Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 01 september 2004
gepubliceerd op 22 september 2004

Koninklijk besluit tot toekenning van een financiële tussenkomst aan de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest teneinde de uitgaven gekoppeld aan de preventie van de criminaliteit in het kader van de Europese toppen en andere initiatieven die gepaard gaan met de internationale functie van de stad Brussel en van de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te dekken

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2004000538
pub.
22/09/2004
prom.
01/09/2004
ELI
eli/besluit/2004/09/01/2004000538/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

1 SEPTEMBER 2004. - Koninklijk besluit tot toekenning van een financiële tussenkomst aan de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest teneinde de uitgaven gekoppeld aan de preventie van de criminaliteit in het kader van de Europese toppen en andere initiatieven die gepaard gaan met de internationale functie van de stad Brussel en van de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te dekken


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wetten op de rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, inzonderheid op de artikelen 55 tot 58;

Gelet op de wet van 10 augustus 2001 tot oprichting van een Fonds ter financiering van de internationale rol en de hoofdstedelijke functie van Brussel en tot wijziging van de organieke wet van 27 december 1990 houdende oprichting van begrotingsfondsen, gewijzigd bij de programmawet van 24 december 2002;

Gelet op de wet van 22 december 2003 houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2004;

Gelet op het koninklijk besluit van 16 november 1994 betreffende de administratieve en de begrotingscontrole;

Gelet op het koninklijk besluit van 1 december 2003 houdende de voorwaarden waaraan de gemeenten moeten voldoen om een financiële tussenkomst te kunnen genieten in het kader van een overeenkomst betreffende de preventie van de criminaliteit gedurende de Europese toppen en andere initiatieven die gepaard gaan met de internationale functie van de stad Brussel en de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Gelet op het advies van 27 augustus 2004 van de Samenwerkingscommissie bedoeld in artikel 43 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen;

Gelet op de beslissing van de federale leden van de voornoemde Samenwerkingscommissie van 27 augustus 2004;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 22 juli 2004;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 22 juli 2004;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Binnen de perken van de beschikbare kredieten, wordt voor 2004 een financiële tussenkomst van euro 7.000.000 toegekend aan de 19 gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest teneinde de uitgaven gekoppeld aan de preventie van de criminaliteit in het kader van de Europese toppen en andere initiatieven die gepaard gaan met de internationale functie van de stad Brussel en van de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te dekken; er zal bovendien bijzondere aandacht uitgaan naar de bestrijding van burgerlijke ongehoorzaamheden ten belope van euro 1.000.000.

De verdeling van dit bedrag tussen de 19 gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gebeurt volgens de volgende sleutel : 50 % aan de Brusselse gemeenten met een veiligheids- en preventiecontract met federaal luik naar rato van de in dit kader ontvangen bedragen en 50 % in gelijke delen verdeeld tussen de 19 gemeenten, met name : 539.847,30 euro aan de gemeente Anderlecht, 215.715,74 euro aan de gemeente Oudergem, 184.210,53 euro aan de gemeente Sint-Agatha-Berchem, 1.336.146,16 euro aan Brussel-Stad, 289.143,39 euro aan de gemeente Etterbeek, 288.118,39 euro aan de gemeente Evere, 351.778,62 euro aan de gemeente Vorst, 184.210,53 euro aan de gemeente Ganshoren, 314.031,96 euro aan de gemeente Elsene, 184.210,53 euro aan de gemeente Jette, 318.341,19 euro aan de gemeente Koekelberg, 461.297,29 euro aan de gemeente Sint-Jans-Molenbeek, 431.741,43 euro aan de gemeente Sint-Gillis, 432.634,77 euro aan de gemeente Sint-Joost-ten-Node, 635.429,95 euro aan de gemeente Schaarbeek, 184.210,53 euro aan de gemeente Watermaal-Bosvoorde, 184.210,53 euro aan de gemeente Sint-Lambrechts-Woluwe, 184.210,53 euro aan de gemeente Sint-Pieters-Woluwe 262.510,21 euro aan de gemeente Ukkel.

Art. 2.De in dit besluit bedoelde financiële tussenkomst wordt aangerekend ten laste van basisallocatie 13.56.70.43.01 als vastlegging op de algemene uitgavenbegroting 2004.

Art. 3.Kunnen in aanmerking genomen worden voor de verantwoording van het toegekende bedrag, de projecten ontwikkeld overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 2 en 3 van het Koninklijk besluit van 1 december 2003 houdende de voorwaarden waaraan de gemeenten moeten voldoen om een financiële tussenkomst te kunnen genieten in het kader van een overeenkomst betreffende de preventie van de criminaliteit gedurende de Europese toppen en andere initiatieven die gepaard gaan met de internationale functie van de stad Brussel en de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Art. 4.Elke betrokken gemeente zal een eerste schijf ontvangen die gelijk is aan 50 % van het bedrag dat haar wordt toegekend.

De betrokken gemeenten dienen, ten laatste tegen 31 maart 2005, een dossier in bij de Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid van het FOD Binnenlandse zaken met daarin een samenvatting van de voor eensluidend verklaarde financiële stukken.

Het dossier moet volledige en nauwkeurige informatie bevatten inzake de aard en de relevantie van de vastgelegde uitgaven.

De gemeente houdt de originele stukken ter beschikking van de Minister van Binnenlandse Zaken om een inspectie mogelijk te maken van de diensten van de Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid.

Het saldo zal worden gestort na verificatie van de correcte aanwending van de financiële hulp.

Art. 5.De niet-uitvoering of de niet-overeenstemming met de criteria voor de toekenning van de financiële hulp voorzien in artikel 3 van dit besluit, zonder voorafgaande goedkeuring door de Minister van Binnenlandse Zaken, brengt de gedeeltelijke of volledige terugbetaling van de financiële hulp met zich mee.

Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2004.

Art. 7.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 1 september 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL

^