Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 03 februari 2023
gepubliceerd op 19 april 2023

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 januari 2022, gesloten in het Paritair Subcomité voor de metaalhandel, betreffende werkbaar werk en instroom

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2023200112
pub.
19/04/2023
prom.
03/02/2023
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

3 FEBRUARI 2023. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 januari 2022, gesloten in het Paritair Subcomité voor de metaalhandel, betreffende werkbaar werk en instroom (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de metaalhandel;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 27 januari 2022, gesloten in het Paritair Subcomité voor de metaalhandel, betreffende werkbaar werk en instroom.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 3 februari 2023.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de metaalhandel Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 januari 2022 Werkbaar werk en instroom (Overeenkomst geregistreerd op 22 juni 2022 onder het nummer 173650/CO/149.04) Preambule Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten in uitvoering van de artikelen 9 en 18 van het nationaal akkoord 2021-2022 van 2 december 2021.

De ondertekenende sociale partners hechten grote waarde aan duurzame arbeidsrelaties met aandacht voor werkbaar werk, dat in het licht van de toenemende krapte op de sectorale arbeidsmarkt en de veralgemeende verlenging van de beroepsloopbaan nog aan belang wint.

Het beleid van de sociale partners is gericht op de sector die nu en in de toekomst moet kunnen beschikken over voldoende en goed opgeleide arbeiders die in kwalitatieve omstandigheden moeten kunnen werken. Dit beleid wordt geconcretiseerd door : - het verbeteren van de instroom door het aanreiken of ondersteunen van de aangepaste opleidingsconcepten, onder andere het triaal leren en door het inzetten op goed werkgeverschap; - het voorkomen van (vroegtijdige) uitstroom door werkbaarheidsmaatregelen; - het begeleiden van uitstroom.

Onderstaande sectorale initiatieven voor de verbetering van instroom en de kwaliteit van het werk gaan dan ook hand in hand. HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de metaalhandel.

Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "arbeiders" verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden. HOOFDSTUK II. - Sectoraal model werkbaar werk

Art. 2.§ 1. De ondernemingen onderzoeken welke maatregel(en) kan/kunnen worden genomen om de werkbaarheid binnen de onderneming te verhogen en houden hierbij in het bijzonder rekening met de onderstaande thema's : - Stress en burn-out; - Ergonomie; - Competentiebeleid en talentontwikkeling; - Opleidingsmogelijkheden voor werknemers en werkgevers; - Tewerkstelling oudere arbeiders verhogen; - Instroom arbeiders bevorderen. § 2. In ondernemingen met een vakbondsafvaardiging, gebeurt dit onderzoek in overleg met de bevoegde overlegorganen van de onderneming. Ondernemingen zonder vakbondsafvaardiging zullen dit onderzoek doen in overleg met de regionale vakbondssecretaris of de arbeiders. § 3. De implementatie van de in artikel 2, § 1 vermelde maatregel(en) zal in ondernemingen met een vakbondsafvaardiging gebeuren via een collectieve arbeidsovereenkomst. Een afschrift van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt overgemaakt aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de metaalhandel. De voorzitter bezorgt dit afschrift aan de sociale partners.

In ondernemingen zonder vakbondsafvaardiging zal de implementatie gebeuren na de melding van de maatregel(en) aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de metaalhandel. De voorzitter bezorgt de sociale partners een kopie van deze melding. § 4. De implementatie van andere dan in artikel 2, § 1 vermelde maatregel(en) kan gebeuren via een collectieve arbeidsovereenkomst of via een wijziging van het arbeidsreglement.

Art. 3.§ 1. EDUCAM krijgt de opdracht om de bestaande praktische instrumenten (toolbox) indien nodig te actualiseren of aan te vullen, zodat de ondernemingen voor elk van bovenstaande thema's kunnen beschikken over een gamma aan praktisch instrumenten die/dat zij op korte termijn kunnen inzetten. § 2. Om het werkbaar werk op ondernemingsvlak in het kader van het werkbaar werk beter te ondersteunen, zal EDUCAM : - zijn opleidingsaanbod en informatie-instrumenten werkbaar werk voor werknemers en werkgevers verder uitwerken; - op het niveau van de onderneming, zijn begeleidingsaanbod voor werkgevers verder ontwikkelen. § 3. EDUCAM zal ook op permanente wijze "best practices" in verband met werkbaar werk verzamelen en verspreiden. HOOFDSTUK III. - Instroom en tewerkstelling

Art. 4.Peterschap § 1. Elke onderneming heeft van 1 juli 2021 tot en met 30 juni 2023 recht op één peterschapsopleiding, georganiseerd door EDUCAM en die voor de arbeiders uiterlijk op 1 januari 2023 onder Vlaams Opleidingsverlof/betaald educatief verlof valt.

De onderneming die instaat voor de begeleiding van de arbeiders, bedoeld in artikel 6 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, heeft gedurende dezelfde periode een bijkomend recht op twee peterschaps-opleidingen, georganiseerd door EDUCAM. Ook de werkgever die instaat voor het peterschap, heeft recht op een peterschapsopleiding, georganiseerd door EDUCAM. Voor de toepassing van bovenstaande is de onderneming de juridische entiteit.

De bovenstaande opleiding geeft geen aanleiding tot het vormingskrediet zoals voorzien in artikel 9 en artikel 9bis van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 januari 2022 betreffende vorming en opleiding. § 2. In het kader van de peterschapsopleiding heeft de peter ook recht op een terugkommoment. Voor dit terugkommoment wordt aan de werkgever, vanaf 1 juli 2021 tot 30 juni 2023, een vormingskrediet toegekend van 100 EUR voor een terugkommoment van 8 uur en 50 EUR voor een terugkommoment van 4 uur, zoals voorzien in artikel 9bis van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 januari 2022 betreffende vorming en opleiding.

Indien de werkgever instaat voor het peterschap, is er voor een terugkommoment geen recht op het vormingskrediet zoals voorzien in artikel 9 en artikel 9bis van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 januari 2022 betreffende vorming en opleiding.

Art. 5.Opleidingsaanbod De werkgever die van 1 juli 2021 tot en met 30 juni 2023 een arbeider nieuw in de sector in dienst neemt met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur, heeft tijdens deze periode voor deze arbeider recht op vier opleidingsdagen uit het aanbod van EDUCAM. Deze arbeider heeft na zes maanden anciënniteit recht op één opleidingsdag door haar/hem te kiezen uit het aanbod van EDUCAM. Voor de bovengenoemde opleidingsdagen wordt de werkgever een vormingskrediet van 100 EUR per opleidingsdag toegekend, zoals voorzien in artikel 9bis van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 januari 2022 betreffende vorming en opleiding.

Art. 6.Opleidingsaanbod knelpuntberoepen § 1. De werkgever die van 1 juli 2021 tot en met 30 juni 2023 een arbeider in dienst neemt met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur in een knelpuntberoep kan tijdens deze periode een terugbetaling van de opleidingskosten van deze arbeider vragen aan EDUCAM ten belope van 1 000 EUR. Om als knelpunt te worden beschouwd, moet de functie op de lijst van de knelpuntberoepen van het beroepenobservatorium van EDUCAM staan.

De lijst van knelpuntberoepen zal worden bijgewerkt door het beroepenobservatorium van EDUCAM. De instroommaatregelen voor knelpuntberoepen zullen worden toegepast op basis van de geactualiseerde lijst. § 2. Wanneer de werkgever kan aantonen dat de in de eerste paragraaf vermelde aanwerving betrekking heeft op een functie die voldoet aan de omschrijving van servicetechnieker, wordt tijdens deze periode voorzien in een terugbetaling van opleidingskosten ten belope van 3 000 EUR. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder "servicetechniekers" verstaan : - Techniekers die een service leveren bij de klant of gebruiker zelf; - Met een belangrijke verplaatsingsgraad; - Die beschikken over een belangrijke uitrustingsgraad; - Met een hoge opleidingsgraad; - Die vaak instaan voor een bepaalde regio; - Die vaak gespecialiseerd zijn in bepaalde machines; - Met een grote onmisbaarheid in de organisatie van de onderneming; - Die in een aparte classificatiecategorie zijn opgenomen.

Bij de beoordeling van een dossier met betrekking tot de terugbetaling van de opleidingskosten van een servicetechnieker, zoals voorzien in dit artikel, wordt de definitie van servicetechnieker in zijn globaliteit bekeken. § 3. De in § 1 en § 2 vermelde bedragen van respectievelijk 1 000 of 3 000 EUR worden beschikbaar gemaakt bij EDUCAM. De werkgever die een arbeider in een knelpuntberoep aanwerft, zal ten bedrage van 1 000 EUR een recht hebben om de betrokken arbeider een door EDUCAM georganiseerde opleiding te laten volgen. Wanneer de onderneming de opleiding voor deze arbeider zelf organiseert en die opleiding door EDUCAM wordt erkend, zal de werkgever ten belope van 1 000 EUR een recht op tussenkomst in de opleidingskosten hebben. Het bedrag van 1 000 EUR wordt tot 3 000 EUR verhoogd bij aanwerving van een servicetechnieker in het kader van een knelpuntberoep.

De bedragen van 1 000 en 3 000 EUR zijn niet cumuleerbaar en komen bovenop het opleidingskrediet van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 januari 2022 over vorming en opleiding in de sector.

Wanneer een arbeider die aangeworven is in een knelpuntberoep doorgroeit tot servicetechnieker in de periode van 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2023, zal de werkgever tijdens deze periode alsnog aanspraak kunnen maken op het verhoogde bedrag van 3 000 EUR, waarop eventueel reeds opgenomen terugbetalingen worden in mindering gebracht tot een bedrag van ten hoogste 1 000 EUR. § 4. De praktische modaliteiten tot uitoefening van dit recht op terugbetaling van opleidingskosten worden in onderling overleg tussen de instanties van het "Sociaal Fonds voor de metaalhandel" en van EDUCAM vastgesteld.

Art. 7.Loopbaanbegeleiding Elke arbeider heeft het recht om ten minste één keer per vijf jaar tewerkstelling een loopbaangesprek te hebben met zijn werkgever.

De arbeider die als gevolg van het loopbaangesprek of op eigen initiatief een beroep doet op loopbaanbegeleiding, kan ten laste van het "Sociaal Fonds voor de metaalhandel" aanspraak maken op een terugbetaling.

Deze terugbetaling stemt overeen met de kostprijs van de door de arbeider bij de VDAB bestelde loopbaancheque(s). Voor arbeiders die geen recht hebben op loopbaancheques, bedraagt de tussenkomst maximum 80 EUR per periode van zes jaar.

Het "Sociaal Fonds voor de metaalhandel" wordt belast met de praktische uitwerking van de aanvraagprocedure en de betalingsmodaliteiten.

Art. 8.Zachte landingsbanen § 1. Dit artikel wordt gesloten in toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 104 van 27 juni 2012 over de uitvoering van een werkgelegenheidsplan oudere werknemers in de onderneming en van het koninklijk besluit van 9 januari 2018Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 09/01/2018 pub. 25/01/2018 numac 2018200294 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 19 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders sluiten tot wijziging van artikel 19 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders (Belgisch Staatsblad van 25 januari 2018). § 2. Met akkoord van de werkgever en op vrijwillige basis kunnen arbeiders van ten minste 58 jaar in het kader van hun eindeloopbaanplanning hun loopbaan wijzigen.

De loopbaanwijziging kan volgende vormen aannemen : - een overgang naar een alternatieve functie; - de aanstelling als peter in het kader van een peterschapstraject; - een overgang van een ploegen- of nachtregime naar een dagregime; - een overgang van een voltijdse tewerkstelling naar een 4/5de arbeidsregime.

Deze wijziging van de arbeidsvoorwaarden dient schriftelijk te worden vastgesteld en dient in te gaan op de eerste dag van de maand. Deze loopbaanwijziging kan zowel voor bepaalde als onbepaalde duur overeengekomen worden. § 3. Bij aanvang van de loopbaanwijziging heeft de arbeider de leeftijd van 58 jaar of ouder bereikt. Deze leeftijdsvereiste bedraagt 60 jaar of ouder voor de arbeider die overgaat van een voltijds naar een 4/5de arbeidsregime.

De arbeider moet voorafgaand aan de loopbaanwijziging bij zijn werkgever een anciënniteit hebben van minimaal 24 maanden in de vorige functie, in een ploegen of nachtregime, of in een voltijds arbeidsstelsel. De anciënniteitsvereiste van 24 maanden kan op het niveau van de onderneming of in overleg tussen werkgever en arbeider worden ingekort.

De loopbaanwijziging moet een vermindering van het inkomen van de arbeider tot gevolg hebben en de arbeider moet een betrekking behouden met minstens een effectieve tewerkstellingsbreuk van 4/5den. § 4. De arbeider die voldoet aan de in § § 2 en 3 bepaalde voorwaarden, heeft recht op een maandelijkse brutovergoeding die het verschil compenseert tussen het brutoloon na de loopbaanwijziging en het brutoloon voor normale prestaties van de maand voorafgaand aan de loopbaanwijziging, met een maximum van 162,43 EUR bruto per maand (bedrag op 1 december 2021).

De toekenning van de vergoeding mag niet tot ge volg hebben dat het nettoloon van de arbeider hoger is dan voor de loopbaanwijziging. In voorkomend geval wordt ze hiertoe begrensd.

De vergoeding wordt jaarlijks geïndexeerd volgens de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juni 2009 betreffende de loonvorming, en de in voege zijnde wettelijke bepalingen. § 5. De vergoeding kan niet worden gecumuleerd met onderbrekingsuitkeringen, toegekend in het kader van een tijdskrediet, een loopbaanvermindering, landingsbanen of thematische verlofregelingen. De vergoeding kan niet worden gecumuleerd met de vergoedingen toegekend op basis van artikel 16 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 december 2021 houdende wijziging en coördinatie van de statuten van het sociaal fonds. De vergoedingen voor verschillende vormen van loopbaanwijzingen kunnen niet worden gecumuleerd.

Het recht op vergoeding vervalt onmiddellijk bij de beëindiging van de arbeidsovereenkomst of bij de stopzetting van de overeengekomen loopbaanwijziging. § 6. De vergoeding is ten laste van het "Sociaal Fonds voor de metaalhandel". Het "Sociaal Fonds voor de metaalhandel" wordt belast met de praktische uitwerking van de aanvraagprocedure en de betalingsmodaliteiten.

Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juli 2021 met registratienummer 167007/CO/149.04 houdende wijziging en coördinatie van de statuten van het sociaal fonds wordt in die zin gewijzigd vanaf 1 december 2021 en dit voor bepaalde duur tot en met 30 juni 2023.

Evenwel zullen de arbeiders die ten laatste op 30 juni 2024 instappen in een zachte landingsbaan, hun recht op vergoeding behouden gedurende de gehele duur van de loopbaanwijziging.

Art. 9.Verhoging van de aanvullende vergoeding voor oudere zieken De aanvullende vergoeding voor oudere zieken, zoals bedoeld in artikel 12 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 december 2021 houdende wijziging en coördinatie van de statuten van het sociaal fonds, wordt vanaf 1 december 2021 verhoogd tot 8,46 EUR per volledige ziekte-uitkering en 4,22 EUR per halve ziekte-uitkering.

Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst van 2 december 2021 met registratienummer 170278/CO/149.04 houdende wijziging en coördinatie van de statuten van het sociaal fonds wordt in die zin gewijzigd vanaf 1 december 2021 en dit voor onbepaalde duur.

Art. 10.Employer branding EDUCAM krijgt de opdracht om sectorale onder steunende initiatieven te ontwikkelen in het kader van employer branding (bijvoorbeeld : opleiding ontwikkelen, promoten en aanbieden voor ambassadeurs, ondersteuning bieden bij een deelname aan job- en opleidingsbeurzen, opendeurdagen, enz.).

Art. 11.Flankerende maatregelen EDUCAM krijgt de opdracht het bestaande opleidingsaanbod door of van onderwijs en opleidings- operatoren voor servicetechniekers en de opleidingen in het kader van knelpuntberoepen verder te optimaliseren.

Art. 12.Samenwerking onderwijs EDUCAM heeft eveneens als taak om : - de samenwerking met alle mogelijke onderwijs- en opleidingsactoren na te streven om een aangepast onderwijs- en opleidingsaanbod te bekomen zodat op termijn aanzienlijk meer geschoolde instromers in de ondernemingen kunnen tewerk gesteld worden; - op regelmatige basis te rapporteren aan de bevoegde instanties van EDUCAM over de evolutie van deze samenwerking en voorstellen uit te werken indien de beoogde samenwerkingen met de bedoelde actoren niet tot bevredigende resultaten leiden.

Art. 13.Terugbetaling kosten kinderopvang § 1. Vanaf 1 januari 2019 tot 31 december 2021 kunnen arbeiders aanspraak maken op een terugbetaling van de kosten voor kinderopvang.

Deze terugbetaling bedraagt 3 EUR per dag/per kind, met een maximum van 300 EUR per jaar/per kind. § 2. Vanaf 1 januari 2022 tot 31 december 2024 kunnen arbeiders aanspraak maken op een terugbetaling van de kosten voor kinderopvang die in 2022 en 2023 plaatsvonden.

Deze terugbetaling bedraagt 4 EUR per dag/per kind, met een maximum van 400 EUR per jaar/per kind. § 3. De terugbetaling geldt voor de kosten voor op- vang van kinderen tot de leeftijd van 3 jaar in een gezins- of groepsopvang die wordt erkend door Kind & Gezin of l'Office de la Naissance et de l'Enfance. § 4. Het "Sociaal Fonds voor de metaalhandel" betaalt de kosten voor de kinderopvang terug op voorwaarde dat de arbeider op het moment van de aanvraag van de terugbetaling ressorteert onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de metaalhandel. § 5. De terugbetaling gebeurt op basis van het fiscaal attest met de uitgaven voor de kinderopvang waarop de dagen opvang worden vermeld voor het jaar voorafgaand aan het jaar waarin het attest werd uitgereikt.

Opmerking De collectieve arbeidsovereenkomst van 2 december 2021 met registratienummer 170278/CO/149.04 houdende wijziging en coördinatie van de statuten van het sociaal fonds werd in die zin gewijzigd vanaf 1 december 2021 en dit voor bepaalde duur tot en met 30 juni 2023. HOOFDSTUK IV. - Uitvoeringsmodaliteiten

Art. 14.Een eventuele actualisatie van het aanbod waarvan sprake in artikel 3, § 1 wordt gepubliceerd op de website van EDUCAM. De uitvoeringsmodaliteiten van de artikelen 4, 5 en 6 en de wijze van toekenning van de opleidingen in het kader van peterschap, instroom en tewerkstelling worden vastgesteld door de instanties binnen EDUCAM en worden gepubliceerd op de website van EDUCAM. EDUCAM meldt aan de ondernemingen hun vormingskrediet, waarvan sprake in artikel 9bis van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 januari 2022 inzake vorming en opleiding.

De uitvoeringsmodaliteiten worden gepubliceerd op de website van EDUCAM. HOOFDSTUK V. - Geldigheidsduur

Art. 15.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juli 2021 betreffende het werkbaar werk en instroom, geregistreerd onder het nummer 167263/CO/149.04 en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 17 november 2021Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 17/11/2021 pub. 28/12/2021 numac 2021204760 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juli 2021, gesloten in het Paritair Subcomité voor de metaalhandel, betreffende de wijziging en coördinatie van de statuten van het sociaal fonds type koninklijk besluit prom. 17/11/2021 pub. 05/01/2022 numac 2021205000 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juli 2021, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, tot wijziging en coördinatie van de statuten van het sociaal fonds sluiten.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 december 2021 en wordt gesloten voor onbepaalde duur, met uitzondering van : - artikels 2, 3, 4, 5, eerste lid, 6, 10, 11, 12 en 14 die buiten werking treden op 30 juni 2023; - artikel 5, tweede lid dat buiten werking treedt op 31 december 2023; - artikel 8 dat buiten werking treedt op 30 juni 2024; - artikel 13 dat buiten werking treedt op 31 december 2024.

Zij kan door één van de partijen opgezegd worden mits een opzegging van zes maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de metaalhandel en aan de ondertekenende organisaties.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 3 februari 2023.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE

^