gepubliceerd op 28 mei 2002
Koninklijk besluit inzake specifieke beperkende maatregelen tegen Zimbabwe
2 MEI 2002. - Koninklijk besluit inzake specifieke beperkende maatregelen tegen Zimbabwe
VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het besluit dat wij de eer hebben aan Uwe Majesteit ter ondertekening voor te leggen, heeft tot doel de toepassing van de maatregelen die genomen werden door de Raad van de Europese Unie in Verordening (EG) nr. 310/2002 van 18 februari 2002 inzake beperkende maatregelen tegen bepaalde leden van de Regeringen van Zimbabwe mogelijk te maken.
Artikel 11 van deze Verordening stelt dat elke Lidstaat bepaalt welke sancties van toepassing zijn indien de bepalingen ervan worden overtreden.
Bij gebrek aan een wet die de uitvoerende macht bevoegd maakt voor de tenuitvoerlegging van maatregelen uitgevaardigd door de Raad van de Europese Unie, dient voor de uitvoering van de bovenvermelde Verordening gesteund te worden op de wetgeving inzake wisselcontrole.
Naar analogie met de maatregelen genomen in het raam van de embargo's tegen Irak, Libië, Birma en de Federale Republiek Joegoslavië (FRJ) kan Uwe Majesteit, op basis van artikel 1, eerste lid, van de besluitwet van 6 oktober 1944 betreffende de controle op den wissel, de controle inrichten op om het even welke overdracht van goederen en waarden tussen België en het buitenland.
Met het oog hierop worden de wisselverrichtingen, het kapitaalverkeer en de financiële overdrachten van om het even welke aard onderworpen aan de bepalingen van Verordening (EG) nr. 310/2002 van 18 februari 2002 inzake beperkende maatregelen tegen bepaalde leden van de Regeringen van Zimbabwe mogelijk te maken.
De Minister van Financiën is bevoegd voor de organisatie en het treffen van elke maatregel die tot doel heeft de uitvoering van dit besluit te verzekeren.
De inwerkingtreding van het besluit is voorzien met terugwerkende kracht om het tijdperk na de inwerkingtreding van de Verordening (EG) nr. 310/2002 zijnde 21 februari 2002, te bestrijken.
De hoogdringendheid van het besluit wordt verantwoord.
Wij hebben de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars, De Minister van Buitenlandse Zaken, L. MICHEL De Minister van Financiën, D. REYNDERS
2 MEI 2002. - Koninklijk besluit inzake specifieke beperkende maatregelen tegen Zimbabwe ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap waarmee ingestemd werd bij wetten van 2 december 1957, 26 november 1992 en 10 augustus 1998;
Gelet op de Verordening (EG) nr. 310/2002 van de Raad van 18 februari 2002 inzake beperkende maatregelen tegen bepaalde leden van de Regering van Zimbabwe;
Gelet op de besluitwet van 6 oktober 1944 betreffende de controle op den wissel, gewijzigd bij de besluitwetten van 16 maart 1945 en 4 juni 1946 en bij de wetten van 23 december 1974 en 2 januari 1991, inzonderheid op artikel 1, eerste lid, en artikel 5;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 3 april 2002;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende de situatie in Zimbabwe, de recente escalatie van het geweld, de intimidatie van politieke opponenten en de schending van de mensenrechten en van de vrijheid van meningsuiting en vereniging uitgevoerd door de Regering van Zimbabwe;
Overwegende dat de Verordening (EG) nr. 301/2002 van de Raad van 18 februari 2002 verbindend is in al haar onderdelen en rechtstreeks van toepassing is in elke Lidstaat; dat zij in werking is getreden op 21 februari 2002, de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen (nr. L 50/4); dat het niet-naleven van haar bepalingen vanaf haar inwerkingtreding moet kunnen worden bestraft; dat deze strafmaatregelen dus onverwijld toepasselijk dienen te worden gemaakt;
Overwegende dat de voornoemde Verordening (EG) nr. 310/2002 inzonderheid alle tegoeden, financiële activa of economische middelen die in het bezit zijn van individuele leden van de Regering van Zimbabwe en van de in bijlage I genoemde natuurlijke of rechtspersonen, entiteiten of lichamen, op het vlak van de Europese Unie, van haar Lidstaten en dus van België, bevriest;
Overwegende dat de Lidstaten, waaronder België, gehouden zijn krachtens de voornoemde Europese Verordening nr. 310/2002, passende sancties te voorzien;
Op de voordracht van Onze Minister van Buitenlandse Zaken en Onze Minister van Financiën en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De wisselverrichtingen, het kapitaalverkeer en de financiële overdrachten van om het even welke aard worden onderworpen aan de bepalingen van de Europese Verordening nr. 310/2002 van de Raad van 18 februari 2002 inzake beperkende maatregelen tegen bepaalde leden van de Regering van Zimbabwe.
Art. 2.De Minister van Financiën is bevoegd voor de organisatie en het treffen van elke maatregel voor de uitvoering van de in artikel 1 beoogde verordening.
Art. 3.De sancties voorzien in de besluitwet van 6 oktober 1944 zijn van toepassing.
Art. 4.Onze Minister van Buitenlandse Zaken en Onze Minister van Financiën zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 5.Dit besluit treedt in werking met ingang van 21 februari 2002.
Gegeven te Brussel, 2 mei 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Buitenlandse Zaken, L. MICHEL De Minister van Financiën, D. REYNDERS