1 SEPTEMBER 2004. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 5 juni 2004 tot uitvoering van artikel 6, § 2, derde lid en van artikel 7, § 1, derde lid en § 2, tweede lid, van de wet van 22 maart 2001 tot instelling van een inkomensgarantie voor ouderen

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, inzonderheid op artikel 76, § 1, 1°, en § 3, vervangen bij de wet van 18 juli 1990;

Gelet op het ontwerp van officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 5 juni 2004 tot uitvoering van artikel 6, § 2, derde lid en van artikel 7, § 1, derde lid en § 2, tweede lid, van de wet van 22 maart 2001 tot instelling van een inkomensgarantie voor ouderen, opgemaakt door de Centrale dienst voor Duitse vertaling bij het Adjunct-arrondissementscommissariaat in Malmedy;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De bij dit besluit gevoegde tekst is de officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 5 juni 2004 tot uitvoering van artikel 6, § 2, derde lid en van artikel 7, § 1, derde lid en § 2, tweede lid, van de wet van 22 maart 2001 tot instelling van een inkomensgarantie voor ouderen.

Art. 2.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 1 september 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL

Bijlage FÖDERALER ÖFFENTLICHER DIENST BESCHÄFTIGUNG, ARBEIT UND SOZIALE KONZERTIERUNG 5. JUNI 2004 - Königlicher Erlass zur Ausführung von Artikel 6 § 2 Absatz 3 und Artikel 7 § 1 Absatz 3 und § 2 Absatz 2 des Gesetzes vom 22.März 2001 zur Einführung einer Einkommensgarantie für Betagte ALBERT II., König der Belgier, Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruss! Aufgrund des Gesetzes vom 22. März 2001 zur Einführung einer Einkommensgarantie für Betagte, insbesondere des Artikels 6 § 2 Absatz 3 und des Artikels 7 § 1 Absatz 3 und § 2 Absatz 2;

Aufgrund der Stellungnahme des Finanzinspektors vom 19. April 2004;

Aufgrund des Einverständnisses Unseres Ministers des Haushalts vom 29.

April 2004;

Aufgrund der Dringlichkeit, begründet dadurch, dass die Einkommensüberprüfung in Zusammenhang mit der Einkommensgarantie für Betagte zur Zeit ein Hindernis für die Betreuung von Eltern durch ihre Kinder ist und dem dringend ein Ende gesetzt werden muss;

Aufgrund des Gutachtens Nr. 37.116/1 des Staatsrates vom 10. Mai 2004, abgegeben in Anwendung von Artikel 84 § 1 Absatz 1 Nr. 2 der koordinierten Gesetze über den Staatsrat;

Auf Vorschlag Unseres Ministers der Beschäftigung und der Pensionen und aufgrund der Stellungnahme Unserer Minister, die im Rat darüber beraten haben, Haben Wir beschlossen und erlassen Wir: Artikel 1 - Für die Anwendung von Artikel 6 § 2 Absatz 2 des Gesetzes vom 22. März 2001 zur Einführung einer Einkommensgarantie für Betagte wird auch davon ausgegangen, dass Verwandte oder Verschwägerte in gerader absteigender Linie, die entweder mit dem Antragsteller oder mit dem Antragsteller und den in Artikel 6 § 2 Absatz 2 Nr. 1 und 2 erwähnten Kindern zusammenwohnen, nicht denselben Hauptwohnort mit dem Antragsteller teilen.

Art. 2 - Für die Anwendung von Artikel 7 § 1 des Gesetzes vom 22. März 2001 zur Einführung einer Einkommensgarantie für Betagte werden die Existenzmittel der in Artikel 6 § 2 Absatz 2 Nr. 3 und in Artikel 1 des vorliegenden Erlasses erwähnten Personen nicht in Betracht gezogen.

Art. 3 - § 1 - Vorliegender Erlass tritt am1. Mai 2004 in Kraft. § 2 - Personen, die in den Genuss der Bestimmungen des vorliegenden Erlasses kommen möchten, können gemäss den Bestimmungen von Kapitel 2 Abschnitt 1 des Königlichen Erlasses vom 23. Mai 2001 zur Einführung einer allgemeinen Regelung über die Einkommensgarantie für Betagte einen Antrag einreichen.

Der Antrag muss spätestens am letzten Tag des Monats, der dem Monat der Veröffentlichung des vorliegenden Erlasses im Belgischen Staatsblatt um ein Jahr folgt, eingereicht werden. Der infolge dieses Antrags getroffene Beschluss wird am ersten Tag des Monats nach dem Monat der Einreichung des Antrags wirksam; wird der Antrag vor dem 1.

Juli 2005 eingereicht, wird der Beschluss jedoch am 1. Mai 2004 wirksam. § 3 - Die Anwendung des vorliegenden Artikels darf jedoch nicht dazu führen, dass ein Betrag gewährt wird, der unter dem vorher bezogenen Betrag liegt.

Art. 4 - Unser Minister der Beschäftigung und der Pensionen ist mit der Ausführung des vorliegenden Erlasses beauftragt.

Gegeben zu Brüssel, den 5. Juni 2004 ALBERT Von Königs wegen: Der Minister der Beschäftigung und der Pensionen F. VANDENBROUCKE Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 1 september 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL