gepubliceerd op 29 december 2003
Koninklijk besluit houdende hervorming van de bijzondere loopbaan van sommige ambtenaren bij het Nationaal Geografisch Instituut
3 DECEMBER 2003. - Koninklijk besluit houdende hervorming van de bijzondere loopbaan van sommige ambtenaren bij het Nationaal Geografisch Instituut
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 11, § 1, vervangen bij de wet van 22 juli 1993 en gewijzigd bij de wet van 24 december 2002;
Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling van het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 3, § 1, 5°, hersteld bij het koninklijk besluit van 5 september 2002;
Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 3, § 1, 3°, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 10 mei 1976 en 5 september 2002 en 4°, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 10 april 1995 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 5 september 2002, en op artikel 7, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 mei 1976 en de wet van 22 juli 1993;
Gelet op het koninklijk besluit van 1 juli 1997 houdende vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren van het Nationaal Geografisch Instituut, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 december 2001;
Gelet op het koninklijk besluit van 1 juli 1997 tot vaststelling van de weddenschalen voor de bijzondere graden van het Nationaal Geografisch Instituut, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 december 2001, 2 augustus 2002 en 20 februari 2003;
Gelet op het advies van de Directieraad van 17 december 2002;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 13 januari 2003;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 21 maart 2003;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 3 april 2003;
Gelet op het protocol nr. 34/1 van 7 november 2003 van het Sectorcomité XIV;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de Copernicushervorming tot doel heeft de federale overheidsdienst om te vormen tot een dynamische organisatie die niet alleen een betere dienstverlening aan de gebruiker beoogt maar ook een betere werkgever wil zijn;
Overwegende dat een radicale verandering van de oriëntatie in het personeelsbeleid één van de pijlers is van de genoemde hervorming en dat de modernisering van de loopbanen van de ambtenaren hiervan een essentieel element uitmaakt;
Overwegende dat de hervorming van de bijzondere loopbanen van het personeel bij het Nationaal Geografisch Instituut zo vlug mogelijk moet worden gerealiseerd, overeenkomstig de bepalingen van het voornoemd koninklijk besluit van 5 september 2002;
Op de voordracht van Onze Minister van Begroting en van Onze Minister van Landsverdediging, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Loopbanen van niveau 1 Afdeling 1. - Administratieve bepalingen
Artikel 1.Bij het Nationaal Geografisch Instituut komen de volgende bijzondere graden in niveau 1 voor : administrateur-generaal, adjunct-administrateur-generaal, geograaf-directeur, geograaf, rechtskundig adviseur (vlakke loopbaan in uitdoving), adjunct-rechtskundig adviseur (vlakke loopbaan in uitdoving).
Art. 2.§ 1. De graad van rechtskundig adviseur (vlakke loopbaan in uitdoving) kan slechts worden toegekend aan de ambtenaren die titularis zijn van de graad van adjunct-rechtskundig adviseur (vlakke loopbaan in uitdoving). Deze bevordering wordt toegekend volgens de regels van de vlakke loopbaan. § 2. In afwijking van artikel 65, § 1, van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de beoordeling en de loopbaan van het Rijkspersoneel, kunnen zij slechts bevorderd worden wanneer zij ten minste achttien jaar graadanciënniteit hebben in de graad van adjunctrechtskundig adviseur (vlakke loopbaan in uitdoving). Afdeling 2. - Geldelijke bepalingen
Art. 3.Aan de graad van administrateur-generaal (rang 16) wordt de weddenschaal 16 A verbonden.
Art. 4.De adjunct-administrateur-generaal bekomt de volgende weddenschaal : 46.166,59 - 60.881,62 11/2 x 1.337,73 (Kl. 24 j.-N.1-G.B)
Art. 5.§ 1. Aan de graad van geograaf-directeur (rang 13) wordt de weddenschaal 13 C verbonden; § 2. De geograaf-directeur die ten minste drie jaar graadanciënniteit heeft kan, voor zover er vacante betrekkingen zijn, de weddenschaal 13 D bekomen.
Art. 6.§ 1. Aan de graad van geograaf (rang 10) wordt de weddenschaal 10 A verbonden. § 2. De geograaf die vier jaar graadanciënniteit heeft, bekomt de weddenschaal 10 B. § 3. De geograaf die ten minste twaalf jaar graadanciënniteit heeft, kan, voorzover er vacante betrekkingen zijn, de weddenschaal 10 C bekomen.
Art. 7.§ 1. Aan de graad van adjunct-rechtskundig adviseur (vlakke loopbaan in uitdoving) (rang 10) wordt de weddenschaal 10 A verbonden. § 2. De adjunct-rechtskundig adviseur (vlakke loopbaan in uitdoving) (rang 10) die vier jaar graadanciënniteit heeft, bekomt de weddenschaal 10 B.
Art. 8.Aan de graad van rechtskundig adviseur (vlakke loopbaan in uitdoving) (rang 13) wordt de weddenschaal 13 A verbonden. HOOFDSTUK II Integratie van de bijzondere loopbanen in de nieuwe loopbanen Afdeling 1. - Integratie van de ambtenaren van niveau 3 in niveau D
Art. 9.§ 1. De ambtenaren die titularis waren van een geschrapte gemene graad en die begunstigde zijn van een bijzondere weddenschaal, worden ingeschaald in de weddenschaal verbonden aan hun nieuwe graad overeenkomstig de bij dit besluit gevoegde bijlage. § 2. De geldelijke anciënniteit die verworven is door deze ambtenaren wordt geacht verworven te zijn in de nieuwe weddenschaal.
Art. 10.In afwijking van artikel 9 behouden de ambtshalve tot de graad van technisch medewerker benoemde ambtenaren, die voorheen bekleed waren met de geschrapte graad van vakman en die, bij wijze van overgangsmaatregel, bezoldigd werden in de hierna vermelde weddenschaal, het voordeel van deze weddenschaal : 13.251,45 - 17.509,82 3/1 x 140,09 5/2 x 278,95 7/2 x 349,05 (Kl.18 j.-N.D - G.A) Afdeling 2. - Integratie van de ambtenaren van niveau 2 in niveau C
Art. 11.De volgende graad ingedeeld in niveau 2 wordt geschrapt bij het Nationaal Geografisch Instituut : -cartograaf (rang 20).
Art. 12.§ 1. De ambtenaren die op 1 juni 2002 titularis zijn van de geschrapte graad die hierna opgenomen is in de linkerkolom, worden ambtshalve benoemd in de graad die in de rechterkolom voorkomt : cartograaf (afgeschafte graad) technisch assistent § 2. De in § 1 bedoelde ambtenaren worden ingeschaald in de weddenschalen verbonden aan hun nieuwe graad, overeenkomstig de bij dit besluit gevoegde bijlage.
Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren benoemd krachtens § 1, worden de diensten gepresteerd in de geschrapte graad waarvan zij titularis waren in aanmerking genomen.
De anciënniteit verkregen in niveau 2 wordt geacht verkregen te zijn in niveau C. § 3. De door deze ambtenaren verkregen geldelijke anciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in de nieuwe weddenschaal.
Art. 13.§ 1. De in artikel 12, § 2, bedoelde ambtenaren, die ambtshalve benoemd zijn in de graad van technisch assistent, en die voorheen begunstigde waren van de weddenschaal 20B, kunnen deelnemen aan competentiemeting 1. § 2. De in § 1 bedoelde ambtenaren bekomen, na afloop van de periode van 8 jaar gedurende dewelke zij de jaarlijkse competentietoelage kregen die verbonden was aan competentiemeting 1, de weddenschaal CT2.
Zij mogen deelnemen aan competentiemeting 3.
Art. 14.§ 1. De ambtenaren die titularis waren van een geschrapte gemene graad en die begunstigde zijn van een bijzondere weddenschaal, worden ingeschaald in de weddenschaal verbonden aan hun nieuwe graad overeenkomstig de bij dit besluit gevoegde bijlage. § 2. De geldelijke anciënniteit die verworven is door deze ambtenaren wordt geacht verworven te zijn in de nieuwe weddenschaal. Afdeling 3. - Integratie van de ambtenaren van niveau 2+ in niveau B
Art. 15.De volgende graden ingedeeld in niveau 2+ worden geschrapt bij het Nationaal Geografisch Instituut : -cartograaf (rang 26); -eerste cartograaf (rang 28).
Art. 16.§ 1. De ambtenaren die op 1 oktober 2002 titularis zijn van één van de geschrapte graden die hierna opgenomen zijn in de linkerkolom, worden ambtshalve benoemd in de graad die in de rechterkolom voorkomt : Cartograaf Technisch deskundige Eerste cartograaf § 2. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren benoemd krachtens § 1, worden de diensten gepresteerd in de geschrapte graad waarvan zij titularis waren of, desgevallend, in de twee geschrapte graden van de loopbaan waarvan zij titularis zijn geweest, in aanmerking genomen.
De anciënniteit verkregen in niveau 2+ wordt geacht verkregen te zijn in niveau B.
Art. 17.§ 1. De in artikel 16, § 1 bedoelde ambtenaren worden ingeschaald in de weddenschalen verbonden aan hun nieuwe graad, overeenkomstig de bij dit besluit gevoegde bijlage. § 2. De door deze ambtenaren verkregen geldelijke anciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in de nieuwe weddenschaal. § 3. De ambtenaren voorheen bekleed met de geschrapte graad van cartograaf en begunstigde van de weddenschaal 26E, bekomen automatisch, wanneer zij negen jaar graadanciënniteit hebben, de hiernavermelde weddenschaal : 17.728,11 - 26.802,64 3/1 x 252,18 1/2 x 292,59 1/2 x 390,04 3/2 x 672,31 9/2 x 624,27 (Kl.23 j.- N.B-G.A) § 4. In afwijking van § 1 kunnen de ambtenaren benoemd in de graad van technisch deskundige, voorheen bekleed met de geschrapte graad van cartograaf en voorheen titularis van de weddenschaal 26 H, het voordeel van de volgende weddenschaal behouden : 17.728,11 - 26.802,64 3/1 x 252,18 1/2 x 292,59 1/2 x 390,04 3/2 x 672,31 9/2 x 624,27 (Kl.23 j.-N.B-G.A) § 5. De ambtenaren voorheen bekleed met de geschrapte graad van cartograaf, en voorheen begunstigde van de weddenschaal 26 E kunnen deelnemen aan competentiemeting 1. § 6. De ambtenaren voorheen bekleed met de geschrapte graad van cartograaf, en voorheen begunstigde van de weddenschaal 26 H kunnen deelnemen aan competentiemeting 2. § 7. De ambtenaren voorheen bekleed met de geschrapte graad van cartograaf, en voorheen begunstigde van de weddenschaal 26 H en die ten minste twaalf jaar graadanciënniteit hebben op 1 oktober 2002, bekomen, wanneer ze geslaagd zijn voor competentiemeting 2, de weddenschaal BT2 van zodra ze achttien jaar graadanciënniteit hebben.
De niet-geslaagden bekomen, indien ze achttien jaar graadanciënniteit hebben, de weddenschaal 28C. De in het tweede lid bedoelde ambtenaren kunnen deelnemen aan competentiemeting 2.
Indien zou blijken dat de algemene bepalingen inzake integratie gunstiger zijn dan de bepalingen vermeld in § 7, dan worden de voordeligste bepalingen toegepast. HOOFDSTUK III. - Overgangs- en slotbepalingen
Art. 18.De geslaagden van de ingerichte vergelijkende selecties voor een der bij dit besluit geschrapte graden worden geacht geslaagden te zijn in een vergelijkende selectie voor de graad overeenstemmend met de geschrapte graad.
Art. 19.De bevorderingsprocedures die lopende zijn op de datum waarop dit besluit van kracht wordt, blijven geregeld door de bepalingen zoals ze daarvoor bestonden.
De benoemingen die voortvloeien uit de procedures die worden vermeld in het eerste lid, worden doorgevoerd in de bestaande graad op 31 mei 2002 voor niveau 2 en op 30 september 2002 voor niveau 2+. Als de graad in dit besluit een geschrapte graad wordt, worden de personeelsleden vervolgens ambtshalve benoemd in de overeenkomstige graad.
Art. 20.Worden opgeheven : - het koninklijk besluit van 1 juli 1997 houdende vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren van het Nationaal Geografisch Instituut; - het koninklijk besluit van 1 juli 1997 tot vaststelling van de weddenschalen voor de bijzondere graden bij het Nationaal Geografisch Instituut; - het koninklijk besluit van 1 juli 1997 betreffende de hiërarchische indeling van de graden waarvan de personeelsleden van het Nationaal Geografisch Instituut titularis kunnen zijn.
Art. 21.Dit besluit treedt in werking de dag van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van : 1° de artikelen 9 en 10 en de bij dit besluit gevoegde bijlage die uitwerking hebben met ingang van 1 januari 2002;2° de artikelen 11, 12, 13 en 14 die uitwerking hebben met ingang van 1 juni 2002;3° de artikelen 15, 16 en 17 die uitwerking hebben met ingang van 1 oktober 2002.
Art. 22.Onze Minister van Landsverdediging is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, op 3 december 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Landsverdediging, A. FLAHAUT Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 3 december 2003 houdende hervorming van de bijzondere loopbaan van sommige ambtenaren bij het Nationaal Geografisch Instituut.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Landsverdediging, A. FLAHAUT