van onderhavig huishoudelijk reglement.
Art. 16.§ 1. Enkel de geldig uitgebrachte stemmen, met uitzondering van de onthoudingen, komen in aanmerking voor de berekening van de stemmen. § 2. De Commissie beslist bij stemming door de stemgerechtigde aanwezige leden (1 enkele stem per persoon).
Elke categorie van leden, bedoeld in artikel 3, § 1, 1° tot 7° van voormeld koninklijk besluit van 10 augustus 1998 beschikt over een gelijk aantal stemmen dat op drie stemmen per categorie is vastgelegd. § 3. 1° Binnen elke categorie wordt tot een eerste stemronde overgegaan overeenkomstig de hierna vermelde regeling : behoudens gemotiveerd verzoek stemt elk lid van de categorie bij handopsteken; in geval van staking van stemmen binnen de categorie wordt een tweede stemronde gehouden overeenkomstig dezelfde regeling. 2° De 3 stemmen van de categorie zijn als volgt verdeeld : Stemming ter goedkeuring : Meer dan of gelijk aan 2/3 van de stemmen : 3 voor/0 tegen; Meer dan of gelijk aan 1/2 van de stemmen en minder dan 2/3 van de stemmen : 2 voor/1 tegen;
Meer dan of gelijk aan 1/3 van de stemmen en minder dan 1/2 van de stemmen : 1 voor/2 tegen;
Minder dan 1/3 van de stemmen : 0 voor/3 tegen. 3° Elke categorie wijst een rapporteur aan die het stemgedrag van zijn categorie aan de Commissie meedeelt en de meningsverschillen uiteenzet. § 4. De beslissingen binnen de Commissie worden genomen bij meerderheid van twee derde van het totaalaantal stemmen.
Er kan niet gestemd worden over punten die niet op de agenda staan. HOOFDSTUK V. - Transparantie
Art. 17.Tegenstemmen of onthoudingen kunnen in een bij de notulen van de vergadering gevoegde nota worden gemotiveerd.
Art. 18.Een lid met een persoonlijk belang in een dossier mag niet aan de bespreking deelnemen, noch aan het opstellen van het advies m.b.t. dit dossier, en dit teneinde belangenconflicten te vermijden.
Art. 19.Zowel de leden van de Commissie, het Bureau, de werkgroepen als de experts die aan de werkzaamheden deelnemen, zijn gebonden aan het geheim van de beraadslagingen. De informatie waarvan zij kennis hebben wegens de uitoefening van hun opdracht is aan het beroepsgeheim onderworpen. Dit geldt tevens voor de ontwerpadviezen en de niet-goedgekeurde notulen.
Art. 20.De protocollen en akkoorden die zijn gesloten, worden ter uitvoering aan de betrokken diensten bezorgd. HOOFDSTUK VI. - Wijzigingen
Art. 21.Wijzigingen en amendementen op onderhavig reglement worden door de Commissie goedgekeurd overeenkomstig de in artikel 16 van onderhavig reglement beschreven stemregeling.
Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 3 juli 2005.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, R. DEMOTTE