gepubliceerd op 11 december 1998
Koninklijk besluit tot vaststelling van de personeelsformatie der gerechtelijke officieren en agenten bij de parketten
2 DECEMBER 1998. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de personeelsformatie der gerechtelijke officieren en agenten bij de parketten
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 7 april 1919 tot instelling van rechterlijke officieren en agenten bij de parketten, gewijzigd bij de wetten van 21 augustus 1948, 27 maart 1969, 2 december 1982, 18 juli 1991, bij het koninklijk besluit van 5 augustus 1991 en bij de wet van 5 augustus 1992;
Gelet op het koninklijk besluit van 19 december 1997 houdende de administratieve rechtspositie en de bezoldigingsregeling van de personeelsleden van de gerechtelijke politie bij de parketten, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 juli 1998;
Gelet op het advies van de raad van overleg van de gerechtelijke politie bij de parketten, gegeven op 24 juni 1998;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 30 maart 1998;
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting van 15 september 1998;
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken van 15 september 1998;
Gelet op het gemotiveerd advies van het Hoog Overlegcomité, sector III - Justitie, gegeven op 9 juli 1998;
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De personeelsformatie der gerechtelijke officieren en agenten bij de parketten wordt als volgt vastgesteld : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 2.Het koninklijk besluit van 27 maart 1998 tot vaststelling van de personeelsformatie der gerechtelijke officieren en agenten bij de parketten wordt opgeheven.
Art. 3.Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de maand volgend op die gedurende welke het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.
Art. 4.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 2 december 1998.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, T. VAN PARYS De Minister van Begroting, H. VAN ROMPUY