gepubliceerd op 12 maart 1998
Koninklijk besluit betreffende de Schatkistbons uitgedrukt in vreemde munt
3 FEBRUARI 1998. Koninklijk besluit betreffende de Schatkistbons uitgedrukt in vreemde munt
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 19 december 1997 houdende de Rijksmiddelenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, inzonderheid op artikel 7;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat krachtens de wet van 19 december 1997 houdende de Rijksmiddelenbegroting voor het begrotingsjaar 1998, de Koning fiscale vrijstellingen kan verlenen teneinde de plaatsing van Staatsleningen in het buitenland te bevorderen;
Overwegende dat de uitgiftevoorwaarden van Schatkistbons uitgedrukt in vreemde munt het gebruik voorzien van een vereffenings-stelsel dat hoofdzakelijk gericht is op de plaatsing van Schatkistbons bij buitenlandse professionele beleggers;
Overwegende dat het huidig fiscaal regime deel uitmaakt van de uitgiftevoorwaarden van de Schatkistbons uitgedrukt in vreemde munt en dat het belang van de overheidsfinanciën vereist dat de Schatkist onmiddellijk kan doorgaan met de uitgifte van dit product en dat bijgevolg dit besluit onverwijld dient te worden genomen;
Op de voordracht van Onze Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.§ 1. Er wordt afgezien van de inning van de roerende voorheffing op de inkomsten van de Schatkistbons uitgedrukt in vreemde munt die betaald of toegekend werden aan financiële instellingen of de hiermee gelijkgestelde ondernemingen en in het algemeen aan professionele beleggers, en op de inkomsten verkregen naar aanleiding van verrichtingen in deze effecten door diezelfde beleggers. § 2. De hoedanigheid van professionele belegger wordt bepaald door de wet van de Staat waar de belegger zijn activiteit uitoefent. § 3. Wat betreft de inkomsten van de Schatkistbons uitgedrukt in vreemde munt die zouden gehouden worden door Belgische verblijfhouders, kan de vrijstelling van roerende voorheffing echter alleen worden verleend aan de financiële instellingen of de hiermee gelijkgestelde ondernemingen en de professionele beleggers bedoeld in artikel 105, 1° en 3° van het koninklijk besluit van 27 augustus 1993 ter uitvoering van het Wetboek van inkomstenbelastingen op de inkomsten van 1992.
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1998.
Art. 3.Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 3 februari 1998.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister, en Minister van Financiën en van Buitenlandse Handel, Ph. MAYSTADT