gepubliceerd op 30 april 1998
Koninklijk besluit tot vaststelling van de weddeschalen van de bijzondere graden van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid
2 DECEMBER 1997. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de weddeschalen van de bijzondere graden van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het artikel 107, 2de lid, van de gecoördineerde Grondwet;
Gelet op het koninklijk besluit van 20 juli 1964 betreffende de hiërarchische indeling van de graden waarvan de ambtenaren in de Rijksbesturen titularis kunnen zijn, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 oktober 1996;
Gelet op het koninklijk besluit van 29 juni 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel der ministeries, inzonderheid op artikel 4, 2°, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 april 1995;
Gelet op het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddeschalen der aan verschillende ministeries gemene graden, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 oktober 1996;
Gelet op het koninklijk besluit van 2 december 1997 houdende vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 1 december 1995;
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 12 augustus 1996;
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 12 augustus 1996;
Gelet op het protocol van de onderhandelingen gevoerd in het Sectorcomité XI : Tewerkstelling en Arbeid, op 31 juli en 10 september 1997;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat ingevolge de algemene weddeherziening en de hervorming van de gemene loopbanen het noodzakelijk is de hervorming van de bijzondere graden van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid door te voeren volgens de richtlijnen bepaald door de Regering;
Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hoofdstuk I. - Organiek stelsel
Artikel 1.Aan de graad van administrateur-generaal (rang 16) wordt de weddeschaal 16A verbonden.
Art. 2.Aan de graden van eerste sociaal bemiddelaar (rang 15) en van sociaal bemiddelaar (rang 15) wordt de weddeschaal 15A verbonden.
Art. 3.De volgende weddeschaal wordt verbonden aan de graad van adjunct-sociaal bemiddelaar (rang 13).
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 4.§ 1. - Aan de graad van tolk-vertaler-directeur (rang 13) wordt de weddeschaal 13A verbonden. § 2. - De tolk-vertaler-directeur die ten minste drie jaar graadanciënniteit heeft, kan, voor zover er vacante betrekkingen zijn, de weddeschaal 13B bekomen.
Art. 5.§ 1. - Aan de graad van tolk-vertaler (rang 10) wordt de weddeschaal 10A verbonden. § 2. - De tolk-vertaler die vier jaar graadanciënniteit heeft, bekomt de weddeschaal 10B. § 3. - De tolk-vertaler die ten minste twaalf jaar graadanciënniteit heeft, kan, voor zover er vacante betrekkingen zijn, de weddeschaal 10C bekomen.
Art. 6.§ 1. - Aan de graad van eerstaanwezend griffier (rang 28) wordt de weddeschaal 28H verbonden. § 2. - De eerstaanwezend griffier die zes jaar graadanciënniteit heeft, kan, voor zover er vacante betrekkingen zijn, de weddeschaal 28J bekomen.
Art. 7.§ 1. - Aan de graad van griffier (rang 26) wordt de weddeschaal 26C verbonden. § 2. - De griffier die negen jaar graadanciënniteit heeft bekomt de weddeschaal 26K.
Art. 8.§ 1. - Aan de graad van technisch controleur (rang 30) (afgeschafte graad) wordt de weddeschaal 30G verbonden. § 2. - De technisch controleur (afgeschafte graad) die vier jaar graadanciënniteit heeft, bekomt de weddeschaal : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 3. - De technisch controleur (afgeschafte graad) die zes jaar graadanciënniteit heeft, kan, voor zover er vacante betrekkingen zijn, de weddeschaal 30H bekomen. § 4. - De technisch controleur (afgeschafte graad) die negen jaar graadanciënniteit heeft en die het brevet van aanvullende vorming niveau 2 V.G.V. bezit, bekomt de weddeschaal 30J. Hoofdstuk II. - Overgangsstelsel
Art. 9.De wedde van de ambtenaren, die op 1 januari 1994 ambtshalve benoemd werden in een graad vermeld in artikel 7 § 1 van het koninklijk besluit van 2 december 1997 houdende vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid, wordt vastgesteld in de weddeschaal die in de hierbijgevoegde tabel I met de weddeschaal van de opgerichte graad overeenstemt.
Art. 10.De wedde van de ambtenaren, die ambtshalve benoemd werden in een graad vermeld in artikel 9 § 1 van het koninklijk besluit van 2 december 1997 houdende vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid, wordt vastgesteld in de weddeschaal die in de hierbijgevoegde tabel II met de weddeschaal van de opgerichte graad overeenstemt.
Art. 11.Aan de graad van tolk-vertaler-directeur (vlakke loopbaan in uitdoving) (rang 13) wordt de weddeschaal 13A verbonden.
Art. 12.§ 1. - Aan de graad van tolk-vertaler (vlakke loopbaan in uitdoving) (afgeschafte graad) (rang 10) wordt de weddeschaal 10A verbonden. § 2. - De tolk-vertaler (vlakke loopbaan in uitdoving) (afgeschafte graad) die vier jaar graadanciënniteit heeft, bekomt de weddeschaal 10B.
Art. 13.§ 1. - De weddeschaal van elk der bijzondere graden bij het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid wordt vastgesteld als volgt : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 2. - De weddeschaal van elk der bijzondere graden bij het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid wordt vastgesteld als volgt : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 3. - De weddeschaal van elk der bijzondere graden bij het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid wordt vastgesteld als volgt : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld HOOFDSTUK III. - Bijzondere geldelijke bepalingen
Art. 14.De ambtenaar, benoemd in de graad van sociaal inspecteur-directeur, voordien bekleed met de geschrapte graad van hoofdinspecteur-directeur (bij de administratie van de arbeidsbetrekkingen en -reglementering) en die in dienst is op de datum van inwerkingtreding van dit besluit, behoudt het voordeel van de weddeschaal : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 15.De ambtenaar, benoemd in de graad van adviseur, voordien bekleed met de geschrapte graad van hoofdinspecteur-directeur (bij de administratie van de arbeidshygiëne en -geneeskunde) en die in dienst is op de datum van inwerkingtreding van dit besluit, behoudt het voordeel van de weddeschaal : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 16.De ambtenaar, benoemd in de graad van adviseur, voordien bekleed met de geschrapte graad van hoofdscheikundig inspecteur-directeur en die in dienst is op de datum van inwerkingtreding van dit besluit, behoudt het voordeel van de weddeschaal : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 17.De ambtenaar, benoemd in de graad van adviseur, voordien bekleed met de geschrapte graad van eerste attaché en die in dienst is op de datum van inwerkingtreding van dit besluit, behoudt het voordeel van de weddeschaal : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 18.De ambtenaar, benoemd in de graad van adjunct-adviseur, voordien bekleed met de geschrapte graad van eerstaanwezend attaché en die in dienst is op de datum van inwerkingtreding van dit besluit, behoudt het voordeel van de weddeschaal : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 19.De ambtenaar, benoemd in de graad van adjunct-adviseur die vooraf bekleed was met de geschrapte graad van attaché bekomt, na 9 jaar graadanciënniteit in de oude graad van attaché en de nieuwe graad van adjunct-adviseur samengevoegd, de weddeschaal : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 20.De ambtenaar, benoemd in de graad van sociaal controleur, voorheen bekleed met de geschrapte graad van adjunct-inspecteur arbeidshygiëne en die in dienst is op de datum van de inwer-kingtreding van dit besluit, behoudt het voordeel van de weddeschaal : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 21.De ambtenaar, benoemd in de graad van bestuursassistent, voorheen bekleed met de geschrapte graad van adjunct-administratief secretaris en die in dienst is op 1 januari 1994, behoudt het voordeel van de weddeschaal : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 22.De ambtenaar, benoemd in de graad van technisch controleur (afgeschafte graad), voorheen bekleed met de geschrapte graad van technisch controleur en die in dienst is op de datum van inwerkingtreding van dit besluit, behoudt het voordeel van de hiernavolgende weddeschaal, op voorwaarde dat zij hoger ligt als de weddeschaal 30 G : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 23.De ambtenaar, benoemd in de graad van technisch controleur (afgeschafte graad), voorheen bekleed met de geschrapte graad van hoofdtechnisch controleur, die in dienst is op de datum van inwerkingtreding van dit besluit en die niet in het bezit is van het brevet van aanvullende vorming niveau 2 V.G.V., behoudt het voordeel van de weddeschaal : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 24.De ambtenaar, benoemd in de graad van vakman, in het verleden bekleed met de geschrapte graad van keukenmeester 1ste klasse en die in dienst is op de 1 januari 1994, behoudt het voordeel van de weddeschaal : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 25.De ambtenaar, benoemd in de graad van arbeider, voorheen bekleed met de geschrapte graad van ploegbaas of geschoold werkman A die 4 jaar graadanciënniteit telt en die in dienst is op 1 januari 1994, behoudt het voordeel van de weddeschaal : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 26.De diensten die overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 14 en 22 van het koninklijk besluit van 23 juli 1969 tot oprichting van een Dienst van de collectieve arbeidsbetrekkingen en tot vaststelling van het statuut van het personeel van deze dienst, voor de berekening van de dienstanciënniteit in aanmerking worden genomen, komen in aanmerking voor de vaststelling van de wedde van de ambtenaar vanaf de bij de bezoldigingsregeling van het personeel der ministeries vastgestelde grensleeftijd.
De belangrijkheid van deze in aanmerking komende diensten wordt bepaald door Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, met de instemming van de Minister tot wiens bevoegdheid het openbaar ambt behoort.
Art. 27.De diensten die, overeenkomstig artikelen 4 § 2 en 5 § 2 van het koninklijk besluit van 15 maart 1993 betreffende het administratief en geldelijk statuut van sommige ambtenaren van de rijksbesturen die belast zijn met ambten in verband met bijstand en hygiëne, in aanmerking komen voor de berekening van de graadanciënniteit van de adjunct-inspecteurs arbeidshygiëne komen in aanmerking voor de vaststelling van de wedde van deze ambtenaren, die sociaal controleur benoemd worden.
Art. 28.De diensten die, overeenkomstig de bepalingen van artikel 6 van het koninklijk besluit van 2 december 1971 tot wijziging, wat het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid betreft, van het koninklijk besluit van 20 juli 1964 betreffende de hiërarchische indeling van de graden waarvan de ambtenaren in de Rijksbesturen kunnen titularis zijn en tot vaststelling van de toegangsmodaliteiten tot de graad van technisch controleur voor de berekening van de dienstanciënniteit in aanmerking worden genomen, komen in aanmerking voor de vaststelling van de wedde van de technisch controleur (afgeschafte graad), vanaf de bij de bezoldigingsregeling van het personeel der ministeries vastgestelde grensleeftijd. Deze geldelijke anciënniteit wordt behouden in geval van overgang naar de graad van technicus en hoofdtechnicus.
Art. 29.In afwijking van artikel 7 van het koninklijk besluit van 29 juni 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel van de ministeries, komen de diensten bepaald in artikel 14 van hetzelfde besluit, voor de ambtenaren in dienst op 31 december 1993 en voor alle voor 1 januari 1994 gepresteerde diensten, in aanmerking vanaf de leeftijd van 20 jaar, voor de ambtenaar die gerechtigd was op een schaal behorend en tot niveau 2 en tot de klasse « 20 jaar » en die op 1 april 1995 gerechtigd is op een schaal behorende tot niveau 2+.
Art. 30.Dit besluit treedt in werking op dezelfde datum als het koninklijk besluit van 24 april 1998 houdende vaststelling van de personeelsformatie van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid, met uitzondering van : - van de artikelen 9, 13 § 1, 21, 24, en 25 die uitwerking hebben met ingang van 1 januari 1994; - van het artikel 13 § 2 dat uitwerking heeft met ingang van 1 juni 1994; - van de artikelen 13 § 3 en 29 die uitwerking hebben met ingang van 1 april 1995.
Art. 31.Het koninklijk besluit van 30 maart 1994 tot vaststelling van de weddeschalen voor de bijzondere graden bij het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid wordt opgeheven.
Art. 32.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 2 december 1997.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET De Minister van Begroting, H. VAN ROMPUY
Bijlage 1 Bijlage aan het koninklijk besluit van 2 december 1997 CONVERSIETABEL VAN DE GESCHRAPTE GRADEN EN DE ERAAN VERBONDEN WEDDESCHALEN Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 2 december 1997.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET De Minister van Begroting, H. VAN ROMPUY
Bijlage 2 Bijlage aan het koninklijk besluit van 2 december 1997 CONVERSIETABEL VAN DE GESCHRAPTE GRADEN EN DE ERAAN VERBONDEN WEDDESCHALEN Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 2 december 1997.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET De Minister van Begroting, H. VAN ROMPUY