Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 02 mei 2017
gepubliceerd op 23 mei 2017

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2016, gesloten in het Paritair Subcomité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende het statuut van de vakbondsafvaardiging

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2017201096
pub.
23/05/2017
prom.
02/05/2017
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

2 MEI 2017. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2016, gesloten in het Paritair Subcomité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende het statuut van de vakbondsafvaardiging (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2016, gesloten in het Paritair Subcomité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende het statuut van de vakbondsafvaardiging.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 2 mei 2017.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap Collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2016 Statuut van de vakbondsafvaardiging (Overeenkomst geregistreerd op 29 november 2016 onder het nummer 136149/CO/152.01) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers van de inrichtingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap.

Onder "werknemers" verstaat men : zowel de arbeiders als de arbeidsters. HOOFDSTUK II. - Algemene bepalingen

Art. 2.De werkgevers- en vakorganisaties die zijn vertegenwoordigd in het paritair subcomité verklaren dat de essentiële beginselen betreffende de bevoegdheid en de werkingsmodaliteiten van de vakbondsafvaardigingen van het personeel worden bepaald door deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 3.De werknemers erkennen de noodzakelijkheid van een wettig gezag van de werkgevers en zij voeren hun werk plichtsgetrouw uit.

De werkgevers eerbiedigen de waardigheid van de werknemers en zij behandelen hen rechtvaardig.

Zij verbinden er zich toe hun vrijheid van vereniging en de vrije ontplooiing van hun organisatie in de inrichtingen direct noch indirect te hinderen.

Art. 4.De werkgeversorganisaties verbinden er zich toe aan hun aangeslotenen aan te bevelen, op personeel geen enkele druk uit te oefenen om hen te beletten bij een vakbond aan te sluiten.

De vakorganisaties verbinden er zich toe onder eerbiediging van de vrijheid van vereniging, aan te bevelen in de inrichtingen de praktijken van paritaire verhoudingen die met de geest van deze collectieve arbeidsovereenkomst stroken, na te leven. HOOFDSTUK III Oprichting en samenstelling van de vakbondsafvaardiging

Art. 5.De representatieve vakorganisaties hebben het recht kandidaten voor te dragen voor de aanduiding van de vakbondsafvaardiging.

Art. 6.Een vakbondsafvaardiging kan in elke inrichting worden opgericht die gedurende de zes maand vóór de aanvraag tot oprichting van een vakbondsafvaardiging ten minste gemiddeld tien personen tewerkstelt onder de categorie van het meesters-, vak- en dienstpersoneel.

Onder "inrichting" wordt verstaan : de technische bedrijfseenheid zoals bepaald bij artikel 49, 1° van de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 type wet prom. 04/08/1996 pub. 21/10/1999 numac 1999015088 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Franse Republiek betreffende het kraamgeld, ondertekend te Brussel op 26 april 1993 sluiten betreffende het welzijn van de werknemer bij de uitvoering van het werk.

Voor de vaststelling van het aantal tewerkgestelde personeelsleden wordt enkel rekening gehouden met de arbeiders en arbeidsters die onderworpen zijn aan de sociale zekerheid voor de werknemers en die arbeidsprestaties verrichten van ten minste 19 uur per week.

Art. 7.De aanvraag tot oprichting van een vakbondsafvaardiging wordt bij aangetekend schrijven aan de werkgever gericht door minstens één van de vakorganisaties die er de andere voorafgaandelijk van verwittigt. In deze brief verwijzen de vakorganisaties naar de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst. Een antwoord van de werkgever op deze aanvraag wordt binnen de dertig dagen gegeven.

Bij ontstentenis van een antwoord binnen deze termijn mag de vakbondsafvaardiging worden opgericht.

Een afschrift van de aanvraag wordt gelijktijdig overgemaakt aan de andere representatieve vakorganisaties.

Art. 8.De vakbondsafvaardiging wordt samengesteld uit gewone afgevaardigden, waarvan het aantal als volgt wordt bepaald : a) 10 tot en met 50 werknemers : 2 afgevaardigden;b) 51 tot en met 100 werknemers : 3 afgevaardigden.

Art. 9.Om als afgevaardigde te mogen fungeren, moeten de personeelsleden op de datum van de aanvraag tot oprichting van de vakbondsafvaardiging aan de volgende voorwaarden voldoen : a) ten minste 1 jaar anciënniteit bezitten in de inrichting;b) niet zijn opgezegd;c) de pensioengerechtigde leeftijd niet hebben bereikt;d) arbeidsprestaties verrichten van ten minste 19 uur per week;e) ten volle 18 jaar oud zijn.

Art. 10.Het mandaat van afgevaardigde loopt ten einde : a) bij het verstrijken van de termijn van dit mandaat;b) ingevolge schriftelijke ontslagneming aan de werkgever betekend;c) ingeval de afgevaardigde ophoudt tot het personeel te behoren;d) ingeval van overlijden;e) ingeval van terugtrekking van het mandaat door de vakorganisatie waarvan de afgevaardigde lid is.

Art. 11.Het mandaat van afgevaardigde duurt vier jaar en is hernieuwbaar. Het aantal afgevaardigden mag gedurende de normale termijn van het mandaat niet worden gewijzigd.

Art. 12.§ 1. De betrokken vakorganisaties komen onderling overeen, gebeurlijk door zich te beroepen op de bemiddelende tussenkomst van de voorzitter van het paritair subcomité, om de leden van de vakbondsafvaardiging aan te duiden.

De vakbondsafgevaardigden worden aangesteld op basis van het gezag waarover zij moeten beschikken bij het vervullen van hun opdracht en ook van hun bekwaamheid die een goede kennis van de inrichting en van de bedrijfstak vereist. § 2. De ondertekenende vakorganisaties maken aan de werkgever een lijst over van de voorgestelde afgevaardigden en dit ten laatste binnen de 60 dagen na de aanvraag. § 3. De vakbondsafvaardiging treedt in werking vanaf de eerste dag van de maand volgend op de mededeling aan de betrokken werkgever van de lijst van afgevaardigden voorzien in § 2.

Art. 13.De werkgever zal zich steeds mogen verzetten uit hoofde van ernstige redenen tegen de aanwijzing of het behoud van een afgevaardigde.

In dat geval zal de werkgever aan de betrokken vakorganisatie de reden laten kennen van zijn verzet en dit binnen de 14 werkdagen die volgen op de mededeling van de lijst voorzien bij artikel 12, § 2. Indien tussen de partijen geen akkoord wordt bereikt, wordt de zaak aan het verzoeningsbureau van het paritair subcomité voorgelegd dat terzake beslist na de partijen te hebben gehoord.

Art. 14.Iedere vakorganisatie voorziet tijdig in de vervanging van de afgevaardigden die het vervullen van hun functie stopzetten, voor de duur van het lopende mandaat en volgens de modaliteiten voorzien bij de artikelen 9 tot en met 13. HOOFDSTUK IV. - Bevoegdheid van de vakbondsafvaardiging

Art. 15.Deze heeft betrekking op : a) de arbeidsverhoudingen;b) de onderhandelingen met het oog op het sluiten van collectieve arbeidsovereenkomsten of akkoorden in de inrichting zonder dat daarbij afbreuk wordt gedaan aan de collectieve arbeidsovereenkomsten of akkoorden die op andere vlakken zijn gesloten;c) het waken op de toepassing van de sociale wetgeving, van de collectieve arbeidsovereenkomsten, van het arbeidsreglement en de individuele arbeidsovereenkomsten;d) de naleving van de algemene beginselen bepaald bij de artikelen 2 tot 4 van deze collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK V. - Werking

Art. 16.De vakbondsafvaardiging mag na raadpleging van de directie mondeling of schriftelijk overgaan tot alle mededelingen welke nuttig zijn voor het personeel zonder dat deze de organisatie van het werk mag verstoren. Deze mededelingen moeten van professionele of van syndicale aard zijn.

Art. 17.De informatie en de raadpleging van de personeelsleden door de vakbondsafvaardiging kan eventueel gebeuren op algemene personeelsvergaderingen tijdens de diensturen, mits akkoord van de werkgever. Deze laatste mag dit akkoord niet om willekeurige redenen weigeren. Plaats en tijd van samenkomen worden met de directie minstens 24 uur vooraf afgesproken.

Art. 18.Teneinde de bijeenkomsten met de directie voor te bereiden kan de vakbondsafvaardiging eveneens vergaderen tijdens de diensturen, volgens praktische schikkingen die bij onderling akkoord worden vastgesteld tussen de directie en de vakbondsafvaardiging. De vakbondsafvaardiging beschikt over een krediet van één uur per maand met een maximum van 10 uur per jaar voor deze voorbereidende vergaderingen.

Art. 19.De directie van een inrichting raadpleegt de vakbondsafvaardiging wanneer belangrijke wijzigingen worden overwogen die rechtstreeks de personeelsproblematiek beïnvloeden.

Art. 20.De directie en de vakbondsafvaardigingen gaan de verbintenis aan met elkaar overleg te plegen telkens één van de partijen om een onderhoud verzoekt. Dit onderhoud moet binnen de acht dagen na de aanvraag plaatsvinden. De uren die aan deze vergaderingen worden besteed, worden beschouwd als normale arbeidsuren.

Art. 21.De tussen de vakbondsafvaardiging en de directie gesloten schriftelijke akkoorden worden door de directie van de inrichting ter kennis gebracht van het personeel door aanplakking in een voor het personeel toegankelijk lokaal van de inrichting behoudens wanneer het gaat om individuele gevallen. HOOFDSTUK VI. - Statuut en rol van de afgevaardigde

Art. 22.Het mandaat van de vakbondsafgevaardigde mag geen aanleiding geven tot enig nadeel of speciale voordelen voor diegene die het uitoefent. Dit betekent dat de afgevaardigden recht hebben op de normale promoties van de werknemersgroep waartoe zij behoren.

Art. 23.De afgevaardigde mag niet worden ontslagen om redenen die eigen zijn aan de uitoefening van zijn mandaat. De werkgever die voornemens is een vakbondsafgevaardigde om gelijk welke reden, met uitzondering van dringende reden, te ontslaan, verwittigt voorafgaandelijk de vakbondsafvaardiging evenals de vakorganisatie welke de kandidatuur van deze afgevaardigde heeft voorgedragen. Deze verwittiging gebeurt bij aangetekend schrijven dat uitwerking heeft op de derde dag volgend op de datum van de verzending.

De betrokken vakorganisatie beschikt over een termijn van 7 dagen om mee te delen dat zij de geldigheid van het voorgenomen ontslag weigert te aanvaarden. Deze mededeling gebeurt bij aangetekend schrijven, de periode van 7 dagen neemt een aanvang op de dag waarop het door de werkgever toegezonden schrijven uitwerking heeft.

Het uitblijven van reactie van de vakorganisatie moet worden beschouwd als een aanvaarding van de geldigheid van het voorgenomen ontslag.

Art. 24.Indien de vakorganisatie weigert de geldigheid van het voorgenomen ontslag te aanvaarden, heeft de meest gerede partij de mogelijkheid het geval aan het oordeel van het verzoeningsbureau van het paritair subcomité voor te leggen; de maatregel tot ontslag mag niet worden uitgevoerd tijdens de duur van de procedure.

Indien het verzoeningsbureau tot geen éénparige beslissingen is kunnen komen binnen de dertig dagen van de aanvraag tot tussenkomst, wordt het geschil betreffende de geldigheid van de redenen die door de werkgever worden ingeroepen om het ontslag te verantwoorden, aan de arbeidsrechtbank voorgelegd.

Art. 25.Een forfaitaire vergoeding is door de werkgever verschuldigd in navolgende gevallen : a) indien hij een vakbondsafgevaardigde ontslaat, zonder de in artikelen 23 en 24 van deze collectieve arbeidsovereenkomst bepaalde procedure na te leven;b) indien op het einde van deze procedure de geldigheid van de redenen tot ontslag, rekening houdend met de bepaling van artikel 23, 1e lid, door het verzoeningsbureau of door de arbeidsrechtbank niet wordt erkend;c) indien de werkgever een afgevaardigde heeft ontslagen wegens dringende reden en de arbeidsrechtbank het ontslag ongegrond heeft verklaard;d) indien de arbeidsovereenkomst werd beëindigd wegens zware fout van de werkgever die voor de afgevaardigde een reden is tot onmiddellijke beëindiging van de overeenkomst. De forfaitaire vergoeding is gelijk aan het brutoloon van één jaar, onverminderd de toepassing van de artikelen 39 en 40 van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten. HOOFDSTUK VII. - Procedure voor het regelen van de sociale geschillen Verplichtingen van de partijen in geval van een geschil

Art. 26.In de veronderstelling dat er een probleem rijst in de betrekkingen tussen werkgever en werknemers, moet in de inrichting tussen de directie en de vakbondsafvaardiging naar een oplossing worden gezocht.

Art. 27.In geval de onderhandelingen in de inrichting mislukken, heeft de meest gerede partij de mogelijkheid het geval aan het oordeel van het verzoeningsbureau van het paritair subcomité voor te leggen. HOOFDSTUK VIII. - Slotbepalingen

Art. 28.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 28 september 2016 en is gesloten voor onbepaalde tijd.

Elk van de partijen kan haar opzeggen mits een opzegging van zes maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap (PSC 152.01).

De organisatie welke daartoe het initiatief neemt, verbindt er zich toe de redenen van haar opzegging bekend te maken en gelijktijdig amendementsvoorstellen in te dienen waaromtrent de ondertekenende organisaties de verbintenis aangaan deze binnen de maand na ontvangst in het paritair subcomité te bespreken.

Art. 29.Deze collectieve arbeidsovereenkomst van het Paritair Subcomité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap komt in de rechtsorde in opvolging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 oktober 1980 betreffende het statuut van de syndicaal afgevaardigde, afgesloten binnen het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, met als registratienummer 6907.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 2 mei 2017.

De Minister van Werk, K. PEETERS

^