gepubliceerd op 15 december 2011
Koninklijk besluit tot vaststelling van het bedrag ter betaling van de vergoedingen voorzien in het sociaal akkoord dat betrekking heeft op de gezondheidssector en dat in 2005 door de federale Regering werd gesloten met de betrokken representatieve organisaties van de werkgevers en werknemers, voor zover het betrekking heeft op peterschap en op de maatregel van bijkomend verlof voor het kalenderjaar 2011
2 DECEMBER 2011. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het bedrag ter betaling van de vergoedingen voorzien in het sociaal akkoord dat betrekking heeft op de gezondheidssector en dat in 2005 door de federale Regering werd gesloten met de betrokken representatieve organisaties van de werkgevers en werknemers, voor zover het betrekking heeft op peterschap en op de maatregel van bijkomend verlof voor het kalenderjaar 2011
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de programmawet van 2 januari 2001, artikel 59, tweede lid;
Gelet op het advies van de Commissie voor begrotingscontrole van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, uitgebracht op 8 juni 2011;
Gelet op het advies van het Verzekeringscomité van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, uitgebracht op 27 juni 2011;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 9 september 2011;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting van 25 oktober 2011;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat het bedrag bedoeld in dit besluit zo snel mogelijk aan het Fonds voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten gestort moet worden voor zover het uitvoering geeft aan het sociaal akkoord dat betrekking heeft op de gezondheidssector en dat in 2005 door de federale regering werd gesloten met de betrokken representatieve organisaties van werkgevers en werknemers. Het is pas op het ogenblik dat dit bedrag is gestort, dat de Fondsen kunnen zorgen voor de verdeling ervan onder hun leden.
Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie, en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Voor de betaling van de vergoedingen voorzien in het sociaal akkoord dat betrekking heeft op de gezondheidssector en dat in 2005 door de federale Regering werd gesloten met de betrokken representatieve organisaties van de werkgevers en werknemers, voor zover het betrekking heeft op de maatregelen inzake peterschap in de ziekenhuizen en het bijkomend verlof voor personeelsleden van minstens 50 jaar die niet genieten van de maatregelen in het kader van de eindeloopbaan, wordt voor het jaar 2011 een bedrag vastgesteld op 17.396.657 euro.
Art. 2.§ 1. Het in artikel 1 bedoelde bedrag wordt opgesplitst als volgt : a) maatregel peterschap : 7.531.020 euro; b) maatregel bijkomend verlof voor personeelsleden van minstens 50 jaar die niet genieten van de maatregelen in het kader van de eindeloopbaan : 9.865.637 euro. § 2. De bedragen vermeld in § 1 worden opgesplitst als volgt : A) Het bedrag van 7.531.020 euro, zoals bedoeld in § 1, a), wordt opgesplitst als volgt a) voor de openbare ziekenhuizen : 2.824.132 euro.
Dit bedrag kan ook besteed worden in het kader van de financiering van het vormingsproject 600. b) voor de private ziekenhuizen : 4.706.888 euro.
B) Het bedrag van 9.865.637 euro, zoals bedoeld in § 1, b), wordt opgesplitst als volgt : a) voor de openbare instellingen en diensten : 3.765.510 euro; b) voor de private instellingen en diensten : 6.100.127 euro.
Art. 3.Het bedrag bedoeld in artikel 1 wordt door het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering gestort als volgt : a) voor de private sector zal van dit bedrag 10.807.014 euro gestort worden aan het Fonds Sociale Maribel 330; b) voor de publieke sector zal van dit bedrag 6.589.643 euro gestort worden aan het Fonds Sociale Maribel van de overheidssector.
Art. 4.De betalingen door de Fondsen aan de betrokken werkgevers zijn afhankelijk van de toepassing door deze werkgevers van de in artikel 1 bedoelde maatregelen die zijn omgezet in collectieve arbeidsovereenkomsten of in protocols van akkoorden.
Art. 5.De Minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 2 december 2011.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie, Mevr. L. ONKELINX