gepubliceerd op 05 mei 2004
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten
2 APRIL 2004. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, inzonderheid op artikel 121, zoals vervangen door de wet van 26 april 2002;
Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten, inzonderheid op de artikelen VII.II.16, VII.II.17 en VII.IV.17;
Gelet op het protocol nr. 95 van 11 februari 2003 van het onderhandelingscomité voor de politiediensten;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 31 maart 2003;
Overwegende dat de Adviesraad van Burgemeesters niet regelmatig binnen de voorgeschreven termijn gegeven is en dat geen verzoek om verlenging van de termijn gedaan is; dat er bijgevolg aan is voorbijgegaan;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken van 6 juni 2003;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 30 september 2003;
Gelet op het advies 36.236/2 van de Raad van State, gegeven op 5 januari 2004;
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie en Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel VII.II.16, § 2 en § 3, RPPol wordt vervangen als volgt : « § 2. De beroepsproef, respectievelijk bedoeld in de artikelen VII.II.17, VII.II.18 en VII.II.19, mondt uit in een rangschikking van de kandidaten op grond waarvan deze, in voorkomend geval, voor de volgende selectieproeven worden opgeroepen, en dit tot het in artikel VII.II.7 bedoelde aantal is bereikt.
De kandidaten worden gerangschikt overeenkomstig de artikelen II.I.7 en II.I.8 indien hun resultaten gelijkwaardig zijn. »
Art. 2.Artikel VII.II.17 RPPol wordt aangevuld met de woorden « met dien verstande dat de in artikel IV.I.15, eerste lid, 1°, bedoelde proef wordt vervangen door een beroepsproef. »
Art. 3.Artikel VII.IV.17 RPPol wordt vervangen als volgt : « Art. VII.IV.17. De selectie van de kandidaten in het raam van de bevorderingsprocedures door overgang naar een hoger niveau geschiedt onder de vorm van een vergelijkend examen. »
Art. 4.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 5.Onze Minister van Justitie en Onze Minister van Binnenlandse Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 2 april 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL