Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 03 februari 2012
gepubliceerd op 16 februari 2012

Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 59septies en octies van de programmawet van 2 januari 2001 wat het sociaal akkoord 2011 voor de non-profit sector betreft

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2012022054
pub.
16/02/2012
prom.
03/02/2012
ELI
eli/besluit/2012/02/03/2012022054/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

3 FEBRUARI 2012. - Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 59septies en octies van de programmawet van 2 januari 2001 wat het sociaal akkoord 2011 voor de non-profit sector betreft


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de programmawet van 2 januari 2001, artikel 59septies en octies;

Gelet op het advies van de Commissie voor Begrotingscontrole van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, uitgebracht op 9 november 2011;

Gelet op het advies van het Verzekeringscomité van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, uitgebracht op 28 november 2011;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 6 december 2011;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting gegeven op 4 januari 2012;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat dit besluit dringend genomen en bekendgemaakt moet worden aangezien de financiële middelen die voorzien zijn in het budget binnen de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging, in uitvoering van het sociaal akkoord dat in 2011 voor de non-profit sector werd gesloten zo snel als mogelijk moeten toegekend worden;

Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° de wet : de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;2° RIZIV : het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering zoals bedoeld in artikel 10 van de wet;3° Dienst : de Dienst voor Geneeskundige Verzorging van het RIZIV; 4° IF.IC : het Instituut Functieclassificatie VZW, met zetel Handelskaai 48 te 1000 Brussel (KBO-nummer 0477 684 319); 5° VTE : voltijds equivalent.

Art. 2.§ 1. Het RIZIV kent jaarlijks een financiële tegemoetkoming van maximum 275.000 euro toe aan het IF.IC voor de tewerkstelling van 1 VTE loontrekkend coördinator en van 4 VTE ander loontrekkend administratief personeel. Het gaat om loontrekkend personeel aangeworven door IF.IC voor de uitbouw en onderhoud van een functieclassificatiesysteem voor het personeel in de instellingen die vallen onder de private federale gezondheidssectoren, zoals omschreven in de akkoorden betreffende de federale gezondheidssectoren die in 2005 en 2011 werden gesloten tussen de sociale partners en de Ministers van Sociale Zaken en Volksgezondheid en van Werk. § 2. De financiële tegemoetkoming voor 1 VTE coördinator en maximum 4 VTE ander personeel zal berekend worden op basis van de periodes van tewerkstelling (begin- en/ of einddatum) van de verschillende personeelsleden en rekening houdende met de elementen die zijn opgenomen in artikel 4, zonder dat het maximum zoals bedoeld in § 1 en geïndexeerd volgens de bepalingen van artikel 9, kan worden overschreden. § 3. Het IF.IC kan autonoom beslissen om het VTE van de coördinator te verdelen over meer dan een persoon maar kan op jaarbasis geen financiering ontvangen voor meer dan 1 VTE. Deze coördinator kan niet deeltijds de rol van coördinator vervullen en tegelijkertijd deeltijds deel uitmaken van de andere groep van 4 VTE personeelsleden. § 4. Het IF.IC kan autonoom beslissen om de 4 VTE administratief personeel te verdelen over meer dan 4 personeelsleden

Art. 3.§ 1. De financiële tegemoetkoming vermeld in artikel 2 dekt enkel de elementen van de loonkost die zijn opgesomd in artikel 4 en die betrekking hebben op de effectief uitgevoerde prestaties en op de gelijkgestelde prestaties zoals die zijn omschreven door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. Andere kosten dan deze vermeld in artikel 4 kunnen niet in aanmerking genomen worden bij de bepaling van het bedrag van de tegemoetkoming. § 2. Eventuele subsidies verleend door andere overheidsdiensten en voor de voltijds equivalenten zoals bedoeld in dit besluit, worden in mindering gebracht op de totale tegemoetkoming berekend volgens artikel 4 van a) tot en met l).

Art. 4.§ 1. De tegemoetkoming zoals bedoeld in artikel 2, § 1 wordt berekend op basis van de volgende kostprijselementen en die effectief door IF.IC worden ten laste genomen : a) het bruto maandloon;b) de eventuele haard- of standplaatstoelage;c) de eventuele vergoeding voor de onregelmatige prestaties volgens de collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het paritair comité 330;d) het dubbel vakantiegeld (maximaal 92 % van het bruto maandloon, inclusief de onregelmatige prestaties en de haard- of standplaatstoelage);e) de eventuele eindejaarspremie berekend volgens de geldende collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het paritair comité 330;f) de patronale lasten;g) de jaarlijkse premies die zijn voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomsten, gesloten in het paritair comité 330;h) de wettelijk voorziene tussenkomst in de arbeidsongevallenverzekering;i) een tussenkomst in de kost voor sociaal secretariaat;j) jeen tussenkomst in de kost voor de interbedrijfsgeneeskundige dienst;k) de wettelijk voorziene tussenkomst in de kost voor verplaatsingen van en naar het werk; l) de eventuele andere voordelen die zijn voorzien in CAO's die van toepassing zijn op het personeel van IF.IC. § 2. De tegemoetkoming is niet verschuldigd voor personeelsleden die onder de toepassing vallen van de « sociale maribel » in toepassing van het koninklijk besluit van 18 juli 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/07/2002 pub. 22/08/2002 numac 2002022549 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid en ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector sluiten houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector.

Art. 5.Het IF.IC bezorgt jaarlijks de volgende documenten aan de Dienst voor het voorbije kalenderjaar. Een kalenderjaar begint steeds op 1 januari van een jaar en eindigt op 31 december van dat jaar. Deze documenten dienen voor 1 april van het jaar volgend op het kalenderjaar bij de Dienst toe te komen. 1° een jaarverslag dat de werking van het IF.IC in de volgende facetten beschrijft : a) Organigram van het IF.IC; b) Openingsuren van het IF.IC; c) Omschrijving van de uitgevoerde federale opdrachten van het IF.IC in het kader van de uitbouw en onderhoud van een functieclassificatiesysteem voor de federale gezondheidssectoren, zoals omschreven in de sociale akkoorden die in 2005 en 2011; d) Overzicht van de eventuele studies en publicaties uitgevoerd door het IF.IC; e) Jaarrekening. 2°. Gedetailleerde uitgavenstaat met de gegevens vermeld in artikel 4 § 1 per persoon van degenen die zijn bedoeld in artikel 2. Aan de hand van deze staat zal de definitieve tegemoetkoming voor een kalenderjaar bepaald worden zoals bedoeld in artikel 2, § 2. 3°. op verzoek van de Dienst, een kopie van de contracten en/of een afschrift van de RSZ-aangifte betreffende de personeelsleden aangeworven in het kader van dit besluit. 4°. Op verzoek van de Dienst : de gegevens per persoon van degenen die zijn bedoeld in artikel 2 : een overzicht per trimester van, a) in het geval van een voltijds contract :het aantal gepresteerde en/of gelijkgestelde dagen voor de prestaties geleverd in het kader van de werking van het IF.IC; b) in het geval van een deeltijds contract : het aantal gepresteerde en/of gelijkgestelde uren voor de prestaties geleverd in het kader van de werking van het IF.IC; c) in het geval van een voltijds contract, het aantal niet-gelijkgestelde dagen voor de prestaties geleverd in het kader van de werking van het IF.IC; d) de berekening van het VTE waarop de tegemoetkoming berekend wordt, gebeurt volgens volgende formules : - Het voltijds equivalent van het personeelslid wordt als volgt bepaald : 1) Voor de periode van voltijdse tewerkstelling : Het voltijds equivalent per trimester tx = [(P/(P+NP)) x (d1/d2)] waarbij : P = aantal gepresteerde en het aantal gelijkgestelde dagen in trimester tx NP = aantal niet gelijkgestelde dagen in trimester tx d1 = aantal kalenderdagen van voltijdse tewerkstelling d2 = aantal kalenderdagen in het trimester 2) Het voltijds equivalent voor deeltijds werkende personeelsleden : Het voltijds equivalent per trimester tx = [P/H] - Het voltijds equivalent van het personeelslid wordt als volgt bepaald : waarbij : P = aantal gepresteerde en/of geassimileerde uren tijdens het trimester, met uitsluiting van het aantal uren van voltijdse tewerkstelling zoals bedoeld onder punt 1) H = aantal dagen van maandag tot vrijdag, gedurende het trimester, vermenigvuldigd met 7,6 uur per dag Het voltijds equivalent voor het volledige jaar is gelijk aan het totaal van de VTE per trimester, gedeeld door 4.

Art. 6.§ 1. Voor een lopend kalenderjaar, maar met uitzondering van 2011, stort het RIZIV tegen 30 juni op het bankrekeningnummer van IF.IC en voor zover IF.IC aan de hand van de documenten bedoeld in artikel 5 bewijst dat het IF.IC de VTE zoals bedoeld in artikel 2 in dienst heeft, een voorschot dat gelijk is aan het aantal aangeworven VTE vermenigvuldigd met 55.000 euro. Bij de betaling van dit voorschot wordt desgevallend het verschil tussen het voorschot dat werd gestort voor het vorig kalenderjaar en de werkelijke kost voor de 5 VTE, berekend op basis van de elementen zoals bedoeld in artikel 4 en aan de Dienst meegedeeld volgens de bepalingen van artikel 5, in mindering gebracht. § 2. Voor het kalenderjaar 2011 stort het RIZIV na publicatie van dit besluit en nadat de Dienst van IF.IC kopie heeft gekregen van de contracten, een voorschot dat gelijk is aan 55.000 euro vermenigvuldigd met het aantal VTE zoals blijkt uit de contracten. § 3. Het RIZIV betaalt de tegemoetkomingen aan het IF.IC, op het rekeningnummer waarvoor IF.IC aan de Dienst de naam en het volledig adres van de rekeninghouder meedeelt.

Art. 7.De Dienst wordt belast met de controle op de juistheid van de door de IF.IC meegedeelde gegevens.

Art. 8.De kost van de in artikel 6 bedoelde tegemoetkomingen wordt ten laste gelegd van de globale begroting van financiële middelen van het RIZIV.

Art. 9.De in dit besluit vermelde bedragen worden gekoppeld aan het spilindexcijfer 114,97 (basis 2004 = 100) en worden aangepast in overeenstemming met de bepalingen van de wet van 1 maart 1977Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/03/1977 pub. 05/03/2009 numac 2009000107 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld.

Art. 10.Dit besluit heeft uitwerking met ingang op 1 januari 2011.

Art. 11.Dit besluit houdt op uitwerking te hebben bij de stopzetting van de activiteiten vermeld in artikel 5, 1°, c) of indien de Dienst vaststelt dat aan het geheel van alle voorwaarden vermeld in dit besluit niet meer voldaan is. De beslissing tot stopzetting van de tegemoetkoming wordt per aangetekende brief ter kennis gebracht aan de voorzitter van de VZW die het IF.IC beheert.

Art. 12.De Minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 3 februari 2012.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen, Mevr. L. ONKELINX

^