Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 03 februari 2023
gepubliceerd op 30 maart 2023

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 april 2022, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, betreffende de toekenning van maaltijdcheques

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2023200094
pub.
30/03/2023
prom.
03/02/2023
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

3 FEBRUARI 2023. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeids overeenkomst van 27 april 2022Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 27/04/2022 pub. 21/10/2022 numac 2022033233 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 16 april 1997 tot uitvoering van artikel 80, § 1, 5°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, betreffende de toekenning van maaltijdcheques (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeids overeenkomst van 27 april 2022Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 27/04/2022 pub. 21/10/2022 numac 2022033233 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 16 april 1997 tot uitvoering van artikel 80, § 1, 5°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, betreffende de toekenning van maaltijdcheques.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 3 februari 2023.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf Collectieve arbeids overeenkomst van 27 april 2022Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 27/04/2022 pub. 21/10/2022 numac 2022033233 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 16 april 1997 tot uitvoering van artikel 80, § 1, 5°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten Toekenning van maaltijdcheques (Overeenkomst geregistreerd op 18 juli 2022 onder het nummer 174193/CO/109) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf en op de arbeid(st)ers die zij tewerkstellen. § 2. In afwijking van § 1, zijn de hoofstukken II en III niet van toepassing op de ondernemingen die tenten vervaardigen, behandelen, herstellen, onderhouden, verhuren, plaatsen of er handel in drijven. HOOFDSTUK II. - Algemene bepalingen

Art. 2.In overeenstemming met artikel 19bis, § 2 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders kunnen op ondernemingsvlak de nodige maatregelen genomen worden om het aantal maaltijdcheques vast te stellen op basis van de alternatieve telling zoals bedoeld in artikel 19bis, § 2, 2° van het voornoemde koninklijk besluit van 28 november 1969.

Voor alle werknemers wordt met het oog op de alternatieve telling het normale aantal arbeidsuren per dag van de maatpersoon vastgesteld op basis van een gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van 37,5 uur, zijnde 7,5 uur per dag.

Het maximum aantal werkbare dagen van de maatpersoon in het kwartaal wordt berekend op basis van het theoretisch aantal werkbare dagen in het betrokken kwartaal verminderd met de dagen van collectieve sluiting voor vakantie en inhaalrust arbeidsduurvermindering.

Wanneer de alternatieve telling wordt toegepast en wanneer de maatpersoon in de onderneming een arbeidsregime kent van 37,5 uren per week en 7,5 uren per dag, dan kan de alternatieve telling in de onderneming gebeuren op basis van dit artikel. Voor de andere gevallen stellen de ondertekenende partijen modellen ter beschikking.

Art. 3.Zowel voor de voltijdse als voor de deeltijdse werknemers wordt de arbeidstijd, vervangen door syndicale vorming overeenkomstig de collectieve arbeids overeenkomst van 26 mei 1997Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 26/05/1997 pub. 29/07/1997 numac 1997022455 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Verordening tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 december 1963 houdende verordening op de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen sluiten betreffende de sociale vorming en voorlichting, voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst gelijkgesteld met effectief gepresteerde arbeidstijd.

Art. 4.De elektronische maaltijdcheques worden iedere maand, in een of meer keren, gecrediteerd op de maaltijdchequerekening van de werknemer in functie van het aantal dagen van die maand waarop de werknemer vermoedelijk prestaties zal verrichten. De elektronische maaltijdcheques worden geacht te zijn toegekend aan de werknemer op het moment waarop diens maaltijdchequerekening wordt gecrediteerd.

Uiterlijk de laatste dag van de eerste maand die volgt op het kwartaal wordt het aantal cheques in overeenstemming gebracht met het aantal dagen waarop de werknemer tijdens het kwartaal prestaties heeft verricht.

Art. 5.De werknemer krijgt gratis een elektronische kaart ter beschikking gesteld. Het gebruik van de elektronische maaltijdcheques mag geen kosten voor de werknemer teweegbrengen, behalve in geval van diefstal of verlies onder de voorwaarden vast te stellen bij collectieve arbeidsovereenkomst op sectoraal of ondernemingsvlak, of in het arbeidsreglement wanneer de toekenning van de elektronische maaltijdcheques geregeld is door een individuele schriftelijke overeenkomst. In ieder geval kan de kost van de vervangende drager in geval van diefstal of verlies de nominale waarde van één elektronische maaltijdcheque niet overschrijden. HOOFDSTUK III. - Waarde van de maaltijdcheques

Art. 6.§ 1. In toepassing van de bepalingen van artikel 3 van de collectieve arbeids overeenkomst van 29 november 2007Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 29/11/2007 pub. 19/12/2007 numac 2007031531 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Verordening houdende de aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de agglomeratie Brussel voor het begrogtingsjaar 2007 type overeenkomst prom. 29/11/2007 pub. 19/12/2007 numac 2007031530 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Verordening houdende de aanpassing van de middelenbegroting van de agglomeratie Brussel voor het begrotingsjaar 2007 sluiten houdende akkoord van sociale vrede 2007/2009 (registratienummer 86666/CO/109) werd, met uitsluiting van de ondernemingen die toeleveren aan de auto-industrie en de ondernemingen die tenten vervaardigen, behandelen, herstellen, onderhouden, verhuren, plaatsen of er handel in drijven, met ingang van 1 juni 2009 een stelsel van maaltijdcheques ingevoerd overeenkomstig de bepalingen van artikel 19bis, § 2 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. Deze maaltijdcheque had een nominale waarde van 2,00 EUR per maaltijdcheque, waarbij de tussenkomst van de werkgever 0,91 EUR bedroeg en de tussenkomst van de werknemer 1,09 EUR bedroeg.

In de ondernemingen die reeds beschikten over een stelsel van maaltijdcheques werd de maaltijdcheque verhoogd met 0,91 EUR of met het verschil tussen het reeds toegekende bedrag en het maximum toegelaten bedrag dat is voorzien in artikel 19bis, § 2 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, indien dit verschil lager was dan 0,91 EUR, met ingang van 1 juni 2009.

In de ondernemingen waar de hiervoor bedoelde 0,91 EUR niet volledig onder de vorm van maaltijdcheques kon worden toegekend, diende voor het resterende saldo een gelijkwaardig voordeel te worden toegekend.

Dit stelsel dient te worden verder gezet. § 2. Met ingang van 1 april 2010 werd het bedrag van de werkgevertussenkomst in de maaltijdcheque verhoogd met 0,30 EUR. Vanaf 1 april 2010 heeft derhalve de minimale maaltijdcheque een nominale waarde van 2,30 EUR per maaltijdcheque, waarbij de tussenkomst van de werkgever 1,21 EUR bedraagt en de tussenkomst van de werknemer 1,09 EUR bedraagt.

In de ondernemingen die op 31 maart 2010 reeds beschikten over een stelsel van maaltijdcheques met een nominale waarde hoger dan 2,00 EUR werd de maaltijdcheque vanaf 1 april 2010 verhoogd met 0,30 EUR of met het verschil tussen het reeds toegekende bedrag en het maximum toegelaten bedrag dat is voorzien in artikel 19bis, § 2 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders.

In de ondernemingen waar de hiervoor bedoelde verhoging met 0,30 EUR op 1 april 2010 niet volledig onder de vorm van maaltijdcheques kon worden toegekend, diende voor het resterende saldo met ingang van 1 april 2010 een gelijkwaardig voordeel te worden toegekend.

Dit stelsel dient te worden verder gezet. § 3. Met ingang van 1 april 2012 werd het bedrag van de werkgevertussenkomst in de maaltijdcheque verhoogd met 0,50 EUR. Vanaf 1 april 2012 heeft derhalve de minimale maaltijdcheque een nominale waarde van 2,80 EUR per maaltijdcheque, waarbij de tussenkomst van de werkgever 1,71 EUR bedraagt en de tussenkomst van de werknemer 1,09 EUR bedraagt.

In de ondernemingen waar de hiervoor bedoelde verhoging met 0,50 EUR op 1 april 2012 niet of niet volledig onder de vorm van maaltijdcheques kon worden toegekend, dient voor het resterende saldo met ingang van 1 april 2012 een gelijkwaardig voordeel te worden toegekend.

In de ondernemingen die tenten vervaardigen, behandelen, herstellen, onderhouden, verhuren, plaatsen of er handel in drijven en die nog geen maaltijdcheques toekennen, diende de verhoging met 0,30 EUR op 1 april 2010 te worden vervangen door een gelijkwaardig voordeel. Dit stelsel kan worden verder gezet, met dien verstande dat in dat geval op 1 april 2012 eveneens een bijkomend voordeel dient te worden toegekend dat gelijkwaardig is aan de verhoging van de maaltijdcheque met 0,50 EUR, bedoeld in deze paragraaf.

De gelijkwaardige voordelen, toegekend in verband met het sectorale stelsel van maaltijdcheques en zoals bedoeld in de voorgaande collectieve arbeidsovereenkomsten in dat verband, dienen verder te worden toegekend.

Dit stelsel dient te worden verder gezet. § 4. Met ingang van 1 januari 2016 werd het bedrag van de werkgevertussenkomst in de maaltijdcheque verhoogd met 1,00 EUR. Vanaf 1 januari 2016 heeft derhalve de minimale maaltijdcheque een nominale waarde van 3,80 EUR per maaltijdcheque, waarbij de tussenkomst van de werkgever 2,71 EUR bedraagt en de tussenkomst van de werknemer 1,09 EUR bedraagt.

In de ondernemingen waar de hiervoor bedoelde verhoging met 1,00 EUR op 1 januari 2016 niet of niet volledig onder de vorm van maaltijdcheques kon worden toegekend, dient voor het resterende saldo met ingang van 1 januari 2016 een gelijkwaardig voordeel te worden toegekend.

In de ondernemingen die tenten vervaardigen, behandelen, herstellen, onderhouden, verhuren, plaatsen of er handel in drijven en die nog geen maaltijdcheques toekennen, diende de verhoging met 0,30 EUR op 1 april 2010 te worden vervangen door een gelijkwaardig voordeel. In dat geval kon op 1 april 2012 eveneens een bijkomend voordeel worden toegekend dat gelijkwaardig was aan de verhoging van de maaltijdcheque met 0,50 EUR op die datum. Dit stelsel kan worden voortgezet met dien verstande dat dan op 1 januari 2016 een gelijkwaardig voordeel voor de in de eerste alinea bedoelde verhoging van de maaltijdcheque met 1,00 EUR moet worden toegekend.

De gelijkwaardige voordelen, toegekend in verband met het sectorale stelsel van maaltijdcheques en zoals bedoeld in de voorgaande collectieve arbeidsovereenkomsten in dat verband, dienen verder te worden toegekend.

Dit stelsel dient te worden verder gezet. § 5. Met ingang van 1 september 2019 werd het bedrag van de werkgeverstussenkomst in de maaltijdcheque verhoogd met 0,50 EUR. Vanaf 1 september 2019 heeft derhalve de minimale maaltijdcheque een nominale waarde van 4,30 EUR per maaltijdcheque, waarbij de tussenkomst van de werkgever 3,21 EUR bedraagt en de tussenkomst van de werknemer 1,09 EUR bedraagt.

In de ondernemingen waar deze verhoging met 0,50 EUR niet onder de vorm van maaltijdcheques kon worden toegekend, omdat op 1 september 2019 het maximum toegelaten bedrag van 8,00 EUR zoals voorzien in de socialezekerheidswetgeving reeds bereikt was, werden de effectieve en baremieke brutolonen ter compensatie verhoogd met 1,1 pct. in plaats van 0,85 pct. met ingang van 1 september 2019 of werden gelijkwaardige voordelen toegekend.

In de ondernemingen waar deze verhoging met 0,50 EUR niet volledig onder de vorm van maaltijdcheques kon worden toegekend, omdat het bedrag van de maaltijdcheque 7,50 EUR reeds overschreed, werden de effectieve en baremieke brutolonen verhoogd met een percentage dat dit saldo vertegenwoordigd volgens dezelfde logica zoals hierboven beschreven in lid 3 met ingang van 1 september 2019 of werden gelijkwaardige voordelen toegekend.

In de ondernemingen die tenten vervaardigen, behandelen, herstellen, onderhouden, verhuren, plaatsen of er handel in drijven en die nog geen maaltijdcheques toekennen, diende de verhoging met 0,30 EUR op 1 april 2010 te worden vervangen door een gelijkwaardig voordeel. In dat geval kon op 1 april 2012 eveneens een bijkomend voordeel worden toegekend dat gelijkwaardig was aan de verhoging van de maaltijdcheque met 0,50 EUR op die datum. Vervolgens diende de verhoging van de maaltijdcheque met 1,00 EUR op 1 januari 2016 te resulteren in een gelijkwaardig voordeel. Dit stelsel kan worden voortgezet met dien verstande dat dan op 1 september 2019 een gelijkwaardig voordeel voor de verhoging van de maaltijdcheque met 0,50 EUR zoals vermeld in het eerste lid moest worden toegekend.

De gelijkwaardige voordelen, toegekend in verband met het sectorale stelsel van maaltijdcheques en zoals bedoeld in de voorgaande collectieve arbeidsovereenkomsten in dat verband, dienen verder te worden toegekend.

Dit stelsel dient te worden verder gezet. HOOFDSTUK IV. - Eindbepalingen

Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2022 en is gesloten voor onbepaalde duur. Zij vervangt, met ingang van 1 januari 2022, de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 december 2021 houdende toekenning van maaltijdcheques (171541/CO/109).

Zij kan, met een opzeggingstermijn van drie maanden, per aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf en aan de in dit paritair comité vertegenwoordigde organisaties, door één van de partijen worden opgezegd.

Art. 8.Overeenkomstig artikel 14 van de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités worden, voor wat betreft de ondertekening van deze collectieve arbeidsovereenkomst, de handtekeningen van de personen die deze aangaan namens de werknemersorganisaties enerzijds en namens de werkgeversorganisaties anderzijds, vervangen door de, door de voorzitter en de secretaris ondertekende en door de leden goedgekeurde notulen van de vergadering.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 3 februari 2023.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE

^