gepubliceerd op 24 april 2013
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2011, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de papier- en kartonbewerking, betreffende de maatregelen tot bevordering van de werkgelegenheid en de vorming
3 APRIL 2013. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2011, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de papier- en kartonbewerking, betreffende de maatregelen tot bevordering van de werkgelegenheid en de vorming (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden van de papier- en kartonbewerking;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2011, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de papier- en kartonbewerking, betreffende de maatregelen tot bevordering van de werkgelegenheid en de vorming.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 3 april 2013.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden van de papier- en kartonbewerking Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2011 Maatregelen tot bevordering van de werkgelegenheid en de vorming (Overeenkomst geregistreerd op 9 augustus 2011 onder het nummer 105211/CO/222) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de bedienden tewerkgesteld in de ondernemingen die onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de bedienden van de papier- en kartonbewerking ressorteren.
Zij is afgesloten in toepassing van de wet van 27 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021363 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021365 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten (titel XIII, hoofdstuk VIII, afdeling 1) houdende diverse bepalingen (artikel 190, § 2, alinea 2 van de voormelde wet). HOOFDSTUK II. - Risicogroepen
Art. 2.Dit hoofdstuk is afgesloten in toepassing van de wet van 27 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021363 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021365 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten (titel XIII, hoofdstuk VIII, afdeling 1) waarvan sprake in vorig artikel.
Overeenkomstig artikel 190 van deze wet, wordt de inspanning van 0,10 pct. bedoeld in artikel 189 van dezelfde wet gebruikt in 2011 en in 2012, langs het sociaal fonds, om de vormings- en omscholingsmogelijkheden van de bedienden te stimuleren.
De bij het "Sociaal Fonds voor de bedienden uit de papier- en kartonbewerking" ingediende vormingsdossiers zullen medeondertekend worden door een lid van de ondernemingsraad of bij gebreke daaraan door een lid van de syndicale delegatie. De concretisering van deze beslissing zal verder worden uitgewerkt door het beheerscomité van het sociaal fonds.
Art. 3.Volgende personen behoren tot de risicogroepen : 1) de langdurige werkloze : - de werkzoekende die gedurende de zes maanden die aan zijn indienstneming voorafgaan, zonder onderbreking werkloosheids- of wachtuitkeringen heeft genoten voor alle dagen van de week; - de werkzoekende die, gedurende de zes maanden die aan zijn indienstneming voorafgaan, uitsluitend deeltijds heeft gewerkt om aan de werkloosheid te ontkomen en/of als interimair; 2) de laaggeschoolde werkloze : de werkzoekende van meer dan 18 jaar die geen houder is van : - ofwel een universitair diploma; - ofwel een diploma of een getuigschrift van het hoger technisch onderwijs van het lange of het korte type; - ofwel een getuigschrift van het hoger secundair technisch onderwijs; 3) de gehandicapte werkloze : de werkzoekende die, op het ogenblik van zijn indienstneming, ingeschreven is bij één der fondsen voor sociale integratie van de mindervalide personen;4) de deeltijds leerplichtige : de werkzoekende van minder dan 18 jaar die nog onder de leerplicht valt en die het secundair onderwijs met volledig leerplan niet meer volgt;5) de herintreder : de werkzoekende die tegelijk aan de volgende voorwaarden voldoet : - geen werkloosheidsuitkeringen of loopbaanonderbrekingsuitkering heeft genoten gedurende de periode van drie jaar die zijn indienstneming voorafgaat; - geen beroepsactiviteit heeft uitgeoefend gedurende de periode van drie jaar die zijn indienstneming voorafgaat; - voor de periode van drie jaar, bedoeld in de twee vorige punten, zijn beroepsactiviteit heeft onderbroken, ofwel nooit een dergelijke activiteit begonnen is; 6) de bestaansminimumtrekker : de werkzoekende die op het ogenblik van zijn indienstneming het bestaansminimum ontvangt;7) de oudere werkloze : de werkzoekende van 50 jaar en ouder;8) de werkloze uit een begeleidingsplan : de werkzoekende die een begeleidingsplan heeft gevolgd;9) de laaggeschoolde werknemer : de werknemer of werkneemster die geen houder is van : - ofwel een universitair diploma; - ofwel een diploma of getuigschrift van het hoger technisch onderwijs van het lange of het korte type; - ofwel een getuigschrift van het hoger secundair technisch onderwijs; 10) de werknemer of werkneemster met een onaangepaste of een ontoereikende beroepsbekwaamheid : - de werknemer of werkneemster die naar een andere functie moet worden geheroriënteerd; - de werknemer of werkneemster waarvan de beroepsbekwaamheid onaangepast of ontoereikend is geworden tengevolge van de technische evolutie.
Art. 4.Het beheerscomité van het sociaal fonds is belast met het opstellen van het reglement voor de praktische toepassing van deze maatregelen. HOOFDSTUK III. - Vorming
Art. 5.In uitvoering van het koninklijk besluit van 11 oktober 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/10/2007 pub. 05/12/2007 numac 2007012348 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot invoering van een bijkomende werkgeversbijdrage ten bate van de financiering van het betaald educatief verlof voor de werkgevers die behoren tot sectoren die onvoldoende opleidingsinspanningen realiseren in uitvoering van artikel 30 van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact type koninklijk besluit prom. 11/10/2007 pub. 22/10/2007 numac 2007012616 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 oktober 1996 tot vaststelling van het aantal leden van het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken type koninklijk besluit prom. 11/10/2007 pub. 22/10/2007 numac 2007012615 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 juni 1989 tot vaststelling van het aantal leden van het Paritair Comité voor het vervoer sluiten, zal elke onderneming het percentage verhogen van de werkelijke arbeidstijd der gebaremiseerde bedienden voorbehouden voor de vorming en opleiding van deze bedienden, van 0,80 pct. in 2010 naar 0,85 pct. in 2011 en naar 0,90 pct. in 2012.
Anderzijds, 1/4 van deze vormingstijd kan gebeuren buiten de normale arbeidstijd en zal vergoed worden (zonder overurentoeslag) indien de organisatie van de vorming binnen de arbeidstijd niet mogelijk is omwille van het tijdstip van de vorming of om arbeidsorganisatorische redenen.
De onderneming zal een vormingsplan uitwerken en zal de bedienden dienaangaande informeren.
De evaluatie van de realisatie van dit objectief zal gebeuren door de ondernemingsraad of bij ontstentenis door de syndicale afvaardiging.
Als geen van deze organen binnen de onderneming bestaat, zal de evaluatie gebeuren op basis van de gegevens die opgenomen zijn in de sociale balans. HOOFDSTUK IV. - Diversen
Art. 6.Ondertekenende partijen komen overeen de deeltijdse arbeid op vrijwillige basis aan te moedigen wanneer de arbeidsorganisatie zulks toelaat.
Art. 7.De tewerkstelling van bedienden in het kader van de activering van de werkloosheidsuitkeringen is enkel mogelijk na raadpleging van de vakbondsafvaardiging en voorlegging van het voorstel aan de voorzitter van het paritair comité die het zal overmaken aan de organisaties vertegenwoordigd in het paritair comité.
Indien er binnen de 10 dagen na verzending geen negatieve reactie komt, is het voorstel aanvaard.
Art. 8.Het wordt door de ondertekenende partijen aan de bedrijven aanbevolen overuren zoveel mogelijk door bijkomende tewerkstelling te vervangen. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen
Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor een periode van twee jaar en treedt in werking op 1 januari 2011 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2012.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 3 april 2013.
De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK