gepubliceerd op 03 mei 2001
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 1998, gesloten in het Paritair Comité voor het havenbedrijf, betreffende het sociaal akkoord 1997-1998 voor de fruitsorteerders
2 APRIL 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 1998, gesloten in het Paritair Comité voor het havenbedrijf, betreffende het sociaal akkoord 1997-1998 voor de fruitsorteerders (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het havenbedrijf;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 1998, gesloten in het Paritair Comité voor het havenbedrijf, betreffende het sociaal akkoord 1997-1998 voor de fruitsorteerders.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 2 april 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het havenbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 1998 Sociaal akkoord 1997-1998 voor de fruitsorteerders (Overeenkomst geregistreerd op 30 november 1998 onder het nummer 49553/CO/301) Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het havenbedrijf en op de fruitsorteerders die zij tewerkstellen.
Statuut
Art. 2.Het totaal aantal fruitsorteerders (losse en vaste samen) zal uiterlijk op 1 september 1997 in Antwerpen 90 bedragen en in Zeebrugge 32.
De verdeling tussen losse en vaste fruitsorteerders alsook het vaststellen van de aantallen per firma wordt aan de betrokken werkgevers overgelaten.
De losse en de vaste fruitsorteerders zullen op een nominatieve lijst worden opgenomen, die zal worden neergelegd op het betrokken paritair subcomité en bij de "Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling".
Carensdag
Art. 3.Indien het gewaarborgd loon verschuldigd is bij arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of ongeval van gemeen recht van meer dan 7 kalenderdagen vervalt de carensdag voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Basisuurloon
Art. 4.Het basisuurloon van de beroepscategorie fruitsorteerders wordt met 2 BEF verhoogd met ingang van 1 mei 1997 en met 0,5 pct. met ingang van 1 augustus 1998.
Syndicale premie
Art. 5.Het bedrag van de syndicale premie wordt voor de jaren 1997 en 1998 met 10 pct. verhoogd.
Sociale vrede
Art. 6.De partijen verklaren dat zij voor de duur van dit akkoord aan elkaars eisen hebben voldaan voor de materies die het voorwerp uitmaken van dit akkoord en dat zij het behoud van de sociale vrede in de Belgische havens zullen waarborgen.
De syndicale premie zal slechts aan het gemeenschappelijk vakbondsfront van iedere haven uitbetaald worden indien de sociale vrede in die haven volledig door de werknemers wordt nageleefd.
Duurtijd
Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 mei 1997, uitgenomen waar anders vermeld. Zij is van toepassing tot en met 31 december 1998, uitgenomen wat betreft artikel 4 dat voor onbepaalde duur gesloten wordt.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 mei 1997 betreffende het sociaal akkoord 1997-1998 voor de fruitsorteerders.
Wat de bepalingen voor onbepaalde duur betreft kan elk van de contracterende partijen deze bepalingen opzeggen mits in achtname van een opzegperiode van drie maanden. De opzegging gebeurt door het sturen van een bij post aangetekend schrijven gericht aan de voorzitter van het paritair comité.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 2 april 2001.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX