gepubliceerd op 04 oktober 2004
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 december 2002, gesloten in het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, betreffende de maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de sector van de bicommunautaire gezondheidsinrichtingen en -diensten en andere bicommunautaire welzijnsdiensten gelegen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
1 SEPTEMBER 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 december 2002, gesloten in het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, betreffende de maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de sector van de bicommunautaire gezondheidsinrichtingen en -diensten en andere bicommunautaire welzijnsdiensten gelegen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 18 december 2002, gesloten in het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, betreffende de maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de sector van de bicommunautaire gezondheidsinrichtingen en -diensten en andere bicommunautaire welzijnsdiensten gelegen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Artikel 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 1 september 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 december 2002 Maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de sector van de bicommunautaire gezondheidsinrichtingen en -diensten en andere bicommunautaire welzijnsdiensten gelegen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (Overeenkomst geregistreerd op 20 juni 2003 onder het nummer 66564/CO/305.02) HOOFDSTUK I. - Juridisch kader
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten overeenkomstig de bepalingen van de wet van 5 december 1968 op de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités en het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector. HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de bicommunautaire gezondheidsinrichtingen en -diensten die gelegen zijn in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten.
Zijn evenwel uitgesloten, de diensten voor de thuisverpleging, de rustoorden voor bejaarden, de rust- en verzorgingstehuizen, de service-flats, de dagverzorgingscentra en de centra voor dagopvang. HOOFDSTUK III. - Begripsomschrijvingen
Art. 3.§ 1. Onder « werknemers » wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendepersoneel. § 2. Onder « partijen » wordt verstaan : de representatieve werkgeversorganisaties en de representatieve werknemersorganisaties die deze collectieve arbeidsovereenkomst hebben afgesloten. § 3. Onder « sector » wordt verstaan : de werkgevers ressorterend onder het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten en bedoeld in artikel 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst. § 4. Onder « het koninklijk besluit » wordt verstaan : het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector. § 5. Onder « bevoegde Ministers » wordt verstaan : de Ministers van Tewerkstelling en Arbeid en van Sociale Zaken. § 6. Onder « aanvragende instelling » wordt verstaan : de instelling die bij het sociaal fonds, hieronder omschreven in § 7, een kandidatuurstelling indient teneinde middelen te verwerven met het oog op de bevordering van de tewerkstelling zoals voorzien in deze overeenkomst. § 7. Onder « Sociaal Fonds » wordt verstaan het « Fonds Sociale Maribel » opgericht door de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 december 2002 gesloten in het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten. HOOFDSTUK IV. - Vermindering van de R.S.Z.-werkgeversbijdragen
Art. 4.Overeenkomstig artikel 2 van het koninklijk besluit van 18 juli 2002 en de bepalingen van deze overeenkomst, kan de sector genieten van een forfaitaire vermindering van de werkgevers bijdrage van de sociale zekerheid.
De globale opbrengst van de bijdragevermindering, vermeld in artikel 2, § 1 van het koninklijk besluit van 18 juli 2002, wordt als volgt berekend : het aantal werknemers, dat minstens halftijds is tewerkgesteld, vermenigvuldigd met het bedrag van de bijdragevermindering vastgesteld overeenkomstig artikel 2 van het koninklijk besluit.
Partijen komen overeen het « Fonds Sociale Maribel » te belasten met het ontvangen, controleren, beheren en toewijzen van de integrale opbrengst van de hierboven bedoelde bijdragevermindering.
Het toewijzen geschiedt overeenkomstig de bepalingen vastgesteld door het beheerscomité van het « Fonds Sociale Maribel ». HOOFDSTUK V. - Inning en bestemming van de bijdragevermindering
Art. 5.De sector verbindt er zich toe een bijkomende inspanning te doen voor de tewerkstelling onder de vorm van de netto-aangroei van het arbeidsvolume van ten minste de opbrengst van de bijdragevermindering bepaald in artikel 4 van deze overeenkomst. Men zal zich hiervoor refereren naar het arbeidsvolume zoals gepreciseerd in artikel 51 van het koninklijk besluit 18 juli 2002.
De tussenkomst van het « Fonds Sociale Maribel » in de jaarloonkost van de bijkomend aangeworven tewerkstelling bedraagt maximaal 31.532,06 EUR per bijkomend voltijds arbeidsvolume, of de toepasselijke pro rata daarvan.
Dit plafond van tussenkomst kan verhoogd worden bij beslissing in de raad van beheer van het « Fonds Sociale Maribel ».
Hoger genoemd plafond kan echter 64.937,84 EUR per jaar en per bijkomend voltijds arbeidsvolume niet overschrijden.
De tussenkomst is evenwel beperkt tot de bezoldigde, effectieve of ermee gelijkgestelde prestaties.
Art. 6.Het behoud en de netto- bijkomende tewerkstelling en aangroei van het arbeidsvolume waarvan sprake in artikel 7 van deze overeenkomst moeten verwezenlijkt worden op het niveau van : - de sector omschreven in artikel 2; - en elke instelling die via financiële middelen « Sociale Maribel » voortspruitend uit het koninklijk besluit en uit deze collectieve arbeidsovereenkomst, tewerkstelling realiseert.
Indien de werkgever de afwijking dient toe te passen, voorzien in artikel 14 van het koninklijk besluit, moet hij voldoen aan de daarvoor opgestelde voorwaarden en voorafgaandelijk het akkoord van het « Fonds Sociale Maribel » bekomen.
Indien de instelling niet voldoet aan hoger genoemde voorwaarden, zal de financiering onmiddellijk stopgezet worden en zullen de ten onrechte betaalde vergoedingen teruggevorderd worden.
Art. 7.De instellingen bedoeld in artikel 2 en in artikel 3, § 6 van deze overeenkomst die het voornemen hebben om een bijkomende inspanning voor tewerkstelling te verwezenlijken in uitvoering van deze overeenkomst moeten voorafgaandelijk een kandidatuurstelling indienen.
Art. 8.§ 1. Het model van aanvraagformulier wordt vastgesteld door het « Fonds Sociale Maribel ». § 2. De kandidatuurstelling moet vergezeld zijn van het unaniem akkoord van de ondernemingsraad of, bij ontstentenis van het comité preventie en bescherming op het werk of, bij ontstentenis, van de syndicale afvaardiging.
Indien in de instelling geen der voorgaande overlegorganen is opgericht vindt de volgende procedure toepassing : De kandidatuurstelling moet worden uitgehangen gedurende een periode van 14 dagen op een voor alle personeelsleden toegankelijke plaats en voor akkoord te worden getekend door minstens 50 pct. van de personeelsleden zoals vermeld op de R.S.Z.-aangifte van het kwartaal voorafgaand aan dit van de indiening van de kandidatuurstelling.
Het personeel kan eventuele bezwaren desgevallend kenbaar maken via een gewestelijke vakbondssecretaris van een representatieve werknemersorganisatie die in het paritair subcomité is vertegenwoordigd.
De dag waarop de werkgever het ontwerp kandidatuurstelling uithangt, stuurt hij een afschrift van het ontwerp van kandidatuurstelling aan de gewestelijke secretarissen van de representatieve werknemersorganisaties die in het paritair subcomité zijn vertegenwoordigd.
Na verloop van de periode van uithangen van 14 dagen en bij ontstentenis van geformuleerde bezwaren wordt de kandidatuurstelling aan het « Fonds Sociale Maribel » doorgestuurd.
Art. 9.Het « Fonds Sociale Maribel » zal, na ontvangst van de kandidatuurstellingen, een voorstel van verdeling van de bijkomende ter beschikking staande jobs uitwerken.
De na die procedure aangeduide werkgevers moeten overgaan tot aanwervingen, de voorgeschreven voorwaarden van het beheerscomité respecterend en binnen de vastgestelde termijn.
Art. 10.Bij de toewijzing van deze middelen zal het « Sociaal Fonds Maribel » rekening houden met de prioriteiten die bepaald worden door het beheerscomité waaronder ondermeer : - het behoud van de arbeidsplaatsen gefinancierd op 31 december 2002; - de aanwijzing van het nieuw aangeworven personeel in functies die de arbeidsdruk bij het aanwezige personeel verlagen; - de bijkomende werknemers mogen niet belast worden met prestaties die in rekening worden gebracht voor het bekomen van toelagen voor personeelskosten vanwege een subsidiërende overheid. HOOFDSTUK VI. - Waarborgen met betrekking tot de aanwending van de R.S.Z.-bijdragevermindering ten voordele van de tewerkstelling
Art. 11.In uitvoering van artikel 3, § 6 van het koninklijk besluit zal elke werkgever die financiële middelen « Sociale Maribel » geniet, om de zes maanden een verslag bezorgen aan het « Fonds Sociale Maribel », volgens het door het « Fonds Sociale Maribel » opgesteld model. Dit verslag bevat minstens volgende gegevens : een nominatieve lijst van de werknemers aangeworven bij toepassing van deze overeenkomst met vermelding van hun urencontract, hun functie, hun loonkost, de plaats van tewerkstelling en, in voorkomend geval, de datum van uitdienst en de naam van de vervangende werknemer, en of zij in hun vorige tewerkstelling op één of andere wijze met de instelling verbonden waren. Zolang er geen nieuw model van rapport wordt opgemaakt worden de modellen van de vroegere fondsen verder gebruikt voor de bepaalde instellingen en diensten.
Het « Fonds Sociale Maribel » kan desgevallend een andere termijn van verslag bepalen.
Het « Fonds Sociale Maribel » kan indien nodig bijkomende informatie opvragen bij de werkgever.
De werkgevers verbinden er zich toe alle gegevens in verband met de « Sociale Maribel » tewerkstelling, die door het « Fonds Sociale Maribel » worden opgevraagd, te verstrekken.
Art. 12.Het bedoelde verslag dient aan het « Fonds Sociale Maribel » te worden bezorgd op een tijdstip en volgens de modaliteiten te bepalen door het beheerscomité. Dit verslag moet aan de voorafgaande goedkeuring van de werknemersvertegenwoordiging worden voorgelegd overeenkomstig de vereiste procedure. HOOFDSTUK VII. - Slotbepalingen en geldigheidsduur
Art. 13.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 juni 1998, gesloten in het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, tot vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 mei 1998 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de sector van de gezondheidsinrichtingen en -diensten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 18 april 2000 (Belgisch Staatsblad van 6 september 2000).
Deze overeenkomst treedt in werking op 1 januari 2003.
Zij is gesloten voor onbepaalde duur. Zij kan opgezegd worden door elk van de partijen mits een opzegging van drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 september 2004.
De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE