gepubliceerd op 13 december 2024
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 maart 2018 tot regeling van de rechtstoestand van de voorzitter en van de leden van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht en tot regeling van haar werking
2 DECEMBER 2024. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 maart 2018Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/03/2018 pub. 28/03/2018 numac 2018030687 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot regeling van de rechtstoestand van de voorzitter en van de leden van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht en tot regeling van haar werking sluiten tot regeling van de rechtstoestand van de voorzitter en van de leden van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht en tot regeling van haar werking
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op artikel 108 van de Grondwet;
Gelet op de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 18 juli 1966, artikel 60;
Gelet op het koninklijk besluit van 11 maart 2018Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/03/2018 pub. 28/03/2018 numac 2018030687 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot regeling van de rechtstoestand van de voorzitter en van de leden van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht en tot regeling van haar werking sluiten tot regeling van de rechtstoestand van de voorzitter en van de leden van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht en tot regeling van haar werking;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 19 april 2024;
Gelet op het akkoord van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 13 juni 2024;
Gelet op het advies nr. 76.910/2/V van de Raad van State, gegeven op 31 juli 2024, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Gelet op het advies nr. 56.387 van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht, gegeven op 21 oktober 2024;
Overwegende dat het wenselijk is dat het koninklijk besluit tot regeling van de rechtstoestand van de voorzitter van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht de regels bepaalt die op de voorzitter van toepassing zijn inzake leeftijdsgrens voor opruststelling;
Overwegende dat overeenkomstig artikel 19, eerste lid van bovenvermeld koninklijk besluit van 11 maart 2018Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/03/2018 pub. 28/03/2018 numac 2018030687 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot regeling van de rechtstoestand van de voorzitter en van de leden van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht en tot regeling van haar werking sluiten, de bezoldigingsregeling van de Staatsraden van toepassing is op de voorzitter van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht; dat eenzelfde analogie gepast is met betrekking tot de leeftijdsgrens voor de uitvoering van de functie;
Overwegende voorts dat aan de reglementaire bepalingen die reeds van toepassing zijn op de leden van de Commissie, de bepalingen betreffende de modaliteiten voor het einde van de benoeming dienen te worden toegevoegd;
Op de voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Het opschrift van hoofdstuk 8 van het koninklijk besluit van 11 maart 2018Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/03/2018 pub. 28/03/2018 numac 2018030687 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot regeling van de rechtstoestand van de voorzitter en van de leden van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht en tot regeling van haar werking sluiten tot regeling van de rechtstoestand van de voorzitter en van de leden van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht en tot regeling van haar werking wordt vervangen als volgt: "HOOFDSTUK 8. - Bezoldiging, vergoeding, tucht, einde aanwijzing en benoeming".
Art. 2.Artikel 22 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een tweede lid, luidende : "De Koning kan, op gezamenlijk voorstel van de voorzitter van de Commissie en de minister van Binnenlandse Zaken, een einde maken aan het mandaat van het vast of plaatsvervangend lid: 1° wanneer diens gezondheidstoestand de uitoefening van diens ambt ernstig in het gedrang brengt; 2° wanneer het lid diens ambtsplichten ernstig verzuimt of door diens gedrag ernstig afbreuk doet aan de waardigheid van de functie."
Art. 3.In hetzelfde besluit wordt een artikel 22bis ingevoegd, luidende: "
Artikel 22bis.In afwijking van artikel 1 van het koninklijk besluit van 12 mei 1927 betreffende de ouderdom van de oppensioenstelling van de ambtenaren, de beambten en het dienstpersoneel van den staat, legt de voorzitter van de Commissie, uiterlijk aan het einde van de maand waarin hij de leeftijd van 70 jaar bereikt, zijn ambt neer en wordt op rust gesteld.".
Art. 4.De minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 2 december 2024.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing, A. VERLINDEN