Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 02 juli 2003
gepubliceerd op 18 augustus 2003

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 februari 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, inzake het recht op de vrijwillige vermindering van arbeidsprestaties in het raam van de eindeloopbaan vanaf de leeftijd van 50 jaar, het recht op zorgkrediet en het recht op loopbaankrediet (1)

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2003012548
pub.
18/08/2003
prom.
02/07/2003
ELI
eli/besluit/2003/07/02/2003012548/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

2 JULI 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 februari 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, inzake het recht op de vrijwillige vermindering van arbeidsprestaties in het raam van de eindeloopbaan ("landingsbanen") vanaf de leeftijd van 50 jaar, het recht op zorgkrediet en het recht op loopbaankrediet (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 28 februari 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, inzake het recht op de vrijwillige vermindering van arbeidsprestaties in het raam van de eindeloopbaan ("landingsbanen") vanaf de leeftijd van 50 jaar, het recht op zorgkrediet en het recht op loopbaankrediet.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 2 juli 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten Collectieve arbeidsovereenkomst van 28 februari 2001 Het recht op de vrijwillige vermindering van arbeidsprestaties in het raam van de eindeloopbaan ("landingsbanen") vanaf de leeftijd van 50 jaar, recht op zorgkrediet en recht op loopbaankrediet (Overeenkomst geregistreerd op 15 juli 2002 onder het nummer 63286/CO/305.02)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers in de kinderdagverblijven waarbij bedoeld worden : de door Kind en Gezin erkende en gesubsidieerde kinderkribben en peutertuinen, de diensten voor opvanggezinnen, de diensten voor tele-onthaal, het niet-autonoom algemeen welzijnswerk zoals opgenomen in het decreet betreffende het algemeen welzijnswerk van 19 december 1997, de door Kind en Gezin erkende en gesubsidieerde projecten voor zover ze sociale, psychische of fysische gezondheidszorg verlenen, de centra voor geestelijke gezondheidszorg en de vertrouwenscentra kindermishandeling zoals erkend en gesubsidieerd door Kind en Gezin, erkend en gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en ressorterend onder het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten.

Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendepersoneel.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst bepaalt de rechten en plichten van de werkgevers en de werknemers in verband met de toepassing van het besluit van de Vlaamse Regering betreffende de aanmoedigingspremies social profit. HOOFDSTUK I. - Het recht op zorgkrediet

Art. 3.Elke werknemer, ongeacht zijn/haar functie, beroepscategorie, arbeidsovereenkomst of anciënniteit, heeft recht op het nemen van zorgkrediet.

Hieronder wordt verstaan : de werknemer die zijn loopbaan geheel of gedeeltelijk onderbreekt om palliatief verlof, om verlof voor bijstand of verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid, of om ouderschapsverlof op te nemen.

Art. 4.De werknemer die gebruik wenst te maken van het recht op zorgkrediet behoudt zijn/haar oorspronkelijke functie en tewerkstellingsplaats.

Art. 5.De Vlaamse aanmoedigingspremies in het raam van het zorgkrediet kunnen tijdens de beroepsloopbaan gedurende maximum één jaar worden toegekend.

Het opnemen van een kortere periode van zorgkrediet, of meerdere korte periodes, gebeurt volgens de reglementeringen van de toepasselijke loopbaanonderbreking.

Art. 6.De werkgever zal de aanvraagformulieren en documenten die noodzakelijk zijn voor de premies in geval van zorgkrediet ter beschikking stellen en ondertekenen. HOOFDSTUK II. - Het recht op loopbaankrediet

Art. 7.Overeenkomstig de modaliteiten en voorwaarden opgenomen in bijlage 1, heeft de werknemer recht op een loopbaankrediet.

Hieronder wordt verstaan : de loopbaanonderbreking in het raam van het "Vlaams Intersectoraal akkoord voor de Social-Profitsector 2000-2005".

Voor de kinderdagverblijven en diensten voor opvanggezinnen gelden de voorwaarden opgenomen in bijlage 2.

Indien de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 december 1989 betreffende de onderbreking van de beroepsloopbaan, gesloten in het Paritair Subcomité voor de inrichtingen die niet aan de wet op de ziekenhuizen onderworpen zijn wordt gewijzigd, wordt deze bijlage automatisch aangepast overeenkomstig de wijzigende collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 8.De werknemer die gebruik maakt van het recht op loopbaankrediet behoudt zijn/haar oorspronkelijke functie en tewerkstellingsplaats.

Art. 9.De aanmoedigingspremie kan tijdens de beroepsloopbaan gedurende maximum één jaar toegekend worden onder de modaliteiten bepaald in het besluit van de Vlaamse Regering, namelijk : - hetzij voor drie maanden per periode van vijf jaar beroepsactiviteit in de social profit sector, of een gelijkgestelde sector met een maximum van één jaar na twintig jaar beroepsactiviteit; - hetzij voor twaalf maanden na twintig jaar beroepsactiviteit in de social profit sector, of een gelijkgestelde sector.

Art. 10.De werkgever zal de aanvraag formulieren en documenten die noodzakelijk zijn voor de premies in geval van loopbaankrediet ter beschikking stellen en ondertekenen. HOOFDSTUK III. - Het recht op de vrijwillige vermindering van de arbeidsprestaties in het raam van de eindeloopbaan ("landingsbaan") vanaf de leeftijd van 50 jaar

Art. 11.Elke werknemer van 50 jaar of ouder, heeft op zijn/haar vraag recht op de gedeeltelijke onderbreking van zijn loopbaan in het kader van de eindeloopbaan (vermindering van de arbeidsprestaties) en het besluit van de Vlaamse regering betreffende de aanmoedigingspremies in het raam van de "landingsbanen".

Voor volgende functies blijft de toestemming van de werkgever vereist : In de kinderdagverblijven : - de directie; - het diensthoofd.

In het niet-autonoom algemeen welzijnswerk : - het diensthoofd maatschappelijk werk; - de persoon met het barema van adjunct diensthoofd maatschappelijk werk.

Voor de centra voor geestelijke gezondheidszorg : - de leidinggevende van het centrum voor geestelijke gezondheidszorg zoals bepaald in artikel 32 van het decreet van 18 mei 1999 betreffende de geestelijke gezondheidszorg; - de kwaliteitscoördinator zoals bepaald in artikel 5, § 4, van het decreet betreffende de integrale kwaliteitszorg in de verzorgingsvoorzieningen; - de geneesheer-directeur; - de persoon belast met de functie van verantwoordelijke en/of het diensthoofd van de vestigingsplaats in voorkomend geval.

Voor de vertrouwenscentra kindermishandeling : - de coördinator.

Voor de centra tele-onthaal : - de leidinggevende personen.

Voor alle andere sectoren : - de persoon die in de voorziening belast is met de dagelijkse leiding.

Art. 12.De werknemer die gebruik wenst te maken van het recht op de vermindering van de arbeidsprestaties, richt hiertoe een schriftelijke melding aan de werkgever, ten minste drie kalendermaanden voor de ingangsdatum van de vermindering van de arbeidsprestaties.

In onderling akkoord kunnen de werknemer en de werkgever deze reeds vroeger dan drie maanden na de schriftelijke melding laten starten.

Art. 13.De werknemer die gebruik maakt van de vermindering van de arbeidsprestaties, behoudt zijn oorspronkelijke arbeidsovereenkomst.

In een bijlage wordt de toepasselijke uurregeling en de ingangsdatum ervan door partijen overeengekomen.

De werknemer die gebruik maakt van de regeling beschreven in deze collectieve arbeidsovereenkomst, behoudt zijn/haar oorspronkelijke functie en tewerkstellingsplaats, tenzij door partijen schriftelijk anders wordt overeengekomen.

Art. 14.De werkgever zal de aanvraagformulieren en documenten die noodzakelijk zijn voor de premies in geval van vermindering van arbeidsprestatie in het raam van de landingsbanen ter beschikking stellen en ondertekenen. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen

Art. 15.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2001 en wordt gesloten voor onbepaalde duur.

Zij kan door één der partijen opgezegd worden mits een opzegging van drie maanden betekend bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 2 juli 2003.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

Bijlage 1 Voorwaarden voor de toekenning van volledige beroepsloopbaanonderbreking : 1. De aanvraag voor volledige beroepsloopbaanonderbreking moet minstens drie maanden voor de gewenste ingang ingediend worden.2. De duur van de aangevraagde volledige beroepsloopbaanonderbreking mag niet minder dan drie maanden en in principe niet meer dan één jaar bedragen.De periode van onderbreking kan evenwel worden verlengd mits instemming van de werkgever. 3. De aanvrager dient in principe minstens twee jaar anciënniteit binnen de voorziening te hebben, en moet verbonden zijn met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur.4. De definitieve keuze van de periode van de onderbreking wordt in gemeen overleg tussen werkgever en werknemer bepaald, in functie van de wensen en noden van de werknemer, waarbij echter rekening wordt gehouden met de behoeften van de dienst of van de dienstverlening.5. Gelijktijdige volledige beroepsloopbaanonderbrekingen worden beperkt tot 10 pct.van het personeel. Bij deze berekeningen wordt in voltijdse equivalenten gerekend en worden afrondingen naar een volle of halve eenheid naar boven toegepast.

In voorzieningen van minder dan tien werknemers zal de 10 pct. in één voltijds equivalent omgezet worden.

Het maximum aantal eventueel gegadigden voor een gelijktijdige beroepsloopbaanonderbreking. In voltijdse equivalenten uitgedrukt, wordt op basis van het tewerkgesteld personeel waarvoor loon door de werkgever wordt betaald telkens op 30 juni en 31 december voor de zes volgende maanden vastgelegd. 6. Per functiecategorie kan op hetzelfde ogenblik één persoon (in voltijdse equivalenten uitgedrukt) per begonnen schijf van vijf voltijdse equivalenten, van de volledige beroepsloopbaanonderbreking genieten in het kader van deze collectieve arbeidsovereenkomst.7. De directies vallen niet onder de toepassing van deze regeling. De werkgevers zullen aan het personeel de mogelijkheden inzake beroepsloopbaanonderbreking en vermindering van arbeidsprestaties schriftelijk bekend maken, en tevens de procedure tot het bekomen ervan - zoals in deze collectieve arbeidsovereenkomst voorzien - mededelen.

Ingeval meerdere nog niet toegestane aanvragen voor volledige beroepsloopbaanonderbreking, de limieten van punt 5 of 6 bij gelijktijdige toepassing zouden doorbreken, zal, bij afwezigheid van een lokale collectieve arbeidsovereenkomst afgesloten in het raam van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités (Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969), ter zake prioriteit gegeven worden op basis van de hoogste instellingsanciënniteit.

Gunstiger collectieve lokale afspraken inzake beroepsloopbaanonderbrekingen en/of verminderingen van arbeidsprestaties mogen steeds gemaakt of behouden worden.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 2 juli 2003.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

Bijlage 2 voor de erkende kinderdagverblijven en diensten voor opvanggezinnen Met het oog op het bekomen van de onderbrekingsuitkeringen en op voorwaarde dat zij met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd reeds ten minste 24 maanden ononderbroken in dezelfde instelling tewerkgesteld zijn, kunnen de voltijds en deeltijds werkende werknemers hun beroepsloopbaan volledig onderbreken.

De werkgever kan de onderbreking van de beroepsloopbaan en de vermindering van de arbeidsprestaties enkel weigeren indien hij één der volgende omstandigheden aantoont : - een vergoede volledig werkloze, die werkloosheidsuitkeringen geniet voor alle dagen van de week, of hiermede gelijkgesteld, en die bovendien voldoet aan dezelfde kwalificatievoorwaarden en geschiktheden als de te vervangen werknemer, is in het ambtsgebied van de subregionale tewerkstellingsdienst, waarin de instelling gelegen is, niet als vervanger beschikbaar. Indien de te vervangen werknemer een door "Kind en Gezin" gesubsidieerde functie bekleedt, dan dient de vervanger bovendien te voldoen aan de door "Kind en Gezin" opgelegde betoelagingsvoorwaarden; - 20 pct. van het personeel, dat op 1 januari in de instelling tewerkgesteld is met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, heeft in de loop van het betreffende kalenderjaar reeds een onderbreking van de beroepsloopbaan of vermindering van arbeidsprestaties bekomen; - de instelling kan niet blijven voldoen aan de voor haar geldende voorwaarden tot erkenning.

Gelet op deze beperkende regels worden volgende voorrangsregels vastgelegd : - eerste voorrang : de werknemers van 50 jaar en ouder; - tweede voorrang : de werknemers met minstens één kind ten laste dat de leeftijd van 3 jaar niet bereikt heeft of de leeftijd van 6 jaar indien het een kind betreft dat minstens 66 pct. gehandicapt is, zoals bedoeld door de wet op de kinderbijslagen; - derde voorrang : de werknemers die instaan voor de verzorging van een inwonend familielid dat bestendige verzorging nodig heeft. Dit moet worden gestaafd door een verklaring van de behandelende geneesheer; - tenslotte : de overige werknemers.

Aanvragen die tot dezelfde motievengroep behoren worden gerangschikt volgens de datum van aanvraag. De oudste aanvraag komt het eerst in aanmerking.

De aanvraag tot onderbreking van de beroepsloopbaan of tot vermindering van de arbeidsprestaties dient door de werknemer drie maanden voor de aanvang ervan schriftelijk medegedeeld te worden aan de werkgever. De werknemer kan zijn aanvraag enkel intrekken door dit schriftelijk mede te delen aan de werkgever.

Bij wederzijds akkoord tussen werkgever en werknemer kan de onderbreking van de beroepsloopbaan of de vermindering van de arbeidsprestaties nochtans vroeger of later dan drie maanden na de aanvraag een aanvang nemen.

De onderbreking van de beroepsloopbaan of de vermindering van de arbeidsprestaties wordt toegestaan en de aanvang en de duur ervan worden bepaald in een schriftelijke overeenkomst gesloten tussen de werkgever en de werknemer.

Opeenvolgende onderbrekingen van de beroepsloopbaan of verminderingen van de arbeidsprestaties zijn mogelijk mits de aanvraag hiertoe door de werknemer 3 maanden vooraf schriftelijk aan de werkgever medegedeeld wordt.

De afwijzing van de aanvraag tot de onderbreking van de beroepsloopbaan of vermindering van arbeidsprestaties omwille van de beperkende regels of voorrangsregels vermeld in deze bijlage wordt schriftelijk, met vermelding van de reden, aan de aanvrager medegedeeld. De werkgever dient gevolg te geven aan de vraag van de ondernemingsraad en/of syndicale afvaardiging om alle informatie te bekomen die moet toelaten de afwijking te beoordelen.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 2 juli 2003.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX.

^