Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 03 december 2006
gepubliceerd op 08 januari 2007

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de beursvennootschappen, betreffende de opleiding

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2006203842
pub.
08/01/2007
prom.
03/12/2006
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

3 DECEMBER 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de beursvennootschappen, betreffende de opleiding (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de beursvennootschappen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de beursvennootschappen, betreffende de opleiding.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 3 december 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de beursvennootschappen Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 2006 Opleiding (Overeenkomst geregistreerd op 23 juni 2006 onder het nummer 80156/CO/309)

Artikel 1.Toepassingsgebied Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen die onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de beursvennootschappen (309) vallen.

Art. 2.Soorten opleidingen Overeenkomstig de geldende collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de risicogroepen wordt de bijdrage van 0,10 pct. van de loonmassa aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, en die door deze dienst wordt doorgestort aan het "Paritair Fonds ten voordele van de risicogroepen voor de beursvennootschappen", dat opgericht werd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 1999 tot oprichting van een "Paritair Fonds ten voordele van de risicogroepen voor de beursvennootschappen" en tot vaststelling van zijn statuten, toegewezen aan volgende vormingen ten behoeve van personen die worden beschouwd als behorende tot de risicogroepen : 1) taalopleidingen;2) financiële opleidingen;3) vormingen die het vakmanschap van personen die tot de risicogroepen behoren, bevorderen, hun marktpositie versterken en beantwoorden aan de noden van de onderneming;4) opleidingen die begeleiden in een heroriëntering op de arbeidsmarkt.

Art. 3.Financiering van de opleidingen De in artikel 2 vermelde opleidingen zullen per firma gefinancierd worden door het "Paritair Fonds ten voordele van de risicogroepen voor de beursvennootschappen" in functie van de gestorte bijdragen over de voorgaande kalenderjaren.

Art. 4.Opleidingscomité Er wordt een opleidingscomité opgericht dat paritair wordt samengesteld uit drie werkgeversvertegenwoordigers en drie werknemersvertegenwoordigers. De leden worden gekozen uit de leden van het Paritair Comité voor de beursvennootschappen, voor een duur van drie jaar.

De opdrachten van het opleidingscomité ter ondersteuning van een professioneel opleidingsbeleid zijn de volgende : - het onderzoeken en voorafgaandelijk goed- of afkeuren van de ingediende opleidingsaanvragen; - het formuleren van voorstellen inzake vormingsinitiatieven.

Art. 5.Individuele opleidingsprojecten binnen de onderneming Buiten de in artikel 2 geciteerde opleidingen voor risicogroepen kan elke onderneming een individueel opleidingsproject indienen bij het opleidingscomité.

Het individueel opleidingsproject vermeldt de inhoud van de geplande vorming, de betrokken werknemers, de voorziene duur en de kostprijs.

Elk project moet, aan de hand van de nodige documenten, minimum twee maanden voor de opleiding plaatsvindt aan het opleidingscomité voorgesteld worden.

Art. 6.Financiering van de individuele opleidingsprojecten Elk goedgekeurd individueel opleidingsproject komt in aanmerking voor een financiële tegemoetkoming. De tussenkomst wordt beperkt tot 50 pct. van de werkelijke opleidingskosten en wordt gedaan na voorlegging van de reeds vereffende factuur.

Art. 7.Geldigheidsduur Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2006 en treedt buiten werking op 31 december 2008.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 3 december 2006.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

^