gepubliceerd op 23 december 2019
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juli 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de steenbakkerij, betreffende de vorming
3 DECEMBER 2019. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juli 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de steenbakkerij, betreffende de vorming (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de steenbakkerij;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juli 2019, gesloten in het Paritair Comité voor de steenbakkerij, betreffende de vorming.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 3 december 2019.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, N. MUYLLE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de steenbakkerij Collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juli 2019 Vorming (Overeenkomst geregistreerd op 6 augustus 2019 onder het nummer 153285/CO/114) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de steenbakkerij.
De termen "arbeider", "hij", "zijn",... verwijzen naar arbeiders en arbeidsters.
Art. 2.Onderhavige nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst terzake wordt gesloten ter uitvoering van de wet van 5 maart 2017Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/03/2017 pub. 15/03/2017 numac 2017011012 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet betreffende werkbaar en wendbaar werk sluiten betreffende werkbaar en wendbaar werk, hoofdstuk 2, afdeling 1 "investeren in opleiding". HOOFDSTUK II. - Inhoud van de vorming
Art. 3.Wanneer arbeiders in dienst komen van een in artikel 1 bedoelde onderneming, zal bijzondere aandacht worden besteed aan de veiligheid bij het onthaal van deze nieuwe arbeiders. Een basisopleiding in de veiligheidsaspecten dient plaats te hebben binnen de eerste week van de tewerkstelling. Deze veiligheidsopleiding staat in functie tot de taak en de opdracht van de arbeider. Vooreerst zal een veiligheidsinitiatie in de directe omgeving van de werkpost worden gegeven, vervolgens zal de veiligheidsproblematiek van de gehele onderneming aan bod komen en dit in overleg met de preventieadviseur en de leden van het comité voor preventie en bescherming op het werk (desgevallend de syndicale afvaardiging). Dit onthaal geldt ook in geval van arbeidsovereenkomsten voor een bepaalde tijd en contracten van uitzendarbeid.
Art. 4.De permanente vorming wordt georganiseerd om de werkgelegenheid van de arbeiders binnen de onderneming zo maximaal mogelijk te garanderen en hun kansen op de arbeidsmarkt te verbeteren.
Art. 5.Door het specifieke karakter van de industriële activiteiten, dient de problematiek van de vorming op een adequate wijze te worden uitgewerkt.
Gezien de toenemende graad van specialisatie bij het bedienen, onderhouden en herstellen van de productiemachines en installaties (ovens en droogkamers), is het aangewezen dat de opleiding en permanente vorming in hoofdzaak ter plaatse, in de bedrijven, plaatsvindt. Vooral de fase waarin nieuwe machines en installaties worden geplaatst en op punt gesteld is hierin belangrijk.
Gezien de wenselijkheid van een hoge graad van polyvalentie en inzetbaarheid van de arbeiders, is het aangewezen de bediening, het onderhoud en het herstellen van deze machines en installaties aan zoveel mogelijk arbeiders aan te leren.
Hierbij wordt gestreefd naar een ruime betrokkenheid van alle arbeiders, niet alleen deze wiens functie rechtstreeks verband houdt met productie, onderhoud en herstelling, maar ook de arbeiders betrokken bij ontginning, vervoer en voorbereiding van de grondstoffen, bij intern en extern transport en andere algemene of specifieke taken. HOOFDSTUK III. - Aantal vormingsdagen
Art. 6.De dagen die reeds werden voorzien zijn : - Een opleidingsinspanning van 2 dagen gemiddeld in de sector per jaar en per voltijds equivalent gedurende de periode 2017-2018.
De dagen die worden voorzien zijn : - Een verhoging van het aantal opleidingsdagen met één dag vanaf het jaar 2019 en nogmaals met één dag vanaf het jaar 2021. Daardoor bedraagt de opleidingsinspanning vanaf het jaar 2021 4 dagen gemiddeld in de sector per jaar en per voltijds equivalent.
De verwezenlijking draagt bij aan de doelstelling van gemiddeld 5 opleidingsdagen per jaar per voltijds equivalent op interprofessioneel niveau.
Art. 7.De praktische verwezenlijking wordt uitgewerkt op het vlak van de ondernemingen van de sector zoals onder meer beschreven in de artikelen 3 tot 5.
De opleiding en vorming gegeven aan arbeiders tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst voor een bepaalde tijd of een contract van uitzendarbeid, waarvan de werkgever de kosten draagt, komt in aanmerking.
Gezien het specifieke karakter van de industriële activiteiten en het belang van de fases waarin nieuwe machines en installaties worden geplaatst of verbeterd, kan de jaarlijkse inspanning benaderd worden op basis van een tweejaarlijks gemiddelde. HOOFDSTUK IV. - Werkgroep
Art. 8.Een paritair samengestelde werkgroep zal het vormingsthema opvolgen. De werkgroep staat in voor de opvolging, de evaluatie en de sturing van de vorming in de bedrijven en de sector in het algemeen, en de praktische verwezenlijking van de vorming in de bedrijven in het bijzonder.
Art. 9.Een systeem voor collectieve vormingsrapportering en opleidingsplanning werd eerder door de werkgroep uitgewerkt.
Aan de hand van deze vormingsrapporten en opleidingsplannen zal nagegaan worden in hoeverre de vormingsinspanningen toereikend zijn en in welke mate kan bijgedragen worden tot een betere organisatie van de vorming in de bedrijven. HOOFDSTUK V. - Geldigheid
Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor een bepaalde duur. Ze treedt in werking op 1 januari 2019 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2020.
Zij wordt neergelegd ter Griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg en de algemeen verbindende kracht bij koninklijk besluit wordt gevraagd.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 3 december 2019.
De Minister van Werk, N. MUYLLE