gepubliceerd op 25 juli 2002
Koninklijk besluit tot regeling van de toegang tot de informatiegegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen in hoofde van de afdeling Milieu-inspectie van de administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap
2 MEI 2002. - Koninklijk besluit tot regeling van de toegang tot de informatiegegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen in hoofde van de afdeling Milieu-inspectie van de administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap
VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp van besluit dat wij de eer hebben aan Uwe Majesteit ter ondertekening voor te leggen, strekt ertoe toegang tot het Rijksregister van de natuurlijke personen te verlenen aan de afdeling Milieu-inspectie van de administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.
De rechtsgrond van dit besluit wordt gevormd door artikel 5, eerste lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen.
Het leefmilieu en het waterbeleid behoren tot de bevoegdheid van de Gewesten, in casu van het Vlaamse Gewest, uit hoofde van artikel 6, § 1, II, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, vervangen bij de bijzondere wet van 16 juli 1993 (1).
De toegang tot de informatiegegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen is noodzakelijk voor de afdeling Milieu-inspectie van de administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, voor het vervullen van de taken in verband met de handhaving van de milieuhygiëneregelgeving.
De afdeling Milieu-inspectie van de administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap put haar bevoegdheid voor de handhaving van de milieuhygiëneregelgeving voornamelijk uit de volgende bepalingen : - de wet van 28 december 1964 betreffende de bestrijding van de luchtverontreiniging (artikel 6); - de wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging (artikel 32novies ); - de wet van 18 juli 1973 betreffende de bestrijding van de geluidshinder (artikel 9); - het koninklijk besluit van 24 februari 1977 houdende vaststelling van geluidsnormen in openbare en private inrichtingen (artikel 9); - het decreet van de Vlaamse Raad van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen (artikelen 54 en 55); - het decreet van de Vlaamse Raad van 24 januari 1984 houdende maatregelen inzake grondwaterbeheer (artikel 11); - het decreet van de Vlaamse Raad van 28 juli 1985 betreffende de milieuvergunning (artikelen 29 tot 33 en 35); - de wet van 12 juli 1985 betreffende de bescherming van de mens en van het leefmilieu tegen de schadelijke effecten en de hinder van niet-ioniserende straling, infrasonen en ultrasonen (artikelen 2 en 3); - het decreet van de Vlaamse Raad van 23 januari 1991 inzake bescherming van het leefmilieu tegen verontreiniging door meststoffen (artikelen 35 en 36); - het besluit van de Vlaamse Regering van 6 februari 1991 houdende vaststelling van het Vlaams reglement van de milieuvergunning (Vlarem I) (artikelen 58 en 64).
De toegang tot de informatiegegevens is noodzakelijk om de voornoemde handhavingstaken doelmatiger te laten verlopen.
De toegang wordt gevraagd tot de in artikel 3, eerste lid, 1° tot 9°, en tweede lid, bedoelde gegevens. Daarbij kan gepreciseerd worden dat de gegevens vermeld in artikel 3, eerste lid, 1° (naam en voornamen), 2° (geboorteplaats en -datum), 3° (geslacht), 4° (nationaliteit), 5° (hoofdverblijfplaats) en 6° (plaats en datum van overlijden) basisgegevens zijn, minimaal noodzakelijk om een dossier betreffende een natuurlijk persoon samen te stellen.Verder kan gesteld worden dat de toegang tot de informatiegegevens betreffende het beroep (7°), de burgerlijke staat (8°) en de samenstelling van het gezin (9°) noodzakelijk is om de identificatie en een doorgedreven controle bij de uitoefening van de handhavingstaken uit te voeren : - het beroep van de betrokkene kan voor de afdeling Milieu-inspectie een indicatie geven van het al dan niet doelbewuste karakter van de inbreuk tegen de milieuhygiënewetgeving waardoor de bewijslast voor het openbaar ministerie eenvoudiger wordt; - de samenstelling van het gezin kan een inzicht geven in de eventuele familieband tussen de persoon die de controleambtenaren ter plekke hebben opgemerkt bij hun vaststellingen, de eigenaar van het terrein of de zaakvoerder van het bedrijf. Zo kan de familieband van de betrokkene die ter plaatse betrapt werd, een indicatie geven van de opdrachtgever zodat er tegen deze kan worden opgetreden. Het storten van bepaalde stoffen is immers vaak een aanduiding van het illegaal verwerkt worden van bepaalde stoffen in een bedrijf.
Wat de toegang tot de opeenvolgende wijzigingen betreft die aan de informatiegegevens, bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de bovenvermelde wet van 8 augustus 1983, zijn aangebracht (historiek van de gegevens), kan in de tijd worden teruggegaan voor een periode van vijf jaar. Deze periode wordt gerechtvaardigd door de verjaringstermijn van de wanbedrijven (artikel 21 van het Wetboek der Strafvordering).
In naleving van de regels inzake de bescherming van de gegevens voorgeschreven bij artikel 11 van de voormelde wet van 8 augustus 1983, verleent het ontworpen besluit slechts de machtiging om toegang te hebben tot het Rijksregister aan : 1° de directeur-generaal van de administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap;2° het afdelingshoofd van de afdeling Milieu-inspectie van de onder 1° vermelde administratie;3° de personeelsleden die de onder 1° en 2° vermelde ambtenaren daartoe binnen hun diensten, wegens hun functies en binnen de perken van hun respectieve bevoegdheden, bij naam en schriftelijk aanwijzen. Met het oog op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de personen die in het Rijksregister van de natuurlijke personen zijn ingeschreven, worden in het koninklijk besluit onder meer de volgende maatregelen voorzien : - de personeelsleden die worden gemachtigd tot toegang tot de informatiegegevens dienen een verklaring te ondertekenen, waarin zij zich ertoe verbinden de veiligheid en de vertrouwelijkheid van de uit het Rijksregister verkregen informatiegegevens te eerbiedigen; - de lijst van deze personeelsleden dient, met vermelding van hun graad en van hun ambt, jaarlijks te worden opgesteld en aan de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer te worden medegedeeld.
Hierbij werd niet alleen rekening gehouden met de specifieke opdrachten van de afdeling Milieu-inspectie van de administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap maar ook met het belang van de personen waarop de in deze gegevensbank geregistreerde informatiegegevens betrekking hebben en met het recht van deze personen op een gebruik van de gegevens dat verenigbaar is met de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
De Raad van State verleende advies op 28 januari 2002.
Het ontwerp van besluit houdt rekening met de door dit Hoge Rechtscollege gemaakte opmerkingen.
Wij hebben de eer te zijn, Sire van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars, De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN _______ Nota (1) Belgisch Staatsblad van 15 augustus 1980 en 20 juli 1993. Advies 32.306/2 van de afdeling wetgeving van de Raad van State De Raad van State, afdeling wetgeving, tweede kamer, op 1 oktober 2001 door de Minister van Binnenlandse Zaken verzocht hem van advies te dienen over een ontwerp van koninklijk besluit « tot regeling van de toegang tot de informatiegegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen in hoofde van de afdeling Milieu-inspectie van de administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap », heeft op 28 januari 2002 het volgende advies gegeven :
Onderzoek van het ontwerp Aanhef Tweede tot vier lid : Het ontworpen besluit wordt uitgevaardigd met toepassing van artikel 5, eerste lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, welk artikel wordt genoemd in het eerste lid van de aanhef. De ontworpen regeling bezit geen andere rechtsgrond dan deze bepaling.
Naar de overige bepalingen die in de aanhef vermeld worden, wordt alleen verwezen om de reikwijdte van de regeling te bepalen, door te vermelden binnen welk wettelijk en reglementair kader ze wordt ingevoerd.
Tweede lid : Het lid behoort te worden vervangen door een overweging die luidt als volgt : « Overwegende dat artikel 6, § 1, II, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, vervangen bij de bijzondere wet van 16 juli 1993, van toepassing is; ».
Derde lid : De overweging behoordt als volgt te worden gesteld : « Overwegende dat de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, gewijzigd bij de wet van 11 december 1998, welke wet op 1 september 2001 in werking is getreden, inzonderheid artikel 4 van eerstgenoemde wet, toepassing is; ».
Vierde lid : Artikel 70 van het koninklijk besluit van 13 februari 2001 waarnaar in dit lid wordt verwezen, heeft betrekking op de inwerkingtreding op 1 september 2001, van de wet van 11 december 1998 tot omzetting van de richtlijn 95/46/EG van 24 oktober 1995 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in vervand met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrij verkeer van die gegevens, die de wet van 8 december 1992 wijzigt, tot bescherming van de persoonlijke levensfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens.
Het lid dat louter betrekking heeft op de inwerkingtreding van een tekst waarnaar in de aanhef reeds verwezen wordt, is overbodig en behoort te worden weggelaten.
De kamer was samengesteld uit : Kamervoorzitter : de heer Y. Kreins.
Staatsraden : de heren P. Quertainmont, J. Jaumotte.
Assessoren van de afdeling wetgeving : de heren J. van Compernolle, B. Glansdorff.
Toegevoegd griffier : Mevr. G. Minnaert.
Het verslag werd opgesteld door de H. J. Regnier, eerste auditeur-afdelingshoofd. De nota van het Coördinatiebureau werd opgesteld en toegelicht door Mevr. G. Martou, adjunct-referendaris.
De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst werd nagezien onder toezicht van de heer J. Jaumotte.
De griffier, De Voorzitter, G. Minnaert Y. Kreins 2 MEI 2002. - Koninklijk besluit tot regeling van de toegang tot de informatiegegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen in hoofde van de afdeling Milieu-inspectie van de administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, inzonderheid op artikel 5, eerste lid, gewijzigd bij de wet van 30 maart 1995;
Overwegende dat artikel 6, § 1, II, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, vervangen bij de bijzondere wet van 16 juli 1993, van toepassing is;
Overwegende dat de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van de persoonsgegevens, gewijzigd door de wet van 11 december 1998, welke wet op 1 september 2001 in werking is getreden, inzonderheid artikel 4 van eerstgenoemde wet, van toepassing is;
Gelet op het advies van Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Aan de afdeling Milieu-inspectie van de administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap wordt toegang verleend tot de informatiegegevens bedoeld in artikel 3, eerste lid, 1° tot en met 9°, en tweede lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen.
De in het eerste lid bedoelde toegang tot de informatiegegevens geldt uitsluitend voor het vervullen van taken in verband met de handhaving van de milieuhygiënewetgeving.
De in het eerste lid bedoelde toegang tot de informatiegegevens is voorbehouden : 1° aan de directeur-generaal van de administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap;2° aan het afdelingshoofd van de afdeling Milieu-inspectie van de onder 1° vermelde administratie;3° aan de personeelsleden die de onder 1° en 2° vermelde ambtenaren daartoe binnen hun diensten, wegens hun functies en binnen de perken van hun respectieve bevoegdheden, bij naam en schriftelijk aanwijzen. De toegang tot de opeenvolgende wijzigingen die aan de in het eerste lid bedoelde informatiegegevens worden aangebracht, wordt beperkt tot een periode van vijf jaar die aan de datum van opvraging van de gegevens voorafgaat.
Art. 2.De met toepassing van artikel 1, eerste lid, verkregen informatiegegevens mogen slechts worden gebruikt voor de in artikel 1, tweede lid, vermelde doeleinden. Zij mogen niet worden meegedeeld aan derden.
Worden niet als derden beschouwd voor de toepassing van het eerste lid : 1° de natuurlijke personen waarop die informatiegegevens betrekking hebben, alsook hun wettelijke vertegenwoordigers;2° de openbare overheden en de instellingen aangewezen krachtens artikel 5 van de voormelde wet van 8 augustus 1983, voor de informatiegegevens die hun mogen worden medegedeeld krachtens hun aanwijzing en in het kader van de betrekkingen die zij voor de in artikel 1, tweede lid, vermelde doeleinden met de afdeling Milieu-inspectie van de administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap onderhouden.
Art. 3.De personeelsleden bedoeld in artikel 1, derde lid, ondertekenen een verklaring waarin zij zich ertoe verbinden de veiligheid en de vertrouwelijkheid van de uit het Rijksregister verkregen informatiegegevens te eerbiedigen.
Art. 4.De lijst van de overeenkomstig artikel 1, derde lid, aangewezen personeelsleden wordt, met vermelding van hun graad en van hun ambt, jaarlijks opgesteld en volgens dezelfde periodiciteit aan de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer gezonden.
Art. 5.Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 2 mei 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN