gepubliceerd op 19 juni 2013
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 oktober 2011, gesloten in het Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden, betreffende de arbeidsvoorwaarden
3 APRIL 2013. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 oktober 2011, gesloten in het Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden, betreffende de arbeidsvoorwaarden (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 27 oktober 2011, gesloten in het Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden, betreffende de arbeidsvoorwaarden.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 3 april 2013.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 oktober 2011 Arbeidsvoorwaarden (Overeenkomst geregistreerd op 2 december 2011 onder het nummer 107062/CO/125.02) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden, alsook op de werklieden die zij tewerkstellen.
Met "werklieden" bedoelt men : de arbeiders en arbeidsters. HOOFDSTUK II. - Indeling van de functies
Art. 2.De indeling van de functies omvat de vijf volgende categorieën : 1. Meer dan geschoolden : Gespecialiseerde meestergast die de werkgever kan vervangen, gespecialiseerde zagenscherper, mechanicien.2. Geschoolden : Meestergast-opzichter, boomzager, gewone zagenscherper, kwartierzager, bestuurder-mechanicien van vrachtwagens.3. Geoefenden : Zager aan de dossemachine en de kantrechtzaag, de geoefende in het werk aan de machine, bestuurder van vrachtwagens, magazijnier, de arbeider-wegvervoerder.4. Ongeschoolden : Degenen die elke niet hierboven vermelde functie uitoefenen.5. Ongeschoolden bij aanwerving : De ongeschoolde werklieden zonder enige beroepskwalificatie of beroepservaring in één van de houtsectoren, gedurende de eerste 6 maanden van tewerkstelling.Na 6 maanden wordt deze functie omgezet naar "ongeschoolde".
Art. 3.De minimumkwalificatie van de werklieden die houder zijn van een brevet van industrieel leerling, of die met vrucht een sectorale beroepsopleiding beëindigd hebben in het kader van "opleiding voor risicogroepen", is deze van "geoefende" gedurende de eerste 6 maanden die volgen op de indiensttreding in de onderneming, vervolgens die van "geschoolden". HOOFDSTUK III. - Vaststelling van de lonen
Art. 4.Onverminderd de koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, zijn de minimumuurlonen per 1 juli 2011 als volgt vastgesteld in de 38u/week : 1. Meer dan geschoolden : 12,41 EUR;2. Geschoolden : 11,94 EUR;3. Geoefenden : 11,70 EUR;4. Ongeschoolden : 11,48 EUR;5. Ongeschoolden bij aanwerving (eerste 6 maanden) : 11,41 EUR. HOOFDSTUK IV. - Loontoeslagen Drenkingswerken :
Art. 5.Aan de werklieden, ongeacht hun kwalificatie, wordt een toeslag van 0,17 EUR toegekend, per uur besteed aan het drenken van hout.
Ploegenarbeid :
Art. 6.Aan de werklieden die in ploegen werken, wordt een loontoeslag van 7 pct. toegekend zoals bedoeld in de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juli 1993, geregistreerd op 21 januari 1994 onder het nummer 34829/CO/125.02. HOOFDSTUK V. - Koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen
Art. 7.De bij artikelen 4 tot en met 6 vastgestelde minimumuurlonen alsook de werkelijk uitbetaalde lonen worden gekoppeld aan het gezondheidsindexcijfer van de consumptieprijzen, dat maandelijks wordt vastgesteld door de Federale Overheidsdienst Economie en wordt bekend gemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Dit geldt eveneens voor de ARAB-vergoeding toegekend aan de arbeider-wegvervoerder.
Art. 8.De aanpassing van de lonen gebeurt bij het begin van elk kalenderkwartaal, vanaf de eerste kalenderdag van dit kwartaal.
Art. 9.De coëfficiënt waarmee rekening wordt gehouden bij de berekening van de aanpassing van de lonen, wordt berekend tot vier decimalen en bekomen door het rekenkundig gemiddelde van het gezondheidsindexcijfer van de eerste twee maanden van het voorbije kwartaal te delen door dit van de eerste twee maanden van het daaraan voorafgaande kwartaal.
Het resultaat van deze berekening wordt niet afgerond.
De lonen van het voorafgaande kwartaal van de categorieën "geschoolden" en "meer dan geschoolden" worden vermenigvuldigd met deze coëfficiënt.
Voor de "ongeschoolden bij aanwerving", de "ongeschoolden", en de "geoefenden" worden de lonen van het voorgaande kwartaal aangepast met het bedrag dat overeenstemt met de aanpassing van de categorie "geschoolden".
De uitkomst van de berekeningen door toepassing van de coëfficiënt wordt afgerond tot de hoger of lager liggende cent.
Wanneer het brutocijfer van het duizendste hoger is of gelijk aan 5 wordt naar de hogere cent en wanneer het brutocijfer van het duizendste lager is dan 5 naar de lagere cent afgerond.
Indien dit indexeringsmechanisme zou leiden tot een negatief resultaat, wordt de loonsvermindering geneutraliseerd.
Art. 10.Indien bij de aanvang van een kwartaal gelijktijdig een verhoging tengevolge van de koppeling aan het indexcijfer van de consumptieprijzen en een andere verhoging van de lonen moet worden toegepast, wordt de aanpassing voortvloeiende uit de koppeling aan het indexcijfer toegepast nadat eerst de lonen met de vastgestelde verhoging werden aangepast. HOOFDSTUK VI. - Verschillende voordelen
Art. 11.In de ondernemingen waar reeds, in welke vorm ook, gunstiger voordelen worden toegekend dan deze bij deze collectieve arbeidsovereenkomst vastgesteld, blijven alleszins verkregen. HOOFDSTUK VII. - Geldigheidsduur en slotbepalingen
Art. 12.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt deze van 1 oktober 1996, betreffende de arbeidsvoorwaarden het Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 24 juni 1997Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 24/06/1997 pub. 10/10/1997 numac 1997012493 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 november 1996, gesloten in het Paritair Comité voor de notarisbedienden, betreffende de oprichting van een verzoeningsbureau sluiten (Belgisch Staatsblad 22 november 1997).
Art. 13.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2011 en is gesloten voor onbepaalde duur. Alle geschillen inzake de uitvoering van deze overeenkomst dienen voorgelegd te worden aan het verzoeningsbureau.
Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van drie maanden, betekend bij aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 3 april 2013.
De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK