Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 02 juli 2003
gepubliceerd op 02 september 2003

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 november 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken, betreffende de afwezigheden

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2003012565
pub.
02/09/2003
prom.
02/07/2003
ELI
eli/besluit/2003/07/02/2003012565/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

2 JULI 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 november 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken, betreffende de afwezigheden (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 5 november 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken, betreffende de afwezigheden.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 2 juli 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken Collectieve arbeidsovereenkomst van 5 november 2002 Afwezigheden (Overeenkomst geregistreerd op 2 december 2002 onder het nummer 64576/CO/311) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken. HOOFDSTUK II. - Afwezigheden Afdeling 1. - Familiaal verlof (korte duur)

Art. 2.Op aanvraag van de betrokken werknemer staat de werkgever per jaar ten hoogste tien dagen niet-bezoldigde afwezigheid toe teneinde hem in de gelegenheid te stellen een familieprobleem of een sociale kwestie te regelen, en zulks gedurende de tijd die nodig is om dringende maatregelen te nemen in geval van : 1° ongeval of ziekte van een afstammeling, van de echtgeno(o)t(e) of van een ander persoon die bij het gezin hoort;2° ongeval of ziekte van een alleen levende vader, moeder, of afstammeling;3° noodzakelijkheid van bewaking van de kinderen van de werknemer;4° aanzienlijke materiële schade aan de woning van de werknemer, waaraan reparatie dringend gewenst is;5° administratieve formaliteiten die in geen geval buiten de arbeidsdagen en -uren vervuld kunnen worden. De niet-gewerkte uren worden afgehouden van de bezoldiging of komen in mindering van de jaarlijkse vakantie, al naar gelang de overeenkomst tussen de werkgever en de betrokken werknemer.

De redenen van afwezigheid moeten bewezen worden aan de hand van de gepaste documenten of, bij gebrek daaraan, aan de hand van enig ander rechtsmiddel.

De werknemer die, wegens onvoorziene omstandigheden, het werk moet verlaten, is gehouden de werkgever daarvan zo vlug mogelijk te verwittigen. Afdeling 2. - Anciënniteitsverlof

Art. 3.Vanaf 1992, zullen de verlofdagen toegekend op grond van de anciënniteit in de onderneming zich als volgt voordoen : - na 5 jaar : 2 dagen; - na 10 jaar : 3 dagen; - na 15 jaar : 4 dagen; - na 20 jaar : 5 dagen; - na 25 jaar : 6 dagen.

Deze verlofdagen worden niet gevoegd bij de bijzondere verlofdagen van de onderneming, die er volgens hun aantal worden in opgenomen.

Ze mogen niet tegelijkertijd genomen worden met de wettelijke jaarlijkse vakantie, noch tijdens een belangrijke werkperiode.

De beschikkingen van vorige alinea's vormen geen hinderpaal voor gunstiger modaliteiten die op het vlak van de ondernemingen, inhouden dat deze verlofdagen niet opgeslorpt worden, gevoegd worden bij het jaarlijks verlof en/of kunnen vallen in een periode waarin veel werk is. Afdeling 3. - Jaarlijkse vakantie

Art. 4.De werknemers hebben recht op drie opeenvolgende weken jaarlijkse vakantie indien zij hierom verzoeken. Afdeling 4. - Carenzdag arbeiders

Art. 5.Vanaf 1 januari 2002 zal er geen carenzdag - dit wil zeggen de eerste dag afwezigheid wegens ziekte of ongeval, zoals bepaald in artikel 52, § 1, alinea 2, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten (Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978) - meer toegepast worden voor de arbeiders. Afdeling 5. - Klein verlet

Art. 6.§ 1. Voor de toepassing van de wetgeving op het klein verlet, zullen de samenwonenden gelijkgesteld worden met de echtgenoten, op voorwaarde dat het bewijs wordt voorgelegd van samenwoning in hetzelfde domicilie. § 2. Een dag klein verlet zal toegekend worden aan werknemers die verhuizen en dit op voorlegging van een getuigschrift van de gemeentelijke overheid. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen

Art. 7.De collectieve arbeidsovereenkomst van 16 juni 1997 betreffende de vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden (koninklijk besluit van 24 juni 2000, Belgisch Staatsblad van 26 augustus 2000) wordt opgeheven.

Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2002. Zij is gesloten voor onbepaalde tijd.

Zij kan door elk van de partijen opgezegd worden met een opzeggingstermijn van drie maanden gegeven bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 2 juli 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^