gepubliceerd op 04 augustus 2006
Koninklijk besluit houdende onteigening ten algemenen nutte met rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden voor het leggen van een pijpleiding tussen Glons en Sankt Vith door Landsverdediging
2 JULI 2006. - Koninklijk besluit houdende onteigening ten algemenen nutte met rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden voor het leggen van een pijpleiding tussen Glons en Sankt Vith door Landsverdediging
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemenen nutte, zijnde artikel 5 van de wet van 26 juli 1962, betreffende de onteigeningen ten algemenen nutte en de concessies voor de bouw van de autosnelwegen;
Overwegende dat de NAVO (Noord-Atlantische Verdragsorganisatie) de aanvraag van de CEPMA (Central Europe Pipeline Management Agency), beheerder van het West-Europese pijpleidingssysteem, goedkeurde om de pijpleiding van 6 duim tussen Glons en Sankt Vith te vervangen door een lijn van 12 duim en kredieten ter beschikking van België heeft gesteld in oktober 1997, met het oog op de realisatie van dit project;
Overwegende dat de vernieuwing van de pijpleiding niet alleen leidt tot een verhoging van de capaciteit van het NAVO-pijpleidingsnet, maar tevens de naleving van de verplichtingen inzake milieubescherming mogelijk maakt, aangezien de nieuwe leiding op een diepte werd geplaatst die 40 cm lager is dan de nominale diepte van de huidige leiding;
Overwegende dat België zich dient te schikken naar de verplichtingen die haar worden opgelegd door de NAVO, waarvan ze een lidstaat is;
Overwegende de grondplannen van door de Belgische Staat tijdelijk in te nemen, aan te kopen of te onteigenen grondinnemingen op het grondgebied van de gemeenten Bassenge, Juprelle, Oupeye, Herstal, Liège, Visé, Blegny, Soumagne, Herve, Pepinster, Verviers, Theux, Jalhay, Stavelot en Malmedy;
Overwegende dat de onmiddellijke aankoop of onteigening van bovenbedoelde terreinen onontbeerlijk is om redenen van openbaar nut;
Op de voordracht van Onze Minister van Landsverdediging, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Het openbaar nut vordert de onmiddellijke aankoop of onteigening van de innemingen nodig voor de aanleg en het behoud van de pijpleiding tussen Glons en Sankt Vith, op het grondgebied van de gemeenten Bassenge, Juprelle, Oupeye, Herstal, Liège, Visé, Blegny, Soumagne, Herve, Pepinster, Verviers, Theux, Jalhay, Stavelot en Malmedy, zoals aangeduid op de grondplannen, toegevoegd aan dit besluit.
Art. 2.Te dien einde zal bij artikel 5 van de wet van 26 juli 1962 betreffende de onteigeningen ten algemenen nutte en de concessies voor de bouw van autosnelwegen, voorziene rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden worden toegepast.
Art. 3.Bij gebrek aan een minnelijke schikking betreffende de afstand van de innemingen vermeld in de kolommen nrs. 7 en 8, evenals de erfdienstbaarheden vermeld in de kolom nr. 11 van de tabel bijgevoegd aan dit besluit, is Landsverdediging gemachtigd om de oppervlakten, vermeld in de kolom nr. 10 van de tabel toegevoegd aan dit besluit, in volle eigendom te onteigenen.
Art. 4.Onze Minister van Landsverdediging is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 2 juli 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landsverdediging, A. FLAHAUT
Bijlage aan het koninklijk besluit van 2 juli 2006 betreffende de onteigening ten algemenen nutte met rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden voor het leggen van een pijpleiding tussen Glons en Sankt Vith door Landsverdediging Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 2 juli 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landsverdediging, A. FLAHAUT