gepubliceerd op 24 september 2004
Koninklijk besluit houdende hervorming van de bijzondere loopbanen van de niveaus B, C en D en tot vaststelling van de weddenschalen van de bijzondere graden bij het Ministerie van Landsverdediging
2 SEPTEMBER 2004. - Koninklijk besluit houdende hervorming van de bijzondere loopbanen van de niveaus B, C en D en tot vaststelling van de weddenschalen van de bijzondere graden bij het Ministerie van Landsverdediging
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid, van de Grondwet;
Gelet op de wet van 21 juni 2002 betreffende de Centrale Raad der niet confessionele levensbeschouwelijke gemeenschappen van België, de afgevaardigden en de instellingen belast met het beheer van de materiële en financiële belangen van de erkende niet-confessionele levensbeschouwelijke gemeenschappen, inzonderheid op artikel 63;
Gelet op het koninklijk besluit van 17 augustus 1927 tot regeling van de staat en de stand der militaire aalmoezeniers;
Gelet op het koninklijk besluit van 29 juni 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel van de federale overheidsdiensten, inzonderheid op artikel 4, eerste lid, 2°, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 5 september 2002;
Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 1994 houdende het statuut van de morele consulenten bij de Krijgsmacht die tot de niet-confessionele Gemeenschap van België behoren;
Gelet op het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen der aan verscheidene federale overheidsdiensten gemene graden, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 april 2004;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 februari 1997 houdende diverse maatregelen ten gunste van de statutaire personeelsleden van de Regie voor Maritiem Transport, inzonderheid op het artikel 12;
Gelet op het koninklijk besluit van 17 november 1997 tot vaststelling van de weddenschalen van de bijzondere graden bij het Ministerie van Landsverdediging, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 18 juli 2001, 4 en 13 december 2001, 4 en 11 april 2003;
Gelet op het koninklijk besluit van 4 mei 1998 tot vaststelling van de regels voor de toepassing van het koninklijk besluit van 3 april 1997 houdende maatregelen betreffende de overdracht van sommige personeelsleden van Belgacom aan de federale overheid met toepassing van artikel 3, § 1, 6°, van de wet van 26 juli 1996 betreffende het realiseren van de budgettaire voorwaarden van de deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 juli 2003;
Gelet op het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren in de Rijksbesturen, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 april 2004;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 4 september 2003;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 5 mei 2004;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 18 februari 2004;
Gelet op het protocol nr. 125/1 van 21 juni 2001 van het Gemeenschappelijk comité voor alle overheidsdiensten;
Gelet op het protocol nr. 433 van 20 september 2002 van het Comité voor de federale, de gemeenschaps- en de gewestelijke overheids-diensten;
Gelet op het protocol nr. 37 van 19 juli 2004 van het Sectorcomité XIV;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de hervorming van de loopbanen van het federaal administratief openbaar ambt van het niveau 1 één van de aspecten van het intersectoraal akkoord 2001-2002 insluit;
Overwegende dat de lineaire verhoging van de weddenschalen verbonden aan de gemene en de bijzondere graden van niveau 1 op 1 januari 2003 uitwerking heeft;
Overwegende dat de hervorming tot doel heeft de federale overheidsdienst om te vormen tot een dynamische organisatie die niet alleen een betere dienstverlening aan de gebruiker beoogt maar ook een betere werkgever wil zijn;
Overwegende dat een radicale verandering van de oriëntatie in het personeelsbeleid één van de pijlers is van de genoemde hervorming en dat de modernisering van de loopbanen van de ambtenaren hiervan een essentieel element uitmaakt;
Overwegende dat de hervorming van de bijzondere loopbanen van het personeel bij het Ministerie van Landsverdediging zo vlug mogelijk moet worden gerealiseerd, gebaseerd op de bepalingen van het voormeld koninklijk besluit van 5 september 2002;
Overwegende dat het geldelijk statuut toepasselijk op de morele consulenten van het Ministerie van Landsverdediging identiek is aan dit van de morele consulenten die in toepassing van artikel 181, § 2 van de grondwet ten laste van de begroting van de Federale Overheidsdienst Justitie worden bezoldigd;
Overwegende dat de diensten die de wedden moeten uitbetalen dan ook in staat moeten gesteld worden zo snel mogelijk te beschikken over de nieuwe aangepaste weddenschalen;
Op de voordracht van Onze Minister van Begroting en van Onze Minister van Landsverdediging, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Integratie van de loopbanen in de nieuwe loopbanen Afdeling 1. - Integratie van de bijzondere loopbanen van niveau 2+ in
niveau B
Artikel 1.De volgende graden worden bij het Ministerie van Landsverdediging geschrapt In rang 26 : Technisch assistent;
Weervoorspeller;
Landschapsdeskundige;
Audiovisueel assistent;
In rang 28 : Eerstaanwezend technisch assistent;
Eerstaanwezend weervoorspeller;
Eerstaanwezend landschapsdeskundige;
Eerstaanwezend audiovisueel assistent.
Art. 2.§ 1. De ambtenaren die op 1 oktober 2002 titularis zijn van één van de geschrapte graden, die hierna in de linkerkolom voorkomen, worden ambtshalve benoemd in een graad opgericht bij het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren in de Rijksbesturen en die in de rechterkolom voorkomt : Technisch assistent Technisch deskundige Eerstaanwezend Technisch assistent Landschapsdeskundige Eerstaanwezend Landschapsdeskundige Audiovisueel assistent Eerstaanwezend audiovisueel assistent Weervoorspeller Eerstaanwezend weervoorspeller § 2. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren benoemd krachtens § 1, worden de diensten gepresteerd in de geschrapte graden waarvan zij titularis waren of, desgevallend, in de twee geschrapte graden van de loopbaan waarvan zij titularis zijn geweest, in aanmerking genomen.
De anciënniteit verkregen in niveau 2+ wordt geacht verkregen te zijn in niveau B.
Art. 3.§ 1. De in artikel 2, § 1, bedoelde ambtenaren worden ingeschaald in de weddenschalen verbonden aan hun nieuwe graad overeenkomstig de bij dit besluit gevoegde bijlage. § 2. De door deze ambtenaren verkregen geldelijke anciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in de nieuwe weddenschaal. § 3. In afwijking van § 1 kunnen de ambtenaren benoemd in een graad opgenomen in kolom 1 van de hierna vermelde tabel en voorheen bekleed met de geschrapte graad opgenomen in kolom 2, het voordeel van de weddenschaal vermeld in kolom 3 behouden : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 4. In afwijking van § 1 behouden de ambtenaren ambtshalve benoemd in de graad van technisch deskundige en voorheen bekleed met de geschrapte graad van weervoorspeller, die, bij wijze van overgangsmaatregel, de hierna vermelde weddenschaal genoten, het voordeel van deze weddenschaal : 17.990,45 - 27.166,44 3/1 x 267,31 2/2 x 356,34 2/2 x 712,64 10/2 x 623,61 (Kl. / Cl. 23j. / a. - N. B - G. A) § 5. De ambtenaren voorheen begunstigde van de weddenschaal 26H, 26I of 26L kunnen deelnemen aan competentiemeting 2. § 6. De ambtenaren voorheen begunstigde van een weddenschaal opgenomen in kolom 1 van onderstaande tabel, bekomen automatisch, wanneer zij 9 jaar graadanciënniteit hebben, de weddenschaal hiertegenover vermeld in kolom 2 van dezelfde tabel : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De ambtenaren bedoeld in het vorige lid, die geslaagd zijn voor een competentiemeting, bekomen de competentietoelage onder de voorwaarden gesteld in artikel 35 van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen der aan verscheidene federale overheidsdiensten gemene graden. § 7. De technisch deskundigen voorheen begunstigde van de weddenschaal 26L, die ten minste 12 jaar graadanciënniteit hebben op 1 oktober 2002, verkrijgen, wanneer zij geslaagd zijn voor competentiemeting 2, de weddenschaal BT2 zodra zij 18 jaar graadanciënniteit hebben.
De niet-geslaagden verkrijgen, zodra zij 18 jaar graadanciënniteit hebben, de hierna vermelde weddenschaal : 21.807,90 - 31.482,54 3 / 1 x 252,18 2 / 2 x 390,04 2 / 2 x 672,31 10 / 2 x 679,34 (Kl. / Cl. 23j. / a. - N. B - G. A) Deze ambtenaren kunnen deelnemen aan competentiemeting 2. § 8. De technisch deskundigen voorheen begunstigde van de weddenschaal 26I, die ten minste 12 jaar graadanciënniteit hebben op 1 oktober 2002, verkrijgen, wanneer zij geslaagd zijn voor competentiemeting 2, de weddenschaal BT2 zodra zij 18 jaar graadanciënniteit hebben.
De niet-geslaagden verkrijgen, zodra zij 18 jaar graadanciënniteit hebben, de weddenschaal 28E, opgenomen in bijlage 7 bij het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren van de Rijksbesturen.
Deze ambtenaren kunnen deelnemen aan competentiemeting 2. § 9. De technisch deskundigen voorheen begunstigde van de weddenschaal 26H, die ten minste 12 jaar graadanciënniteit hebben op 1 oktober 2002, verkrijgen, wanneer zij geslaagd zijn voor competentiemeting 2, de weddenschaal BT2 zodra zij 18 jaar graadanciënniteit hebben.
De niet-geslaagden verkrijgen, zodra zij 18 jaar graadanciënniteit hebben, de weddenschaal 28C, opgenomen in bijlage 7 bij het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren van de Rijksbesturen.
Deze ambtenaren kunnen deelnemen aan competentiemeting 2. § 10. Indien zou blijken dat de algemene bepalingen inzake integratie gunstiger zouden zijn dan deze van de §§ 7 tot 9, dan worden de voordeligste bepalingen toegepast.
Art. 4.§ 1. In afwijking van artikel 3, § 1, behouden de ambtenaren ambtshalve benoemd in de graad van technisch deskundige, voorheen bekleed met de geschrapte graad van technisch assistent (voorheen titularis van de graad van sectiechef (R22) bij de Radio Maritieme Dienst, met een evaluatie die niet werd afgesloten met de eindvermelding onvoldoende en een graadanciënniteit van ten minste negen jaar) het voordeel van de hierna vermelde weddenschaal : 21.261,34 - 29.637,42 3 / 1 x 315,58 18 / 1 x 349,71 8 / 1 x 141,82 (Kl. / Cl. 20j. / a. - N. 2 - G. A) § 2. De in § 1 bedoelde ambtenaren kunnen deelnemen aan competentiemeting 2 De geslaagden bekomen de competentietoelage onder de voorwaarden gesteld in artikel 35 van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen der aan verscheidene federale overheidsdiensten gemene graden. § 3. In afwijking van § 2, tweede lid, wordt het bedrag van de competentietoelage, in voorkomend geval, beperkt tot het verschil tussen het maximumbedrag van de weddenschaal BT1 vermeerderd met het bedrag van de competentietoelage, en het weddenbedrag van de weddenschaal vermeld in § 1.
De geslaagden welke een weddenbedrag van de weddenschaal vermeld in § 1 hebben dat hoger is dan het maximum bedrag van de weddenschaal BT1 vermeerderd met het bedrag van de competentietoelage, genieten geen competentietoelage. § 4. De technisch deskundigen voorheen begunstigde van de in § 1 vermelde weddenschaal, die ten minste 12 jaar graadanciënniteit hebben op 1 oktober 2002, verkrijgen, wanneer zij geslaagd zijn voor competentiemeting 2, de weddenschaal BT2 zodra zij 18 jaar graadanciënniteit hebben.
De niet-geslaagden verkrijgen, zodra zij 18 jaar graadanciënniteit hebben, de weddenschaal 28C, opgenomen in bijlage 7 bij het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren van de Rijksbesturen.
Deze ambtenaren kunnen deelnemen aan competentiemeting 2.
Indien zou blijken dat de algemene bepalingen inzake integratie gunstiger zouden zijn dan deze van deze paragraaf, dan worden de voordeligste bepalingen toegepast.
Art. 5.§ 1. In afwijking van artikel 3, § 1, behouden de ambtenaren ambtshalve benoemd in de graad van technisch deskundige, voorheen bekleed met de geschrapte graad van technisch assistent (voorheen titularis van de graad van sectiechef (R22) bij de Radio Maritieme Dienst, met een evaluatie die niet werd afgesloten met de eindvermelding onvoldoende en een graadanciënniteit van ten minste achttien jaar, en die de graad van controleur of van huismeester bekleedde op 30 december 1996) het voordeel van de hierna vermelde weddenschaal : 22.267,66 - 31.098,55 3 / 1 x 263,37 2 / 1 x 262,32 14 / 1 x 349,71 10 / 1 x 262,32 (Kl. / Cl. 20j. / a. - N. 2 - G. A) Indien zou blijken dat de algemene bepalingen inzake integratie gunstiger zouden zijn dan deze van deze paragraaf, dan worden de voordeligste bepalingen toegepast. § 2. De in § 1 bedoelde ambtenaren kunnen deelnemen aan competentiemeting 3.
De geslaagden bekomen de competentietoelage onder de voorwaarden gesteld in artikel 35 van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen der aan verscheidene federale overheidsdiensten gemene graden. § 3. In afwijking van § 2, tweede lid, wordt het bedrag van de competentietoelage, in voorkomend geval, beperkt tot het verschil tussen het maximumbedrag van de weddenschaal BT2 vermeerderd met het bedrag van de competentietoelage, en het weddenbedrag van de weddenschaal vermeld in § 1.
De geslaagden welke een weddenbedrag van de weddenschaal vermeld in § 1 hebben dat hoger is dan het maximum bedrag van de weddenschaal BT2 vermeerderd met het bedrag van de competentietoelage, genieten geen competentie-toelage. Afdeling 2. - Integratie van de bijzondere loopbanen van niveau 2 in
niveau C
Art. 6.Bij het Ministerie van Landsverdediging worden de volgende graden geschrapt : In rang 20 : Vakassistent;
Meteoroloog-waarnemer;
In rang 22 : Opperwerkmeester;
Hoofdmeteoroloog-waarnemer.
Art. 7.In afwijking van artikel 3, § 1, van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel, omvat het niveau C de afgeschafte graden van opperwerkmeester en hoofdmeteoroloog-waarnemer.
Art. 8.§ 1. De ambtenaren die op 1 juni 2002 titularis zijn van één van de geschrapte graden, die hierna in de linkerkolom voorkomen, worden ambtshalve benoemd in één van de graden opgericht bij het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren in de Rijksbesturen en die in de rechterkolom voorkomen : Meteoroloog-waarnemer Technischassistent Vakassistent Hoofdmeteoroloog-waarnemer (22A) Opperwerkmeester (22A) Hoofdmeteoroloogwaarnemer (22B) Hoofdmetereoloog- waarnemer (afgeschafte graad) Opperwerkmeester (22B) Opperwerkmeester (afgeschafte graad) § 2. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren benoemd krachtens § 1, worden de diensten gepresteerd in de geschrapte graad waarvan zij titularis waren, in aanmerking genomen.
De anciënniteit verkregen in niveau 2 wordt geacht verkregen te zijn in niveau C.
Art. 9.§ 1. De in artikel 8, § 1, bedoelde ambtenaren worden ingeschaald in de weddenschalen verbonden aan hun nieuwe graad overeenkomstig de bij dit besluit gevoegde bijlage. § 2. De door deze ambtenaren verkregen geldelijke anciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in de nieuwe weddenschaal. § 3. In afwijking van § 1 behouden de ambtenaren ambtshalve benoemd in de graad van technisch assistent, voorheen bekleed met de geschrapte graad van vakassistent en die, bij wijze van overgangsmaatregel, de hierna vermelde weddenschaal genoten, het voordeel van deze weddenschaal : 14.455,91 - 22.830,23 3/1 x 267,31 2/2 x 356,34 11/2 x 623,61 (Kl. / Cl. 20 j. / a. - N. C - G. A) § 4. De in artikel 8, § 1, bedoelde ambtenaren die, overeenkomstig de bij dit besluit gevoegde bijlage, geïntegreerd zijn in de weddenschaal CT1 en die voorheen begunstigde waren van de in § 3 vermelde weddenschaal of de weddenschaal 20B, bekomen, na afloop van de periode van 8 jaar gedurende dewelke zij de jaarlijkse competentietoelage verbonden aan competentie-meting 1 hebben, ontvangen de weddenschaal CT2.
Zij kunnen deelnemen aan competentiemeting 3. § 5. De in artikel 8, § 1, bedoelde ambtenaren die, overeenkomstig de bij dit besluit gevoegde bijlage, geïntegreerd zijn in de weddenschaal CT2, kunnen deelnemen aan competentiemeting 4.
De laureaten van deze competentiemeting die een anciënniteit van 4 jaar hebben in de weddenschaal CT2, bekomen de weddenschaal CT3 en dit ten vroegste op 1 september 2003.
De anciënniteit verworven in de oude weddenschaal 20 E telt mee voor de berekening van deze 4 jaar.
Deze ambtenaren die gedurende 6 jaar de weddenschaal CT3 genoten hebben, bekomen, voor zover er betrekkingen vacant zijn, de weddenschaal 22 B opgenomen in bijlage 7 van het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren in de rijksbesturen. § 6. De in artikel 8, § 1, bedoelde ambtenaren, titularis van de geschrapte graad van opperwerkmeester of van hoofdmeteoroloog-waarnemer die, overeenkomstig de bij dit besluit gevoegde bijlage, geïntegreerd zijn in de weddenschaal CT3, bekomen bij voorrang en binnen de grenzen van de vacante betrekkingen, na 6 jaar de weddenschaal 22B opgenomen in bijlage 7 van het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren in de rijksbesturen en dit in de volgende orde van voorkeur : 1° de ambtenaar met de grootste graadanciënniteit;2° bij gelijkheid van graadanciënniteit, de ambtenaar met de grootste dienstanciënniteit;3° bij gelijkheid van dienstanciënniteit, de oudste ambtenaar. De graadanciënniteit verworven in de geschrapte graad van opperwerkmeester of van hoofdmeteoroloog-waarnemer wordt in aanmerking genomen voor de berekening van deze periode van 6 jaar. § 7. De ambtenaren titularis van de afgeschafte graad van opperwerkmeester of van hoofdmeteoroloog-waarnemer, die de weddenschaal 22B, opgenomen in bijlage 7 bij het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren van de Rijksbesturen genieten, behouden deze weddenschaal. Afdeling 3. - Integratie van de gemene loopbanen van niveau 2 in
niveau C
Art. 10.De ambtenaren die titularis waren van een gemene graad geschrapt bij het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren in de Rijksbesturen en die begunstigde zijn van een bijzondere weddenschaal, worden ingeschaald in de weddenschaal verbonden aan hun nieuwe graad overeenkomstig de bij dit besluit gevoegde bijlage.
De geldelijke anciënniteit die verworven is door deze ambtenaren wordt geacht verworven te zijn in de nieuwe weddenschaal.
Art. 11.In afwijking van artikel 10, § 1, behouden de ambtenaren ambtshalve benoemd in een graad opgenomen in kolom 1 van de hierna vermelde tabel en voorheen bekleed met de geschrapte graad opgenomen in kolom 2, en die de in kolom 3 vermelde weddenschaal genoten, het voordeel van deze weddenschaal : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Indien zou blijken dat de algemene bepalingen inzake integratie gunstiger zouden zijn dan de bepaling van dit artikel, dan worden de voordeligste bepalingen toegepast.
Art. 12.§ 1. De in artikel 11 bedoelde ambtenaren kunnen deelnemen aan competentiemeting 1.
De geslaagden bekomen de competentietoelage onder de voorwaarden vastgesteld in artikel 34 van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen der aan verscheidene federale overheidsdiensten gemene graden. § 2. In afwijking van § 1, tweede lid, wordt het bedrag van de competentietoelage, in voorkomend geval, beperkt tot het verschil tussen het maximumbedrag van de weddenschaal CA1 of CT1 vermeerderd met het bedrag van de competentietoelage, en het weddenbedrag van de weddenschaal vermeld in art. 11.
De geslaagden welke een weddenbedrag van de weddenschaal vermeld in artikel 11 hebben dat hoger is dan het maximumbedrag van de weddenschaal CA1 of CT1 vermeerderd met het bedrag van de competentietoelage, genieten geen competentietoelage. § 3. De in artikel 10, § 1, bedoelde ambtenaren die, overeenkomstig de bij dit besluit gevoegde bijlage, geïntegreerd zijn in de weddenschaal CA1 of CT1 en die voorheen begunstigde waren van één van de in het artikel 11 vermelde weddenschalen, bekomen, na afloop van de periode van 8 jaar gedurende dewelke zij de jaarlijkse competentietoelage verbonden aan competentiemeting 1 hebben ontvangen, desgevallend, de weddenschaal CA2 of CT2.
Zij kunnen deelnemen aan competentiemeting 3.
De geslaagden bekomen de competentietoelage onder de voorwaarden vastgesteld in artikel 34 van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen der aan verscheidene federale overheidsdiensten gemene graden. § 4. In afwijking van § 3, derde lid, wordt het bedrag van de competentietoelage, in voorkomend geval, beperkt tot het verschil tussen het maximumbedrag van de weddenschaal CA2 of CT2 vermeerderd met het bedrag van de competentietoelage, en het weddenbedrag van de weddenschaal vermeld in artikel 11.
De geslaagden welke een weddenbedrag van de weddenschaal vermeld in artikel 11 hebben dat hoger is dan het maximumbedrag van de weddenschaal CA2 of CT2 vermeerderd met het bedrag van de competentietoelage, genieten geen competentietoelage. Afdeling 4. - Integratie van de bijzondere loopbanen van niveau 3 en 4
in niveau D
Art. 13.Bij het Ministerie van Landsverdediging worden de volgende graden geschrapt : In rang 30 : Technisch adjunct;
In rang 32 : Hoofdtechnisch adjunct;
In rang 42 : Wachter.
Art. 14.§ 1. De ambtenaren die, op 1 januari 2002, titularis zijn van één van de geschrapte graden, die hierna in de linkerkolom voorkomen, worden ambtshalve benoemd in een graad opgericht bij het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren in de Rijksbesturen en die hierna in de rechterkolom voorkomen : Technisch adjunct Hoofdtechnisch- Adjunct-Technisch medewerker § 2. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren benoemd krachtens § 1, worden de diensten gepresteerd in de geschrapte graad waarvan zij titularis waren of, desgevallend, in de twee geschrapte graden van de loopbaan waarvan zij titularis zijn geweest, in aanmerking genomen.
De anciënniteit verkregen in niveau 3 wordt geacht verkregen te zijn in niveau D.
Art. 15.§ 1. De in artikel 14, § 1, bedoelde ambtenaren worden ingeschaald in de weddenschalen verbonden aan hun nieuwe graad overeenkomstig de bij dit besluit gevoegde bijlage. § 2. De door deze ambtenaren verkregen geldelijke anciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in de nieuwe weddenschaal.
Art. 16.In afwijking van artikel 15, § 1, behouden de ambtenaren ambtshalve benoemd in een graad opgenomen in kolom 1 van de hierna vermelde tabel en voorheen bekleed met de geschrapte graad opgenomen in kolom 2, en die de in kolom 3 vermelde weddenschaal genoten, het voordeel van deze weddenschaal : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Afdeling 5. - Integratie van de gemene loopbanen van niveau 3 in
niveau D
Art. 17.§ 1. De ambtenaren die titularis waren van een gemene graad geschrapt bij het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren in de Rijksbesturen en die begunstigde zijn van een bijzondere weddenschaal, worden ingeschaald in de weddenschaal verbonden aan hun nieuwe graad overeenkomstig de bij dit besluit gevoegde bijlage. § 2. De geldelijke anciënniteit die verworven is door deze ambtenaren wordt geacht verworven te zijn in de nieuwe weddenschaal.
Art. 18.§ 1. In afwijking van artikel 17, § 1, behouden de ambtenaren ambtshalve benoemd in een graad opgenomen in kolom 1 van de hierna vermelde tabel en voorheen bekleed met de geschrapte graad opgenomen in kolom 2, en die de in kolom 3 vermelde weddenschaal genoten, het voordeel van deze weddenschaal : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 2. In afwijking van artikel 17, § 1, behouden de ambtenaren ambtshalve benoemd in een graad opgenomen in kolom 1 van de hierna vermelde tabel en voorheen bekleed met de geschrapte graad opgenomen in kolom 2, en die, bij wijze van overgangsmaatregel, de in kolom 3 vermelde weddenschaal genoten, het voordeel van deze weddenschaal : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Indien zou blijken dat de algemene bepalingen inzake integratie gunstiger zouden zijn dan de bepaling van dit artikel, dan worden de voordeligste bepalingen toegepast. Afdeling 6. - Integratie van de gemene loopbanen van niveau 4 in
niveau D
Art. 19.§ 1. De ambtenaren die titularis waren van een gemene graad geschrapt bij het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren in de Rijksbesturen en die begunstigde zijn van een bijzondere weddenschaal vermeld in § 2, worden ingeschaald in de weddenschaal DT2 overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren in de Rijksbesturen. § 2. In afwijking van § 1, behouden de ambtenaren ambtshalve benoemd in een graad opgenomen in kolom 1 van de hierna vermelde tabel en voorheen bekleed met de geschrapte graad opgenomen in kolom 2, en die de in kolom 3 vermelde weddenschaal genoten, het voordeel van deze weddenschaal : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Indien zou blijken dat de algemene bepalingen inzake integratie gunstiger zouden zijn dan de bepaling van dit artikel, dan worden de voordeligste bepalingen toegepast. HOOFDSTUK II. - Vaststelling van de weddenschalen Afdeling 1. - Bijzondere graden
Art. 20.§ 1. Aan de graad van geneesheer-specialist (rang 10) wordt de weddenschaal 10C verbonden. § 2. De geneesheer specialist die vijf jaar graadanciënniteit heeft, bekomt de weddenschaal 10F. § 3. De geneesheer specialist die twaalf jaar graadanciënniteit heeft, bekomt de weddenschaal 10G.
Art. 21.§ 1. Aan de graden van audiovisueel expert, meteoroloog, scheikundig expert en tandarts (rang 10) wordt de weddenschaal 10A verbonden. § 2. De audiovisueel expert, de meteoroloog, de scheikundig expert en de tandarts die vier jaar graadanciënniteit hebben, bekomen de weddenschaal 10B. § 3. De audiovisueel expert, de meteoroloog, de scheikundig expert en de tandarts die ten minste twaalf jaar graadanciënniteit hebben, kunnen, voorzover er vacante betrekkingen zijn, de weddenschaal 10C bekomen.
Art. 22.De weddenschaal verbonden aan de hierna vermelde graden wordt vastgesteld als volgt : § 1. Met ingang van 1 november 2001 : Technisch assistent Voorheen bekleed met de graad van sectiechef (R22) bij de radio Maritieme Dienst, met een evaluatie die niet werd afgesloten met de eindvermelding onvoldoende en een graadanciënniteit van ten minste negen jaar : 849.188 - 1.183.718 3 / 1 x 12.604 18 / 1 x 13.967 8 / 1 x 5.664 (Kl. / Cl. 20j. / a. - N. 2 - G. A) Technisch assistent Voorheen bekleed met de graad van sectiechef (R22) bij de radio Maritieme Dienst, met een evaluatie die niet werd afgesloten met de eindvermelding onvoldoende en een graadanciënniteit van ten minste achttien jaar, en die de graad van controleur of van huismeester bekleedde op 30 december 1996 : 889.381 - 1.242.080 3 / 1 x 10.479 2 / 1 x 10.477 14 / 1 x 13.967 10 / 1 x 10.477 (Kl. / Cl. 20j. / a. - N. 2 - G. A) § 2. Met ingang van 1 januari 2002 : Technisch assistent Voorheen bekleed met de graad van sectiechef (R22) bij de radio Maritieme Dienst, met een evaluatie die niet werd afgesloten met de eindvermelding onvoldoende en een graadanciënniteit van ten minste negen jaar : 21.050,83 - 29.343,78 3 / 1 x 312,45 18 / 1 x 346,24 8 / 1 x 140,41 (Kl. / Cl. 20j. / a. - N. 2 - G. A) Technisch assistent Voorheen bekleed met de graad van sectiechef (R22) bij de radio Maritieme Dienst, met een evaluatie die niet werd afgesloten met de eindvermelding onvoldoende en een graadanciënniteit van ten minste achttien jaar, en die de graad van controleur of van huismeester bekleedde op 30 december 1996 : 22.047,18 - 30.790,49 3 / 1 x 259,77 2 / 1 x 259,72 14 / 1 x 346,24 10 / 1 x 259,72 (Kl. / Cl. 20j. / a. - N. 2 - G. A) § 3. Met ingang van 1 juni 2002 : Technisch assistent Voorheen bekleed met de graad van sectiechef (R22) bij de radio Maritieme Dienst, met een evaluatie die niet werd afgesloten met de eindvermelding onvoldoende en een graadanciënniteit van ten minste negen jaar : 21.261,34 - 29.637,42 3 / 1 x 315,58 18 / 1 x 349,71 8 / 1 x 141,82 (Kl. / Cl. 20j. / a. - N. 2 - G. A) Technisch assistent Voorheen bekleed met de graad van sectiechef (R22) bij de radio Maritieme Dienst, met een evaluatie die niet werd afgesloten met de eindvermelding onvoldoende en een graadanciënniteit van ten minste achttien jaar, en die de graad van controleur of van huismeester bekleedde op 30 december 1996 : 22.267,66 - 31.098,55 3 / 1 x 263,37 2 / 1 x 262,32 14 / 1 x 349,71 10 / 1 x 262,32 (Kl. / Cl. 20j. / a. - N. 2 - G. A) Afdeling 2. - Gemene graden
Art. 23.In afwijking van artikel 225, § 1, van het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren in de Rijksbesturen houden de ambtenaren ambtshalve benoemd in een graad opgenomen in kolom 1 van de hierna vermelde tabel en voorheen bekleed met de geschrapte graad opgenomen in kolom 2, en die de in kolom 3 vermelde weddenschaal genoten, het voordeel van deze weddenschaal, voorzover voordeliger : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 24.De weddeschaal verbonden aan de hierna vermelde graden wordt met ingang van 1 januari 2003 vastgesteld als volgt : Industrieel ingenieur, voorheen bekleed met de graad van adviseur (R10) bij de Radio Maritieme Dienst : 27.105,25 - 41.531,97 22 / 1 x 655,76 (Kl./ Cl. 24j. / a. - N. 1 - G. B) - Ingenieur, voorheen bekleed met de graad van ingenieur-adviseur (R10) bij de Radio Maritieme Dienst : 34.842,74 - 49.269,46 22 / 1 x 655,76 (Kl./ Cl. 24j. / a. - N. 1 - G. B) Afdeling 3. - Personeel onderworpen aan andere statuten dan de
ambtenaren vermeld in de afdelingen 1 en 2
Art. 25.De vaste wedde verbonden aan de hierna vermelde graden wordt met ingang van 1 januari 2003 vastgesteld als volgt : - Aalmoezenier 2e klasse van de drie erediensten : 15.692,86; - Aalmoezenier 1e klasse van de drie erediensten : 21.407,68; - Hoofdaalmoezenier van de katholieke en protestantse eredienst : 23.514,91; - Opperaalmoezenier van de drie erediensten : 35.950,09.
Art. 26.De vaste wedde of de weddenschaal verbonden aan de hierna vermelde graden worden vastgesteld als volgt : § 1. Met ingang van 1 januari 2003 : - Morele consulent 2e klasse : 15.692,86; - Morele consulent 1e klasse : 21.407,68; - Eerstaanwezend morele consulent : 23514,91; - Morele consulent hoofd van dienst : 35.950,09. § 2. Met ingang van 1 mei 2003 : - Morele consulent tweede klasse 20.500,33 - 31.846,67 3 / 1 x 618,08 10 / 2 x 949,21 (Kl. / Cl. 21j. /a. - N. 1 - G.B) - Morele consulent eerste klasse 25.254,60 - 37.550,15 3 / 1 x 618,08 11 / 2 x 949,21 (Kl. / Cl. 21j. /a. - N. 1 - G.B) - Eerstaanwezend morele consulent 27.647,32 - 42.216,49 11/2 x 1.324,47 (Kl. / Cl. 21j. /a. - N. 1 - G.B) - Morele consulent hoofd van dienst 35.408,45 - 49.977,62 11/2 x 1.324,47 (Kl. / Cl. 21j. /a. - N. 1 - G.B) HOOFDSTUK III. - Overgangs-, opheffings- en slotbepalingen
Art. 27.In afwijking van artikel 12 van het koninklijk besluit van 18 februari 1997 houdende diverse maatregelen ten gunste van de statutaire personeelsleden van de Regie voor Maritiem Transport, dient, voor de overgeplaatste personeelsleden van de Regie voor Maritiem Transport die slagen voor een competentiemeting, bij de toekenning van de competentietoelage, de hoogste wedde bedoeld in het voormeld artikel 12 vergeleken te worden met het bedrag van de wedde in de weddenschaal verbonden aan de graad na overplaatsing, verhoogd met de competentietoelage. Het hoogste bedrag wordt betaald.
Art. 28.Voor de ambtenaren die, wanneer ze de voorwaarden vervulden om deel te nemen aan een competentiemeting op datum van 31 augustus 2003, in deze meting geslaagd zijn ten laatste op 31 augustus 2004, wordt de vereiste termijn voor het bekomen van het eerstvolgende bevordering door verhoging in weddenschaal verminderd met een jaar. In dit geval, wordt de geldigheidsduur van de competentiemeting in gelijke mate verminderd en is de competentietoelage verbonden aan de competentiemeting niet meer verschuldigd.
Art. 29.Het koninklijk besluit van 17 november 1997 tot vaststelling van de weddenschalen voor de bijzondere graden bij het Ministerie van Landsverdediging, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 18 juli 2001, 4 en 13 december 2001, 4 en 11 april 2003, wordt opgeheven.
Art. 30.Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van : 1° de bepalingen die de overgang van de niveaus 3 en 4 naar het niveau D verzekeren, die uitwerking hebben met ingang van 1 januari 2002;2° de bepalingen die de overgang van het niveau 2 naar het niveau C verzekeren, die uitwerking hebben met ingang van 1 juni 2002;3° de bepalingen die de overgang van het niveau 2+ naar het niveau B verzekeren, die uitwerking hebben met ingang van 1 oktober 2002;4° het artikel 22 dat uitwerking heeft met ingang van 1 november 2001;5° de artikelen 24 tot 26 die uitwerking hebben met ingang van 1 januari 2003.
Art. 31.Onze Minister van Begroting en Onze Minister van Landsverdediging zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 2 september 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Landsverdediging, A. FLAHAUT
Bijlage bij het koninklijk besluit van 2 september 2004 houdende hervorming van de bijzondere loopbanen van de niveaus B, C en D en tot vaststelling van de weddenschalen van de bijzondere graden bij het Ministerie van Landsverdediging Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit houdende hervorming van de bijzondere loopbanen van de niveaus B, C en D en tot vaststelling van de weddenschalen van de bijzondere graden bij het Ministerie van Landsverdediging.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Landsverdediging, A. FLAHAUT