Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 02 april 2021
gepubliceerd op 30 april 2021

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 december 1985 betreffende de raadgevende commissie administratie-nijverheid

bron
federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
numac
2021031157
pub.
30/04/2021
prom.
02/04/2021
ELI
eli/besluit/2021/04/02/2021031157/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

2 APRIL 2021. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 december 1985 betreffende de raadgevende commissie administratie-nijverheid


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 21 juni 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/06/1985 pub. 15/02/2012 numac 2012000076 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de technische eisen waaraan elk voertuig voor vervoer te land, de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de technische eisen waaraan elk voertuig voor vervoer te land, de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen, artikel 1, § 3;

Gelet op het koninklijk besluit van 24 december 1985 betreffende de raadgevende commissie administratie-nijverheid;

Gelet op het advies van de Raadgevende Commissie "Administratie - Nijverheid", gegeven op 4 februari 2020;

Gelet op de omstandigheid dat de Gewestregeringen bij het ontwerpen van dit besluit betrokken zijn;

Gelet op het advies nr. 67.945/4 van de Raad van State, gegeven op 17 september 2020, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Mobiliteit, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 2 van het koninklijk besluit van 24 december 1985 betreffende de raadgevende commissie administratie-nijverheid wordt vervangen als volgt: "De commissie is samengesteld uit: 1° vijf vertegenwoordigers van de administratie;2° tien vertegenwoordigers van de nijverheid". Worden uitgenodigd om eveneens deel uit te maken van de Commissie: 1) een vertegenwoordiger van het Vlaams Gewest;2) een vertegenwoordiger van het Waals Gewest;3) een vertegenwoordiger van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De aanwezigheid van de vertegenwoordigers van de Gewesten is facultatief en deze vertegenwoordigers beschikken over een raadgevende stem.

Art. 2.Artikel 3 van het koninklijk besluit van 24 december 1985 betreffende de raadgevende commissie administratie-nijverheid wordt vervangen als volgt: "De vijf vertegenwoordigers van de administratie zijn: 1° de directeur-generaal bevoegd voor het wegverkeer en het wegvervoer bij de FOD Mobiliteit en Vervoer of eventueel de persoon die is aangesteld om tijdelijk deze functie uit te oefenen;2° maximum vier leden van het personeel aangeduid door de directeur-generaal vermeld in punt 1°. In geval van verhindering een vertegenwoordiger, kan deze of de directeur-generaal een personeelslid aanstellen om hem in de commissie te vervangen".

Art. 3.Artikel 4 van het koninklijk besluit van 24 december 1985 betreffende de raadgevende commissie administratie-nijverheid wordt vervangen als volgt: "De tien vertegenwoordigers van de nijverheid zijn: 1° een vertegenwoordiger van de Federatie van de ondernemingen van de technologische industrie, afgekort Agoria;2° een vertegenwoordiger van de Belgische federatie der auto- en rijwielnijverheden, afgekort FEBIAC;3° een vertegenwoordiger van de Federatie van de autosector en de aanverwante sectoren, afgekort TRAXIO;4° een vertegenwoordiger van de Federatie van de Belgische autobus- en autocarondernemers, afgekort FBAA;5° een vertegenwoordiger van de Belgische federatie der rijtuigmakerij en bijbehorende ambachten, afgekort Febelcar;6° een vertegenwoordiger van de Koninklijke Federatie van Belgische Transporteurs en Logistieke Dienstverleners, afgekort Febetra;7° een vertegenwoordiger van de Unie van Professionele Transporteurs en Logistieke ondernemers, afgekort UPTR;8° een vertegenwoordiger van de beroepsvereniging van ondernemingen in transport en logistiek, afgekort TLV;9° een vertegenwoordiger van de Belgische federatie voor oude voertuigen, afgekort BFOV;10° een vertegenwoordiger van de landbouwfederaties. De vertegenwoordiger van elke in dit artikel vermelde afvaardiging wordt door de Minister op voordracht van diens leidende instantie aangewezen".

Art. 4.Artikel 5 van het koninklijk besluit van 24 december 1985 betreffende de raadgevende commissie administratie-nijverheid wordt vervangen als volgt: "Het voorzitterschap van de commissie wordt waargenomen door de directeur-generaal bevoegd voor het wegverkeer en het wegvervoer bij de FOD Mobiliteit en Vervoer of eventueel de persoon die is aangesteld om tijdelijk deze functie uit te voeren.

In geval van verhindering van de voorzitter, wijst deze de vertegenwoordiger van de administratie aan die het interim-voorzitterschap zal waarnemen".

Art. 5.Artikel 6 van het koninklijk besluit van 24 december 1985 betreffende de raadgevende commissie administratie-nijverheid wordt vervangen als volgt: "Het secretariaat van de commissie wordt waargenomen door de diensten van het directoraat-generaal van de FOD Mobiliteit en Vervoer bevoegd voor het wegverkeer en wegvervoer.

Art. 6.Artikel 7 van het koninklijk besluit van 24 december 1985 betreffende de raadgevende commissie administratie-nijverheid wordt vervangen als volgt: "De voorzitter van de commissie roept de commissie op een welbepaalde datum en tijd bijeen in de lokalen van de FOD Mobiliteit en Vervoer.

De voorzitter stelt de agenda vast en leidt de werkzaamheden ervan. De oproepingen worden aan de leden per mail ten minste dertig dagen vóór de datum van de vergadering toegezonden.

De commissie zetelt geldig, ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde leden. Indien een afvaardiging van de nijverheid afwezig is ondanks het feit dat hij regelmatig is opgeroepen, wordt deze afvaardiging verondersteld haar akkoord te geven over de ontwerpen die op de agenda zijn ingeschreven, tenzij ze haar opmerkingen ten minste vijftien dagen vóór de vergadering aan de voorzitter van de commissie schriftelijk en per mail kenbaar heeft gemaakt.

Wanneer het gaat om projecten waarvoor slechts geringe wijzigingen vereist zijn, kan de voorzitter van de commissie beslissen om de Commissie niet bijeen te roepen voor een vergadering om de leden van de commissie toe te laten hun opmerkingen per mail te sturen. De vertegenwoordigers van de nijverheid mogen echter vragen dat de ontwerpen deel uitmaken van een vergadering. Deze aanvraag moet, binnen acht dagen vanaf de verzending per mail van het ontwerp, per mail naar de voorzitter van de Commissie gestuurd worden.

Het ontwerp en de artikelsgewijze toelichting worden per mail naar de leden van de Commissie doorgestuurd.

De leden van de commissie mogen, binnen twintig dagen vanaf de verzending per mail, hun opmerkingen per mail sturen.

Indien een vertegenwoordiger van de nijverheid geen opmerking per mail binnen de voornoemde termijn van twintig dagen heeft gestuurd, wordt deze afvaardiging verondersteld haar akkoord te geven over het ontwerp".

Art. 7.De minister bevoegd voor het Wegverkeer is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel 2 april 2021.

FILIP Van Koningswege : De Vice-eersteminister en minister van Mobiliteit, G. GILKINET

^