Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 02 april 2002
gepubliceerd op 11 mei 2002

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de steenbakkerij betreffende de tewerkstelling, de vorming en de arbeidsomstandigheden in de sector van de steenbakkerijen

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2002012466
pub.
11/05/2002
prom.
02/04/2002
ELI
eli/besluit/2002/04/02/2002012466/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

2 APRIL 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de steenbakkerij betreffende de tewerkstelling, de vorming en de arbeidsomstandigheden in de sector van de steenbakkerijen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de steenbakkerij;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 8 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de steenbakkerij betreffende de tewerkstelling, de vorming en de arbeidsomstandigheden in de sector van de steenbakkerijen.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Nice, 2 april 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de steenbakkerij Collectieve arbeidsovereenkomst van 8 mei 2001 Tewerkstelling, vorming en arbeidsomstandigheden in de sector van de steenbakkerijen (Overeenkomst geregistreerd op 28 september 2001 onder het nummer 58932/CO/114) HOOFDSTUK I. - Situering en toepassingsgebied

Artikel 1.De ondertekenende sociale partners van het Paritair Comité voor de steenbakkerij geven hierna, binnen het sectoraal kader, uitvoering aan een aantal punten van het interprofessioneel akkoord van 22 december 2000.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en arbeiders van de ondernemingen welke ressorteren onder het Paritair Comité voor de steenbakkerij.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is niet van toepassing op de N.V. Scheerders-van Kerchove's Verenigde Fabrieken te Sint-Niklaas en op de arbeiders die er zijn tewerkgesteld.

Onder « arbeiders » wordt verstaan : werklieden en werksters. HOOFDSTUK II. - Tewerkstellingsmaatregelen Afdeling 1. - Tijdskrediet

Art. 3.De bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties zijn van toepassing in de sector.

Art. 4.De mogelijkheid van voltijdse loopbaanonderbreking zal van toepassing zijn zonder beperking op het aantal werklieden dat van dit stelsel wenst gebruik te maken. De periode van loopbaanonderbreking is beperkt tot 60 maanden.

In het geval er zich problemen zouden stellen van organisatorische aard dient er op initiatief van de werkgever overleg te worden gepleegd op het vlak van de onderneming.

In geval van niet-vervanging, wanneer een werkman loopbaanonderbreking neemt, dient hieromtrent overleg te worden gepleegd tussen de werkgever en de werknemersafgevaardigden.

De toepassingsmodaliteiten van de andere stelsels dienen te worden besproken op ondernemingsvlak in functie van de aanvragen.

Art. 5.Kunnen met hun werkgever overeenkomen dat zij van een loopbaanonderbreking kunnen genieten, de arbeiders die gedurende minstens 12 maanden in dienst zijn van de onderneming met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur die voorziet in een voltijdse arbeid. Deze periode van 12 maanden arbeid in dienst van de onderneming dient ononderbroken te zijn en zich te situeren onmiddellijk voor de loopbaanonderbreking.

Art. 6.Arbeiders die gebruik maken van één van de formules van « tijdskrediet », zoals voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77 zullen aanspraak kunnen maken op de aanmoedigingspremies die worden toegekend (of zullen worden toegekend) door de gewesten of de gemeenschappen. Afdeling 2. - Arbeidsduurvermindering

Art. 7.§ 1. In de continubedrijven wordt : voor arbeiders met een anciënniteit van 10 jaar een arbeidsduurvermindering op jaarbasis als volgt toegepast : - aan de arbeiders met 10 jaar anciënniteit wordt één conventionele verlofdag toegekend; - aan de arbeiders met 20 jaar anciënniteit wordt een tweede conventionele verlofdag toegekend; - aan de arbeiders met 30 jaar anciënniteit wordt een derde conventionele verlofdag toegekend. § 2. In de seizonale bedrijven wordt : voor arbeiders met een anciënniteit van 10 jaar een arbeidsduurvermindering op jaarbasis als volgt toegepast : - aan de arbeiders met 10 jaar anciënniteit wordt één conventionele verlofdag toegekend; - aan de arbeiders met 25 jaar anciënniteit wordt een tweede conventionele verlofdag toegekend.

Onder « seizonaal » werkende bedrijven dient verstaan de bedrijven waar de bakstenen met natuurlijke middelen worden gedroogd.

Art. 8.De conventionele verlofdagen bedoeld in artikel 7 worden verworven vanaf het jaar waarin aan de vermelde anciënniteitsvoorwaarde is voldaan.

Art. 9.Voor de toekenning van deze conventionele verlofdagen worden dezelfde regels in acht genomen als voor de toekenning van de jaarlijkse vakantie.

Art. 10.Het begrip « anciënniteit » wordt, voor wat het voordeel vermeld in artikel 7 betreft, verruimd naar de anciënniteit verworven in ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de steenbakkerij (= sectoranciënniteit). Afdeling 3. - Werkgroep

Art. 11.De aangelegenheden en problemen die verband houden met de werkgelegenheid in de sector kunnen worden besproken in een paritair samengestelde werkgroep die zich met deze problematiek zal bezighouden.

De in het Paritair Comité voor de steenbakkerij vertegenwoordigde organisaties kunnen om de bijeenkomst verzoeken en suggesties, problemen of aangelegenheden van allerlei aard die verband houden met de werkgelegenheid, ter bespreking voorleggen.

De werkgroep kan adviezen, die verder in paritair comité kunnen worden behandeld, of aanbevelingen naar de bedrijven formuleren. HOOFDSTUK III. - Permanente vorming

Art. 12.De permanente vorming wordt georganiseerd met het doel de werkgelegenheid van de werklieden binnen de onderneming zo maximaal mogelijk te garanderen en hun kansen op de arbeidsmarkt te verbeteren.

Hierbij zullen de objectieven, zoals gesteld in de op 8 december 1998 en op 22 december 2000 ondertekende interprofessionele akkoorden, als leidraad dienen.

Art. 13.De in het Paritair Comité voor de steenbakkerij vertegenwoordigde organisaties erkennen dat omwille van het specifieke karakter van de industriële activiteiten, de problematiek van de vorming op een adequate wijze dient te worden uitgewerkt.

Gezien de toenemende graad van specialisatie bij het bedienen, onderhouden en herstellen van de productiemachines en installaties (ovens en droogkamers) is het aangewezen dat de opleiding en permanente vorming in hoofdzaak ter plaatse, in de bedrijven plaatsvindt.

Vooral de fase waarin nieuwe machines en installaties worden geplaatst en op punt gesteld is hierin belangrijk.

Gezien de wenselijkheid van een hoge graad van polyvalentie en inzetbaarheid van de werklieden is het aangewezen de bediening, het onderhoud en het herstellen van deze machines en installaties aan zoveel mogelijk werklieden aan te leren.

Hierbij wordt gestreefd naar een zo ruim mogelijke betrokkenheid van alle werklieden. Niet alleen de werklieden waarvan de functie rechtstreeks verband houdt met productie, onderhoud en herstelling maar ook de werklieden betrokken bij de ontginning, vervoer en voorbereiding van de grondstoffen, het intern en extern transport en andere algemene of specifieke taken.

Art. 14.Een paritair samengestelde werkgroep zal zich tijdens de duurtijd van de huidige collectieve arbeidsovereenkomst verder met de vormingsproblematiek bezighouden.

Aan de hand van de « vormingsrapporten » en « opleidingsplannen », zoals deze eerder door de werkgroep werden uitgewerkt, zal nagegaan worden in hoeverre de vormingsinspanningen toereikend zijn en in welke mate kan bijgedragen worden tot een betere organisatie van de opleiding en de vorming in de bedrijven.

Art. 15.De werkgroep staat in voor de evaluatie en de opvolging van de vorming in de bedrijven en de sector in het algemeen. HOOFDSTUK IV. - Kwaliteit van de arbeidsomstandigheden

Art. 16.Aangezien in de sector van de steenbakkerijen sectorale aangelegenheden die verband houden met preventie, bescherming, veiligheid en gezondheid in gewestelijke comités die paritair zijn samengesteld en twee maal per jaar samenkomen onder voorzitterschap van de mijningenieur-directeur van het Bestuur Kwaliteit en Veiligheid van het Ministerie van Economische Zaken worden behandeld zal voor de aanpak van de problemen van veiligheid en gezondheid eigen aan de sector worden gewerkt via de bestaande gewestelijke comités voor preventie en bescherming op het werk.

Art. 17.Problemen in verband met stress op het werk worden besproken op ondernemingsvlak. Voorzover zich daaromtrent problemen hebben gesteld worden deze uiterlijk op 1 april 2002 gerapporteerd bij de voorzitter van het paritair comité. HOOFDSTUK V. - Geldigheid

Art. 18.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001 en treedt buiten werking op 1 januari 2003.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 2 april 2002.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^