gepubliceerd op 12 december 1998
Koninklijk besluit tot uitvoering van artikelen 139 en 140 van de wet van 29 april 1996 houdende sociale bepalingen
2 DECEMBER 1998. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikelen 139 en 140 van de wet van 29 april 1996 houdende sociale bepalingen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 29 april 1996 houdende sociale bepalingen, inzonderheid op artikelen 139 en 140;
Gelet op het advies van het Beheerscomité van het Nationaal Pensioenfonds voor Mijnwerkers van 7 mei 1998;
Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie van 3 juni 1998;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 10 april 1998;
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 9 juli 1998;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door de omstandigheid dat voor de toepassing van het artikel 137 van de wet van 29 april 1996 houdende sociale bepalingen, dat in werking treedt op 1 januari 1999, met hoogdringendheid de nodige schikkingen moeten getroffen worden voor wat betreft de overdracht van de opbrengst van de maandelijkse bijdragen die werden geïnd tijdens het vakantiedienstjaar 1998 voor het stelsel van de jaarlijkse vakantie van de mijnwerkers en ermee gelijkgestelden;
Gelet op het advies van de Raad van State gegeven op 22 oktober 1998 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, vervangen door de wet van 4 augustus 1996;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 137 van de wet van 29 april 1996 houdende sociale bepalingen treedt in werking op 1 januari 1999.
Art. 2.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 2 december 1998.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN