Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 01 september 2004
gepubliceerd op 29 september 2004

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juli 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de flexibiliteit in uitvoering van artikel 12 van het nationaal akkoord 2003-2004 van 14 mei 2003

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2004012204
pub.
29/09/2004
prom.
01/09/2004
ELI
eli/besluit/2004/09/01/2004012204/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

1 SEPTEMBER 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juli 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de flexibiliteit in uitvoering van artikel 12 van het nationaal akkoord 2003-2004 van 14 mei 2003 (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het koetswerk;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juli 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor het koetswerk, betreffende de flexibiliteit in uitvoering van artikel 12 van het nationaal akkoord 2003-2004 van 14 mei 2003.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 1 september 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor het koetswerk Collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juli 2003 Flexibiliteit in uitvoering van artikel 12 van het nationaal akkoord 2003-2004 van 14 mei 2003 (Overeenkomst geregistreerd op 9 september 2003 onder het nummer 67381/CO/149.02) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werklieden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor het koetswerk.

Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "werklieden" verstaan : de werklieden en de werksters. HOOFDSTUK II. - Draagwijdte en toepassingssfeer van de overeenkomst

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten in toepassing van artikel 20bis, § 1, van de arbeidswet van 16 maart 1971 (Belgisch Staatsblad van 30 maart 1971), gewijzigd door artikel 37 van hoofdstuk V van titel III van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot de preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen (Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1996).

Dit impliceert dat deze collectieve arbeidsovereenkomst over de afwijkingen inzake arbeidstijd regelt voor de ondernemingen die onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor het koetswerk ressorteren. HOOFDSTUK III. - Toepassingsmodaliteiten Afdeling 1. - Onvoorziene toename van het werk

Art. 3.§ 1. Om het hoofd te kunnen bieden aan een onvoorziene toename van het werk, mogen bijkomende prestaties met een maximum van 5 uren per week worden verricht. § 2. Die uren worden gepresteerd binnen het raam van artikel 25 van de arbeidswet van 16 maart 1971 (Belgisch Staatsblad van 30 maart 1971). § 3. Deze uren worden binnen de drie kalendermaanden gerecupereerd.

Deze variabele werktijd wordt enkel verricht door vrijwilligers. Deze bijkomende prestaties dienen te worden meegedeeld door aanplakking, 24 uren op voorhand, van een bericht zoals voorzien in artikel 14 van de wet van 8 april 1965 (Belgisch Staatsblad van 5 mei 1965) tot instelling van de arbeidsreglementen en de latere wijzigingen ervan. § 4. De afwijkende regeling dient gemeld te worden aan de ondernemingsraad of de vakbondsafvaardiging of bij ontstentenis aan het paritair subcomité. § 5. De onderneming kan, tot beloop van maximaal 60 werkdagen per jaar en per werkman, beroep doen op de soepele werktijdregeling wegens onvoorziene toename van het werk, binnen het raam van de jaargrens bepaald in artikel 4. Afdeling 2. - Jaargrens

Art. 4.De totale duur van de periode voorzien onder afdeling 1 mag 60 werkdagen per jaar en per werkman niet overschrijden. HOOFDSTUK IV. - Algemene bepaling

Art. 5.Bovenstaande bepalingen doen geen afbreuk aan de wettelijke bepalingen, aan de bestaande ondernemingsovereenkomsten of aan de besprekingen die in de ondernemingen aan de gang zijn. HOOFDSTUK V. - Duurtijd

Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2003 en treedt buiten werking op 30 juni 2005.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 september 2004.

De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE

^