gepubliceerd op 23 april 1998
Koninklijk besluit tot vaststelling van de weddeschalen verbonden aan de bijzondere graden bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten
2 MAART 1998. Koninklijk besluit tot vaststelling van de weddeschalen verbonden aan de bijzondere graden bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op de instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 11, § 1, vervangen bij de wet van 22 juli 1993;
Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 3, § 1, 3° en 4°, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 10 april 1995, en op artikel 7;
Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten;
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 22 augustus 1996;
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 22 augustus 1996;
Gelet op het protocol van 14 oktober 1997 waarin de conclusies van de onderhandelingen gevoerd binnen het sectorcomité XII worden vermeld;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989;
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Organiek stelsel
Artikel 1.Aan de graad van administrateur-generaal (rang 16) wordt de volgende weddeschaal verbonden : 1 943 348 - 2 580 028 112 x 57 880 (Kl. 24 j. - N 1 - G.B.)
Art. 2.Aan de graad van adjunct-administrateur-generaal (rang 15) wordt de volgende weddeschaal verbonden : 1 843.916 - 2 431 635 112 x 57 880 (Kl. 24 j. - N 1 - G.B.)
Art. 3.§ 1. Aan de graad van actuaris (rang 10) wordt de weddeschaal 10 D verbonden. § 2. De actuaris die vier jaar graadanciënniteit heeft, bekomt de weddeschaal 10 E. § 3. De actuaris die ten minste 12 jaar graadanciënniteit heeft, kan, voor zover er vacante betrekkingen zijn, de volgende weddeschaal bekomen : 1 205 758 - 1 713 329 31 x 26 713 82 x 53 429 (Kl. 24 j. - N 1 - G.B.) HOOFDSTUK II. - Overgangs- en slotbepalingen
Art. 4.De wedde van de ambtenaren die ambtshalve benoemd zijn in een graad krachtens artikel 1 van het koninklijk besluit van 3 oktober 1996 houdende vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren van de Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten die behoren tot niveau 2 en 4 of krachtens artikel 1 van het koninklijk besluit van 2 maart 1998 tot vereenvoudiging van de loopbaan van sommige personeelsleden van de Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten die behoren tot niveau 1, wordt vastgesteld in de weddeschaal die, volgens de bij dit besluit gevoegde tabel, verbonden is aan de opgerichte graad.
Art. 5.De weddeschalen verbonden aan de hiernavermelde graden worden vastgesteld als volgt : - Eerstaanwezend inspecteur-hoofd van dienst (rang 12) : 1 018 768 - 1 514 768 31 x 24 933 112 x 38 291 (Kl. 24 j. - N 1 - G.B.) - Eerstaanwezend inspecteur (rang 11) : 898 575 - 1 394 575 31 x 24 933 112 x 38 291 (Kl. 24 j. - N 1 - G.B.)
Art. 6.Dit besluit treedt in werking op dezelfde dag als het koninklijk besluit van 22 oktober 1997 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten, met uitzondering van artikel 5, dat uitwerking heeft met ingang van 1 juni 1994, en ophoudt uitwerking te hebben op 1 november 1997.
Art. 7.§ 1. De weddeschalen verbonden aan de bijzondere graden vermeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 27 mei 1977 tot vaststelling van de weddeschalen verbonden aan de bijzondere graden bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten, worden op 1 juni 1994 vervangen door de weddeschalen vermeld in artikel 5 van dit besluit. § 2. Het koninklijk besluit van 27 mei 1977 tot vaststelling van de weddeschalen verbonden aan de bijzondere graden bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten wordt opgeheven.
Art. 8.Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Sociale Zaken zijn, ieder wat hen betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 2 maart 1998.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, J. VANDE LANOTTE De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN
Bijlage Conversietabel van de geschrapte bijzondere graden en de eraan verbonden weddeschalen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 2 maart 1998.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN