2 MAART 1998. Koninklijk besluit tot oprichting van het Belgisch Commissariaat-generaal bij de Wereldtentoonstelling van Hannover in 2000

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 16 februari 1931 houdende goedkeuring van de Conventie inzake de internationale Tentoonstellingen, ondertekend te Parijs op 22 november 1928;

Gelet op de beslissing van de Ministerraad van 27 juni 1997 een officiële Belgische deelneming te organiseren bij de Wereldtentoonstelling van Hannover in 2000;

Gelet op de inschrijving van voornoemde Tentoonstelling van Hannover door het Internationaal Bureau voor Tentoonstellingen van 14 juni l990: Gelet op het gunstig advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 16 februari 1998;

Op de voordracht van Onze Minister van Economie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De Commissaris-generaal van de Belgische Regering bij de Wereldtentoonstelling van Hannover in 2000 heeft als opdracht, onder het gezag van Onze Minister van Economie, het ontwerp, de voorbereiding, de organisatie en de liquidatie van de officiële Belgische deelneming aan deze manifestatie te verwezenlijken. Hij is namelijk gelast: 1° de Belgische exposanten te recruteren en er de deelnemingsvoorwaarden van te bepalen;2° de toekenning en de verdeling der plaatsruimten van de Belgische sectie te regelen;3° alle plannen goed te keuren.Hem moeten alle werken binnen de omheining van de Belgische sectie voor goedkeuring worden onderworpen; 4° alle maatregelen te nemen met het oog op het handhaven van de orde en de veiligheid van personen en goederen binnen de Belgische sectie.

Art. 2.De Commissaris-generaal beschikt, binnen het kader van de kredieten die te zijner beschikking worden gesteld, over alle bevoegdheden welke nodig zijn voor het volbrengen van zijn opdracht.

Met dat doel mag hij namelijk: 1° zich verbinden en bedingen, alle onroerende goederen huren, onderhuren en beheren;alle roerende goederen kopen, vervreemden, ruilen of huren; onderhandelen over of schikkingen treffen voor alle aankopen binnen het kader van zijn bevoegdheden; 2° alle overeenkomsten in verband met zijn bevoegdheden, zoals zij in onderhavig besluit worden bepaald, sluiten;3° de reglementen van de Belgische sectie uitvaardigen.

Art. 3.1° Binnen het kader van de kredieten die te zijner beschikking worden gesteld, mag de Commissaris-generaal alle bouw- en versieringswerken doen uitvoeren, plannen en bestekken opmaken, met samenwerking van alle deskundigen door hem aangeduid. 2° Hij mag ook, mits goedkeuring van Onze Minister van Economie: a) alle medewerkers van het Commissariaat-generaal aanwerven en ontslaan;b) de bevoegdheden van alle leden van het Commissariaat-generaal bepalen;c) de wedden, vergoedingen, erelonen en representatiekosten van al zijn medewerkers en van zijn personeel bepalen.

Art. 4.In de uitoefening van hun ambtsverrichtingen, vertegenwoordigen de Commissaris-generaal of de Adjunct-Commissaris-generaal de Belgische Regering bij de Duitse autoriteiten, gelast met de realisatie van de wereldtentoonstelling van Hannover in 2000.

Art. 5.De Commissaris-generaal mag, onder zijn verantwoordelijkheid en binnen de grenzen door hem bepaald, een deel der hem toegekende bevoegdheden overdragen alsmede de ondertekening van zekere stukken en briefwisseling.

Art. 6.De Commissaris-generaal legt aan Onze Minister van Economie het financieel plan voor, dat er op gericht is de Belgische deelneming aan de Tentoonstelling mogelijk te maken.

Dit plan zal het ontwerp der begroting van het Commissariaat-generaal bevatten.

De in deze begroting voorziene uitgaven moeten steeds in evenwicht zijn met de hiertoe voorziene variabele kredieten op het Fonds voor de Organisatie van Internationale Tentoonstellingen.

Art. 7.De Commissaris-generaal beschikt over de kredieten hem door Onze Minister van Economie ter beschikking gesteld in het kader van de machtigingen en kredieten te dien einde voorzien in de begroting van zijn departement. Deze kredieten blijven beperkt tot 50 miljoen frank.

De Commissaris-generaal beschikt eveneens over alle van derden ontvangen fondsen.

De begroting van het Commissariaatgeneraal behelst als uitgaven alle voor zijn werking nodige kosten en als ontvangsten, buiten hem door Onze Minister van Economie ter beschikking gestelde kredieten, alle ontvangsten voortvloeiende uit stortingen van derden evenals alle ontvangsten ingevolge de uitoefening van de opdracht van het Commissariaat-generaal.

De Commissaris-generaal kan slechts verbintenissen aangaan tot beloop van de som van enerzijds de door de Staat toegezegde kredieten en anderzijds de verworven rechten voor de eigen ontvangsten.

Art. 8.De Commissaris-generaal beheert de begroting met de medewerking van een Algemeen Penningmeester benoemd door Onze Minister van Economie; hij legt de uitgaven vast en keurt ze goed, binnen het kader van de voorziene middelen.

Boven de 1 250 000 frank zal de uitgave door Onze Minister van Economie moeten goedgekeurd worden.

De wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de in uitvoering van deze wet genomen besluiten zijn van toepassing op de verrichtingen van het Commissariaat-generaal.

Art. 9.De Algemeen Penningmeester stelt de verantwoordingsrekeningen op en voegt er, desgevallend, ten behoeve van Onze Minister van Economie de bemerkingen aan toe waartoe bedoelde rekeningen en de bijhorende verantwoordingsstukken aanleiding geven.

De Commissaris-generaal ziet deze rekeningen na en ondertekent ze "voor waar en echt" waarna ze door Onze Minister van Economie worden goedgekeurd en vervolgens aan het Rekenhof worden overgemaakt.

De Inspectie van Financiën, geaccrediteerd bij het Departement van Economische Zaken, kan nazicht uitoefenen op de rekeningen van het Commissariaat-generaal.

Art. 10.Onze Minister van Economie zal de Commissaris-generaal, de Adjunct-Commissarisgeneraal en de Algemeen Penningmeester forfaitaire bedragen kunnen toekennen voor receptie- en representatiekosten. Deze bedragen zijn aan te rekenen op de begroting van het Commissariaat-generaal.

Art. 11.Het statuut van het personeel en van de medewerkers van het Commissariaat-generaal wordt beheerd door de regelen van het privaat recht of door deze eigen aan de ambtenaren in openbare diensten die, inzonderheid via de detachering en het ter beschikking stellen, geroepen worden tot het uitvoeren van prestaties binnen het kader der verwezenlijking van de Tentoonstelling.

Art. 12.Onze Minister van Economie zal de datum bepalen waarop de opdracht van de Commissaris-generaal en deze van de Adjunct-Commissaris-generaal zal beëindigd zijn.

Art. 13.De Comrnissaris-generaal zorgt ervoor dat, bij de beëindiging van zijn opdracht, de bundels, documenten en alle stukken der boekhouding alsmede verzamelingen van catalogi en reglementen in het archief van het Ministerie van Economische Zaken zullen overgebracht worden.

Art. 14.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 20 november 1997.

Art. 15.Onze Minister tot wiens bevoegdheid de Economische Zaken behoren, is belast met uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 2 maart 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, E. DI RUPO