Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 01 september 2004
gepubliceerd op 05 oktober 2004

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 oktober 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincie Henegouwen, betreffende de voorbereidende vorming tot de job van hardsteenarbeiders

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2004012293
pub.
05/10/2004
prom.
01/09/2004
ELI
eli/besluit/2004/09/01/2004012293/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

1 SEPTEMBER 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 oktober 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincie Henegouwen, betreffende de voorbereidende vorming tot de job van hardsteenarbeiders (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincie Henegouwen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 16 oktober 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincie Henegouwen, betreffende de voorbereidende vorming tot de job van hardsteenarbeiders.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 1 september 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincie Henegouwen Collectieve arbeidsovereenkomst van 16 oktober 2003 Voorbereidende vorming tot de job van hardsteenarbeiders (Overeenkomst geregistreerd op 6 februari 2004 onder het nummer 69761/CO/102.01) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincie Henegouwen.

Onder "arbeiders" wordt verstaan : de werklieden en werksters.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering : 1° Van de afdeling "Inspanning ten gunste van de personen die tot de risicogroepen behoren of waarop een inschakelingsparcours van toepassing is" van hoofdstuk II van de wet van 1 april 2003 houdende uitvoering van het interprofessioneel akkoord voor de periode 2003- 2004 (Belgisch Staatsblad van 16 mei 2003).2° Zij heeft tot doel de verschillende instrumenten te bepalen waarop de sector een beroep kan doen tijdens de geldigheidsduur van deze collectieve arbeidsovereenkomst, met het oog op de bevordering van de duurzame inschakeling, de herinschakeling en de beroepsopleiding van hardsteenarbeiders. HOOFDSTUK II. - Acties ten gunste van de weinig geschoolde jonge werkzoekenden of zonder kwalificatie Afdeling 1. - Doelgroep

Art. 3.Onder "weinig geschoolde jonge werkzoekenden of zonder kwalificatie" wordt verstaan : -de jonge werklozen (mannen of vrouwen) van 18 tot 25 jaar (niet uitsluitend); - de uitkeringsgerechtigde werklozen, of anderen; - geschikt voor de uitoefening van het beroep van hardsteenarbeider of overwegen om het uit te oefenen.

Tijdens de vormingsperiode zal het vroegere statuut tijdens de vorming behouden blijven. Afdeling 2. - Nomenclatuur van de aangenomen functies en verdeling van

de stagiairs.

Art. 4.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld N.B. : 1. Deze cijfers kunnen gewijzigd worden (matig); 2. Elke stagiaire zal opgeleid (inleiding) tot alle hieronder vermelde functies. Afdeling 3. - Modaliteiten

Art. 5.De voorbereidende vorming tot de job van hardsteenarbeider gebeurt als volgt : - een groep van ongeveer 15 personen; - er zullen twee wel onderscheiden tijdstippen van vorming zijn : 1° Alternerend leren, 4 dagen theorie en 1 dag praktijk;2° De stage in de onderneming. - er zal geen cumulatie van functies zijn tussen de opleiding bovengrond en de opleiding ondergrond; - het werkrooster en de verloven : die van kracht zijn in de hardsteengroeven van de sector; - de vorming zal aanvangen in december 2003; - de omkadering zal gebeuren door CEFOMEPI; - de inhoud van de vorming, evenals de vormingsoperatoren (zie artikel 6); - als de eindevaluatie positief is, zal er een aanwerving zijn onder de vorm van een contract voor bepaalde tijd voor een periode van zes maanden. HOOFDSTUK III. - Korte samenvatting van de inhoud van de theoretische vorming Tekst bij wijze van voorbeeld en niet volledig Afdeling 1. - Algemene informatie

Art. 6.A. Divers gebruik en van blauwe steen of hardsteen - Voorgeschiedenis en diverse toepassingen; - Verkeerswegen, golfbrekers, kunstwerken, verschillende gebouwen (openbaar, privé, godsdienst), monumenten en kunstwerken...; - Economisch belang in België.

B. Vindplaatsen in de wereld - Europa - Europese Unie - België - Wallonië - Henegouwen; - Vergelijking met materialen zoals graniet, marmer, porfier...

C. Beschrijving van een hedendaagse groeve en bezoeken - vindplaats, helling van het bed, aanwezigheid van water; - winning, bewerking, vervoer - gebruik van de steen; - begeleide bezoeken van verschillende sites. Afdeling 2. - Technische en technologische elementaire grondbeginselen

Art. 7.

A. De veiligheid en het verband met het milieu - Volgens de standpunten : Algemeen en specifiek (specifiek voor de functie), individueel en collectief; de arbeidsplaatsen (gevaar voor de anderen); uitrusting van de operatoren en van de machines, algemene arbeidsreglementering, eventuele sancties, verzekeringen, geestestoestand, beroepsethiek, oplettendheid, verantwoordelijkheid, discipline, solidariteit,...; - beschrijving van het materiaal : de troeven, de kenmerken (fysiek, mechanisch, chemisch), de zwakheden,...; - classificatie van de afgewerkte producten : vorm, volume, gewicht, meting, behandeling, sjorren, vervoer,....

B. Herhaling van enkele begrippen van toegepaste wetenschap - de 4 fundamentele operaties : oppervlakte, volume, gewicht, regel van drie,...; - weerstand van de materialen : hardheid, elasticiteit, trekkracht, compressie, buiging, knippen, schokken,...; - mechanica : samenstelling van de krachten, resultante, rechtlijnige beweging, cirkelvormig, alternatief, de hefbomen, drijfwerk, kettingen en kabels, smering; - de drijfkracht, elektrisch, thermisch, begrippen van elektrische, pneumatische en hydraulische circuits, de paardenkracht en de wattage, kracht, spanningen, intensiteit, verbruik. Afdeling 3. - De persoonlijke en sociale relaties in de onderneming

Art. 8. - er zal lezing met commentaar zijn van het arbeidscontract, van het arbeidsreglement, van de loonfiche, van het medisch getuigschrift, van de ongevallenaangifte...; - de begrippen rechten en plichten, beroepsethiek, respect voor zichzelf, de anderen en het materiaal, uurroosters, hiërarchie, communicaties (mondeling, telefonisch, per fax, geschreven, per e-mail), ploegenarbeid zullen uitgelegd worden...; - de representatieve werknemersorganisaties zullen informatie verstrekken over de rol van de paritaire comités, van de ondernemingsraad, van het comité voor preventie en bescherming op het werk, van het conflict, van de staking, onderhandelingen, looninstelling, betaald verlof enz. Afdeling 4. - De specifieke kennis

Art. 9. - de opleidingen hebben enkel betrekking op de hardsteenarbeiders op werven; - voor beide opties zal er een beroep gedaan worden (onder andere activiteiten) op bezoeken op sites, interviews met ervaren arbeiders, projectie van videocassettes en films, ontvangen van duidelijke documentatie, uitvoeren van praktische oefeningen, vragen-antwoorden,... - elke bereikte functie zal een diepgaande studie omvatten van de aspecten "veiligheid", evenals de zorg voor het onderhoud voor en na het gebruik van de machines. HOOFDSTUK IV. - Verplichtingen van de partijen

Art. 10.De werkgever verbindt zich ertoe : - de stagiair te vormen en hem geen taken toe te vertrouwen waarin niet voorzien is in het vormingsprogramma; - onder zijn personeel een of meerdere "voogden" aan te wijzen, die belast worden met het volgen en begeleiden van de stagiair tijdens de duur van de vorming; - de stagiair beveiligen tegen arbeidsongevallen en ongevallen op weg van en naar het werk; - de stagiair opeenvolgend tewerk te stellen met een contract vorming - inschakeling in verband met een arbeidscontract in het beroep dat hij aangeleerd heeft voor een duur van ten minste 6 maanden en mits naleving van de collectieve arbeidsovereenkomsten die van toepassing zijn op de betrokken bedrijfstak; - FOREm een kopie te bezorgen van het arbeidscontract dat gesloten is op het einde van het plan vorming - inschakeling - het quotum te behouden van het personeel dat is aangeworven in het kader van de overeenkomst eerste werk (Rosettaplan); de stagiairs aangeworven bij het einde van de vorming maken integraal deel uit van het quotum "overeenkomst eerste werk"; - FOREm de statistieken mee te delen en de namenlijst die betrekking heeft op het kwartaal dat voorafgaat aan het begin van het contract vorming - inschakeling en aan het (de) kwarta(a)l(en) van het einde van voornoemd contract.

De werkgever die voornoemde voorwaarden niet naleeft of die een einde stelt aan het contract vorming - inschakeling zonder het akkoord van FOREm betaalt aan deze laatste de voordelen terug die zijn toegekend aan de stagiair (vergoeding voor de verplaatsingskosten en compensatievergoeding).

Art. 11.De leerling is verplicht de vorming nauwgezet te volgen en de regels die van kracht zijn in de onderneming na te leven. HOOFDSTUK V. - Vorming

Art. 12.De duur van de vorming mag niet minder bedragen dan een maand, en niet meer dan 6 maanden.

Het vormingsprogramma wordt gewaarborgd in de onderneming.

De organisatie en de aanwending van de vorming worden beheerd door de v.z.w. CEFOMEPI. Die : - waarborgt de promotie van de maatregel; - waarborgt de betrekkingen tussen de werkgevers en de werkzoekenden; - draagt bij tot het op punt stellen van de vormingsprogramma's en erkent ze; - waarborgt de pedagogische opvolging van de vorming; - waarborgt de administratieve opvolging en de kosten die eruit voortvloeien; - werkt overeenkomsten uit met de vormingsoperatoren.

Het vormingscontract wordt gesloten tussen de werkgever, FOREm en de stagiair, vóór elke prestatie van deze laatste bij de werkgever. Het contract bevat een proefperiode van een maand.

Tijdens de uitvoering van het vormingscontract gebeurt een opvolging betreffende het verloop van de vorming door CEFOMEPI. Tijdens het vormingscontract behoudt de stagiair het statuut dat hij had vóór de aanvang van zijn vorming. HOOFDSTUK VI. - Vergoeding tijdens de duur van de stage Art. 13. - de stagiair wordt vergoed door FOREm; - hij ontvangt bovendien een progressieve vormingspremie, ten laste van de werkgever, die het verschil vertegenwoordigt tussen het conventionele netto referteloon (x) en de werkloosheidsuitkering; - een tegemoetkoming ten laste van FOREm in de verplaatsingskosten.

Detail van de progressieve vormingspremie : - 60 pct. voor het 1e derde van de vorming; - 80 pct. voor het 2e derde van de vorming; - 100 pct. voor het 3e derde van de vorming. (x) Referteloon : Het referteloon is gelijk aan het conventionele loon van een beginnend hardsteenarbeider (vergelijkende met hulparbeider werk) die afhangt van het Paritair Subcomité voor het bedrijf der hardsteengroeven en der groeven van uit te houwen kalksteen in de provincie Henegouwen, met uitzondering van elke premie, tijdens de duur van de vorming.

Art. 14.Op het einde van de vorming, zal, in het kader van het arbeidscontract vermeld in hoofdstuk 7, het loon gelijk zijn aan het loon van de categorie waarin de arbeider zal worden ingedeeld, verhoogd met de premies die betrekking hebben op dit loon. HOOFDSTUK VII. - Evaluatie

Art. 15.De evaluatie, op het einde van de vorming, zal gedaan worden in alle objectiviteit, door de werkgever, in samenwerking met het FOREm. HOOFDSTUK VIII. - Soort contract op het einde van de vorming

Art. 16.Er zal een arbeidscontract als arbeider voor bepaalde duur, met een duur van 6 maanden, worden toegekend op het einde van de vorming. HOOFDSTUK IX. - Formaliteiten

Art. 17.De aanvraag, waarvan het model bepaald wordt door FOREm door middel van een typedocument (met als titel F.O.), moet gericht worden aan FOREm, bij de regionale coördinator P.F.I. HOOFDSTUK X. - Mogelijke cumul

Art. 18.Op het einde van het vormingscontract-inschakeling, als de stagiair wordt aangeworven met een arbeidscontract, kan de werkgever eventueel overheidssteun genieten, gekoppeld aan deze verbintenis (RSZ-vermindering, tewerkstellingspremies,...). HOOFDSTUK XI. - Opvolgingscommissie

Art. 19.Het vormingsplan-inschakeling wordt omkaderd door een opvolgingscommissie, samengesteld uit CEFOMEPI, de betrokken werkgevers en FOREm. Zij worden belast met de uitvoering, de opvolging en de coördinatie van alle acties en tegemoetkomingen die bepaald worden door deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 20.De vormingsinspanningen ten gunste van de tewerkstelling van arbeiders in steengroeven, bepaald door deze collectieve arbeidsovereenkomst, worden ondergebracht in de 0,40 pct. van de jaarlijkse loonmassa van de sector, gestort aan de v.z.w. CEFOMEPI, voor de periode van 1 januari 2003 tot 31 december 2004. HOOFDSTUK XII. - Duur - Geldigheid

Art. 21.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt van kracht op 16 oktober 2003 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2004.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 september 2004.

De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 september 2004.

De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE

^