2 DECEMBER 2021. - Koninklijk besluit betreffende de aanvragen voor een vergunning F1P en tot vaststelling van de nadere voorwaarden onder dewelke weddenschappen op paardenwedrennen kunnen worden ingericht

VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het besluit dat U wordt voorgelegd beoogt uitvoering te geven aan artikel 43/2, § 2, en 43/2/1, van de wet van 7 mei 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/05/1999 pub. 30/12/1999 numac 1999010222 bron ministerie van justitie Wet op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers sluiten op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers (hierna de "Kansspelwet" genoemd), zoals vervangen door en ingevoegd bij de wet van 19 mei 2019, waarbij de Koning gemachtigd wordt de voorwaarden te bepalen onder dewelke weddenschappen op paardenrennen kunnen worden ingericht en de nadere voorwaarden die de vergunninghouder F1P moet naleven voor de aanneming van deze weddenschappen.

Voorheen werden enkel voorwaarden opgelegd omtrent weddenschappen op paardenrennen die in het buitenland plaatsvinden. Dit werd uitgebreid naar alle weddenschappen.

Artikelsgewijze bespreking Het Hoofdstuk 1 betreft de modaliteiten voor het indienen van een aanvraag van een vergunning klasse F1P. Hierin worden enkele bepalingen hernomen van het oude Koninklijk besluit van 22 december 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/12/2010 pub. 29/12/2010 numac 2010009992 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere voorwaarden onder dewelke onderlinge weddenschappen op paardenwedrennen die in het buitenland plaatsvinden kunnen worden ingericht sluiten tot vaststelling van de nadere voorwaarden onder dewelke onderlinge weddenschappen op paardenwedrennen die in het buitenland plaatsvinden kunnen worden ingericht.

Artikel 1 bepaalt de wijze waarop een vergunning F1P wordt aangevraagd. De aanvraag moet de overeenkomst of de overeenstemming bedoeld in artikel 43/2, § 2 en § 3 van de kansspelwet bevatten. Waar voorheen inzake onderlinge weddenschappen op paardenwedrennen in het buitenland een wijziging onder de rubriek "toegelaten weddenschappen" van de vergunning F1 werd aangebracht indien dit werd toegelaten, zal dit nu worden bepaald in de vergunning F1P. Artikel 2 bepaalt welke documenten bij een vergunningsaanvraag dienen te worden gevoegd.

Het Hoofdstuk 2 (art. 3 tot en met 5) bepaalt de verplichtingen van de vergunninghouder F1P inzake weddenschappen op paardenwedrennen. Ook deze zijn in essentie een herneming van de bepalingen van het oude Koninklijk besluit van 22 december 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/12/2010 pub. 29/12/2010 numac 2010009992 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere voorwaarden onder dewelke onderlinge weddenschappen op paardenwedrennen die in het buitenland plaatsvinden kunnen worden ingericht sluiten tot vaststelling van de nadere voorwaarden onder dewelke onderlinge weddenschappen op paardenwedrennen die in het buitenland plaatsvinden kunnen worden ingericht.

Bovendien, is bepaald dat de vergunninghouder F1P de Commissie onmiddellijk in kennis moet stellen van alle wijzigingen van de in artikel 2 van het koninklijk besluit bedoelde documenten. Zo blijft de Kansspelcommissie op de hoogte van de laatste stand van zaken in de dossiers.

Het Hoofdstuk 3 behelst de slotbepalingen.

Artikel 6 trekt het koninklijk besluit van 22 december 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/12/2010 pub. 29/12/2010 numac 2010009992 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere voorwaarden onder dewelke onderlinge weddenschappen op paardenwedrennen die in het buitenland plaatsvinden kunnen worden ingericht sluiten tot vaststelling van de nadere voorwaarden onder dewelke onderlinge weddenschappen op paardenwedrennen die in het buitenland plaatsvinden kunnen worden ingericht in;

Artikel 7 bepaalt de inwerkingtreding van dit besluit.

Artikel 8 bevat het uitvoeringsartikel.

Wij hebben de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars, De Minister van Economie, P.-Y. DERMAGNE De Minister van Financiën, V. VAN PETEGHEM De Minister van Volksgezondheid, F. VANDENBROUCKE De Minister van Justitie, V. VAN QUICKENBORNE De Minister van Binnenlandse Zaken, A. VERLINDEN De Staatssecretaris belast met de Nationale Loterij, S. MAHDI

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving Tweede vakantiekamer De door de Vice-eersteminister en Minister van Justitie en Noordzee op 29 juli 2021 ingediende aanvraag om advies over een ontwerp van koninklijk besluit `betreffende de aanvragen voor een vergunning F1P en tot vaststelling van de nadere voorwaarden onder dewelke weddenschappen op paardenwedrennen kunnen worden ingericht' ingeschreven op de rol van de afdeling Wetgeving van de Raad van State onder het nummer 70.057/2/V, werd op 14 september 2021 van de rol afgevoerd, overeenkomstig artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

2 DECEMBER 2021. - Koninklijk besluit betreffende de aanvragen voor een vergunning F1P en tot vaststelling van de nadere voorwaarden onder dewelke weddenschappen op paardenwedrennen kunnen worden ingericht FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 mei 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/05/1999 pub. 30/12/1999 numac 1999010222 bron ministerie van justitie Wet op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers sluiten op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, artikel 43/2, § 2, vervangen door de wet van 19 mei 2019 en artikel 43/2/1, § 2, ingevoegd bij de wet van 19 mei 2019;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 december 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/12/2010 pub. 29/12/2010 numac 2010009992 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere voorwaarden onder dewelke onderlinge weddenschappen op paardenwedrennen die in het buitenland plaatsvinden kunnen worden ingericht sluiten tot vaststelling van de nadere voorwaarden onder dewelke onderlinge weddenschappen op paardenwedrennen die in het buitenland plaatsvinden kunnen worden ingericht;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 19 juli 2021 ;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 26 juli 2021 ;

Gelet op de impactanalyse van de regelgeving, uitgevoerd overeenkomstig artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;

Gelet op de adviesaanvraag binnen 30 dagen, die op 29 juli 2021 bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn;

Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Economie, van de Minister van Financiën, van de Minister van Volksgezondheid, van de Minister van Justitie, van de Minister van Binnenlandse Zaken en van de Staatssecretaris belast met de Nationale Loterij, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK 1. - Modaliteiten voor het indienen van een aanvraag van een vergunning klasse F1P

Artikel 1.§ 1. De aanvraag voor een vergunning klasse F1P wordt ingediend op één van volgende wijzen : 1° bij een ter post aangetekende brief gericht aan de Kansspelcommissie, hierna de commissie genoemd, door middel van een formulier waarvan het model als bijlage I bij dit besluit is gevoegd;2° op elektronische wijze volgens de voorschriften van de commissie. § 2. Indien de aanvrager onderlinge weddenschappen op paardenwedrennen gelopen in het buitenland wenst in te richten, dient hij dit te specifiëren in zijn aanvraag. § 3. Na onderzoek van de vergunningsaanvraag, bezorgt de Kansspelcommissie de beslissing aan de betrokkene.

Bij een gunstige beslissing wordt een vergunning klasse F1P, waarvan het model als bijlage II bij dit besluit is gevoegd, bezorgd.

Art. 2.De aanvraag dient vergezeld te zijn van volgende documenten: 1° de overeenkomst of de overeenstemming bedoeld in artikel 43/2, § 2 en § 3;2° een globaal werkingsplan opgesteld door de vergunninghouder F1P, bevattende maatregelen ter bescherming van de speler waaronder een uitgewerkte procedure voor de behandeling van klachten;3° een financieel plan;4° een lijst met plaatsen waar de weddenschappen op paardenwedrennen zullen worden aangenomen;5° het reglement van de wedstrijden;6° het reglement van de weddenschappen. HOOFDSTUK 2. - Verplichtingen van de vergunninghouder F1P

Art. 3.De houder van de vergunning klasse F1P moet voortdurend zorgen voor de eerlijkheid van de inrichting van weddenschappen op paardenwedrennen alsook voor de regelmatige werking ervan.

Art. 4.De houder van de vergunning klasse F1P dient een aparte boekhouding te voeren met betrekking tot de weddenschappen op paardenwedrennen.

Art. 5.De houder van een vergunning klasse F1P dient elke wijziging van documenten zoals bedoeld in artikel 2, onverwijld mee te delen aan de commissie. HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen

Art. 6.Het koninklijk besluit van 22 december 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/12/2010 pub. 29/12/2010 numac 2010009992 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere voorwaarden onder dewelke onderlinge weddenschappen op paardenwedrennen die in het buitenland plaatsvinden kunnen worden ingericht sluiten tot vaststelling van de nadere voorwaarden onder dewelke onderlinge weddenschappen op paardenwedrennen die in het buitenland plaatsvinden kunnen worden ingericht, wordt opgeheven.

Art. 7.Dit besluit treedt in werking vier maanden na de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.

Art. 8.De minister bevoegd voor Economie, de minister bevoegd voor Financiën, de minister bevoegd voor Volksgezondheid, de minister bevoegd voor Justitie, de minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken, zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 2 december 2021.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Economie, P.-Y. DERMAGNE De Minister van Financiën, V. VAN PETEGHEM De Minister van Volksgezondheid, F. VANDENBROUCKE De Minister van Justitie, V. VAN QUICKENBORNE De Minister van Binnenlandse Zaken, A. VERLINDEN De Staatssecretaris belast met de Nationale Loterij, S. MAHDI

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld