gepubliceerd op 11 oktober 1997
Koninklijk besluit betreffende de wijze van uitgifte van de loterij met biljetten, "ELDORADO" genaamd, een openbare loterij georganiseerd door de Nationale Loterij
1 OKTOBER 1997. Koninklijk besluit betreffende de wijze van uitgifte van de loterij met biljetten, "ELDORADO" genaamd, een openbare loterij georganiseerd door de Nationale Loterij
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 22 juli 1991 betreffende de Nationale Loterij, inzonderheid op artikel 2, eerste lid, en op artikel 27, tweede lid;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;
Overwegende dat de evolutie in het gedrag van het publiek de Nationale Loterij heeft doen vaststellen dat de aantrekkingskracht van de openbare loterijvormen die ze organiseert overeenkomstig artikel 2, eerste lid van de wet van 22 juli 1991 betreffende de Nationale Loterij, met name die van de loterijen met biljetten, onderhevig is aan een erosieverschijnsel dat, in vergelijking met vroeger, sneller verloopt en dat derhalve de levensduur van deze loterijvormen veel korter maakt;
Overwegende dat dit erosieverschijnsel een versnelde vernieuwing van de genoemde loterijvormen des te onontbeerlijker maakt daar de in het bedrijfsplan beoogde jaarlijkse verhoging met 5 % van de ontvangsten van de Nationale Loterij, een essentiële voorwaarde vormt opdat de Nationale Loterij al haar verplichtingen kan nakomen;
Overwegende dat het studiewerk betreffende de haalbaarheid, het ontwerp, de organisatie en de rendabiliteit van de in dit besluit bedoelde openbare loterijvorm vele maanden werk heeft gevergd van de diensten van de Nationale Loterij;
Overwegende dat de Nationale Loterij, bij gebrek aan een onverwijlde lancering van deze nieuwe, bijkomende ontvangsten genererende vorm van openbare loterij, in de onmogelijkheid zou verkeren al haar verplichtingen in 1997 na te komen;
Overwegende dat het, om een dergelijke situatie te voorkomen, absoluut noodzakelijk is dringend dit besluit te nemen zodat de Nationale Loterij onmiddellijk alle vereiste maatregelen kan nemen met het oog op de organisatie, vanaf midden oktober 1997, van de loterijvorm die erin wordt bedoeld;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gewettigd door bovenstaande overwegingen;
Op de voordracht van Onze Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Dit reglement is van toepassing op de door de Nationale Loterij uitgegeven loterij met biljetten, "ELDORADO" genaamd.
De "ELDORADO" is een loterijvorm waarvan de loten uitsluitend zonder loting worden toegekend hetzij d.m.v. figuren, hetzij d.m.v. in cijfers en in letters uitgedrukte bedragen die verborgen zijn onder een afkrasbare ondoorzichtige bedekkingslaag.
Art. 2.De Nationale Loterij bepaalt het aantal uitgegeven biljetten op veelvouden van twee miljoen.
De verkoopprijs per biljet is vastgesteld op 200 frank en staat op de biljetten vermeld.
Art. 3.Per hoeveelheid van twee miljoen biljetten is het aantal winnende biljetten vastgesteld op 506 541, voor een totaal bedrag van 228 000 000 frank.
Het aantal winnende biljetten is als volgt verdeeld : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 4.Op de voorzijde van elk biljet staan vier onderscheiden spelzones die respectievelijk zijn aangeduid met de vermeldingen "Spel 1", "Spel 2", "Spel 3" en "Spel 4". "Spel 1" wordt "De goudzoeker" genoemd, "Spel 2" "De koffer", "Spel 3" "Zeeslag" en "Spel 4" "Het standbeeld".
Art. 5.Bij "Spel 1", dat zich linksboven op het biljet bevindt, moet de deelnemer wegkrassen : de ondoorzichtige laag waarop vijf van een vraagteken voorziene schalen staan afgebeeld en die een bedekking vormt over de van model wisselende figuren, bedoeld voor de eventuele toekenning van een lot.
Geeft recht op een lot van : 1° 100 F : de figuur met een goudstaaf in een enkele schaal;2° 800 F : de figuur met een goudstaaf in twee schalen;3° 10 000 F :de figuur met een goudstaaf in drie schalen;4° 100 000 F : de figuur met een goudstaaf in vier schalen;5° 4 000 000 F : de figuur met een goudstaaf in vijf schalen. Als dit spel een lot toewijst, dan gaat het om een enkel lot waarvan het bedrag bepaald wordt door het grootst aantal schalen waarin een goudstaaf afgebeeld staat. Een niet-winnend spel vertoont vijf schalen waarin een figuur staat die geen goudstaaf is.
Art. 6.Bij "Spel 2", dat zich bovenaan rechts op het biljet bevindt, moet de deelnemer wegkrassen : de ondoorzichtige laag waarop een vraagteken bevattende koffer staat afgebeeld en die een bedekking vormt over de vermeldingen, bedoeld voor de eventuele toekenning van een lot.
Onder voornoemde ondoorzichtige bedekkingslaag staat ofwel het bedrag in cijfers en letters van het gewonnen lot, ofwel de melding dat er geen lot gewonnen is, wat in cijfers is aangegeven met "000" en in letters met "NUL".
De bedragen van de toegewezen loten zijn respectievelijk bepaald op 100 F, 200 F, 300 F, 800 F, 1 000 F, 10 000 F, 100 000 F en 4 000 000 F.
Art. 7.§ 1. De deelname aan "Spel 3", dat zich linksonder op het biljet bevindt, geschiedt in twee fasen. "Spel 3" bestaat dan ook uit twee boven elkaar geplaatste spelzones. § 2. De eerste spelzone stelt een trapeziumvormige stapel van negen kanonskogels voor. De ondoorzichtige laag waarop deze negen kanonskogels staan afgebeeld, draagt de vermelding "UW KANONSKOGELS". § 3. De tweede spelzone, net onder de eerste, stelt een vierkant rooster voor dat bedekt is met een ondoorzichtige laag, dat bestaat uit 25 in 5 kolommen en 5 rijen geschikte vakjes, en dat de "schietzone" vormt.
Elke kolom wordt geïdentificeerd met een letter die erboven staat.
Gaande van links naar rechts is de eerste kolom geïdentificeerd met de letter "a", de tweede met de letter "b", de derde met de letter "c", de vierde met de letter "d" en de vijfde met de letter "e". Elke rij wordt geïdentificeerd met een cijfer aan de linkerzijde. Gaande van boven naar onderen, is de eerste rij geïdentificeerd met het cijfer "1", de tweede met het cijfer "2", de derde met het cijfer "3", de vierde met het cijfer "4" en de vijfde met het cijfer "5". Deze vermeldingen in cijfers en in letters vormen coördinaten waarmee de positie van elkeen van de 25 vakjes van het in het eerste lid bedoelde rooster kan worden bepaald. § 4. Eerst moet de deelnemer de in § 2 bedoelde ondoorzichtige laag met daarop de negen kanonskogels wegkrassen. Onder die ondoorzichtige bedekkingslaag, staan, in elke kanonskogel, een cijfer en een letter die de coördinaten vormen van de vakjes die in de in § 3 bedoelde schietzone voorkomen, die met een ondoorzichtige laag bedekt zijn en die door de deelnemers moeten worden afgekrast in de volgende fase. § 5. Een lot wordt toegekend als in het of de twee, drie, vier of zes afgekraste en overeenkomstig § 4 geïdentificeerde vakje(s), de volledige afbeelding van een zeilboot staat.
Toegekend wordt, een lot van 1° 100 F : als een volledige boot staat afgebeeld in een ruimte die tot één vakje beperkt blijft;2° 800 F : als een volledige boot staat afgebeeld in een ruimte die beperkt blijft tot twee horizontaal naast elkaar liggende vakjes;3° 10 000 F : als een volledige boot staat afgebeeld in een ruimte die beperkt blijft tot drie vakjes;4° 100 000 F : als een volledige boot staat afgebeeld in een ruimte die beperkt blijft tot vier vakjes, welke samen een vierkant vormen;5° 4 000 000 F : als een volledige boot staat afgebeeld in een ruimte die beperkt blijft tot zes vakjes, welke samen een horizontale rechthoek vormen. Als dit spel winnend is, kent het maar één van de in het tweede lid bedoelde loten toe. Een niet-winnend spel vertoont boten die afgebeeld zijn in vakjes waarvan er minstens eentje niet overeenstemt met de coördinaten, vermeld in de in § 4 bedoelde kanonskogels.
Art. 8.Bij "Spel 4", dat zich onderaan rechts op het biljet bevindt, moet de deelnemer wegkrassen : de ondoorzichtige laag waarop, naast elkaar, twee standbeelden met elk vier vraagtekens staan afgebeeld en die een bedekking vormt over de figuren, bedoeld voor de eventuele toekenning van een lot.
Onder de ondoorzichtige laag die elk standbeeld bedekt, staan vier van model wisselende figuren verticaal onder elkaar. De acht aldus op de standbeelden afgebeelde figuren vormen vier parallel boven elkaar geplaatste rijen van twee figuren.
Voor de toekenning van de loten worden de configuraties, gevormd door de twee figuren van eenzelfde rij in acht genomen. Er zijn maar vijf configuraties die recht geven op een lot.
Geven recht op een lot van : 1° 100 F : de configuratie gevormd door twee sterren;2° 800 F : de configuratie gevormd door twee ruiten;3° 10 000 F : de configuratie gevormd door twee cirkels;4° 100 000 F : de configuratie gevormd door twee vierkanten;5° 4 000 000 F : de configuratie gevormd door twee driehoeken. Als het spel winnend is, kent het maar één van de in het vierde lid bedoelde loten toe. Een niet-winnend spel vertoont geen enkele van de in het vierde lid opgesomde configuraties.
Art. 9.Onder voorbehoud van het tweede lid, kan eenzelfde biljet winnen bij één spel, bij twee spellen, bij drie spellen of bij vier spellen. De toegekende loten worden in voorkomend geval gecumuleerd.
De toekenning van de loten vertoont evenwel de volgende bijzonderheden : 1° een winnend biljet geeft systematisch recht op een totaal lotenbedrag van minstens 400 frank.Dit bedrag kan ofwel bestaan uit vier loten van elk 100 F, ofwel uit een lot van 200 F en twee loten van elk 100 F, ofwel uit een lot van 300 F en een lot van 100 F; 2° als een winnend biljet recht geeft op een totaal lotenbedrag van 1 000 F, dan kan dit bedrag bestaan uit een enkel lot van 1 000 F, ofwel bestaan uit hetzij twee loten van elk 100 F en één lot van 800 F, hetzij uit één lot van 200 F en één lot van 800 F;3° als een winnend biljet recht geeft op een lot van 10 000 F, dan is dit het enige lot, dat toegekend wordt door een van de vier spellen. Hetzelfde principe geldt voor loten van 100 000 F of 4 000 000 F.
Art. 10.Onder alle ondoorzichtige bedekkingslagen op de biljetten, kunnen controlevermeldingen voorkomen.
Van onverkochte biljetten mag alleen de Nationale Loterij de ondoorzichtige lagen afkrassen voor controledoeleinden.
Art. 11.Ten behoeve van de geautomatiseerde verwerking van de biljetten kunnen de volgende vermeldingen op de voor- of achterzijde van de biljetten voorkomen : 1° een reeks zichtbare cijfers;2° een reeks cijfers onder een ondoorzichtige bedekkingslaag;3° een zichtbare streepjescode. Teneinde het zuivere toeval bij de toewijzing van de zonder loting toegewezen loten te waarborgen : 1° wordt elke stelselmatigheid geweerd bij het drukken van de vermeldingen die betrekking hebben op de toewijzing van de loten;2° mogen de biljetten geen uiterlijk verschil vertonen dat elementen in verband met de toewijzing der loten kan onthullen. De biljetten vertonen op de voor- of achterzijde vermeldingen in cijfers en/of letters ter identificatie van de uitgifte waartoe ze behoren. Een uitgifte bestaat uit biljetten waarvan het aantal ofwel op twee miljoen, ofwel op een veelvoud van twee miljoen is vastgesteld. Het aantal uitgiften wordt bepaald door de Nationale Loterij.
Op de keerzijde van de biljetten kan ook uitleg voor de deelnemers voorkomen.
Art. 12.De loten zijn vrijgesteld van elke belasting ten bate van de Staat.
Art. 13.Vanaf de aankoop van de biljetten zijn de loten betaalbaar aan toonder tegen afgifte van de winnende biljetten op de zetel van de Nationale Loterij of bij de verkopers, tot en met de laatste dag van een termijn van twee maanden te rekenen vanaf de afsluitingsdatum van de verkoop van de uitgifte waartoe de biljetten behoren. Voor iedere uitgifte zal de Nationale Loterij de afsluitingsdatum van de verkoop en dus de daarmee samenhangende afsluitingsdatum van de uitbetalingen, bekendmaken met alle door haar nuttig geachte middelen.
Het bedrag van de door de verkopers uitbetaalde loten is beperkt tot een door de Nationale Loterij vastgesteld maximum.
De loten die niet worden opgeëist binnen de termijn, vastgesteld in het eerste lid, verblijven aan de Nationale Loterij.
De klachten met betrekking tot de uitbetaling van de loten moeten, op straffe van nietigheid, ingediend worden binnen de in het eerste lid bedoelde termijn van twee maanden. Ze moeten bij aangetekende brief aan de Nationale Loterij worden gericht of bij de Nationale Loterij worden afgegeven tegen ontvangstbewijs.
Bij elke klacht moet het betrokken biljet gevoegd zijn. Op de achterzijde van het biljet dient de deelnemer zijn naam, voornaam en adres te vermelden.
Art. 14.De Nationale Loterij erkent slechts één enkele eigenaar van een winnend biljet, namelijk de houder ervan. De staving van de identiteit wordt geëist als er twijfel bestaat over de geldigheid van het biljet, als het besmeurd, gescheurd, onvolledig of herplakt is. In dat geval houdt de Nationale Loterij het biljet in tot ze een beslissing heeft genomen en ontvangt de houder van het biljet een bewijs van afgifte.
Geen enkel bezwaar of verzet wordt aanvaard in geval van diefstal, verlies of vernietiging van een biljet of van een aan toonder opgesteld bewijs van afgifte.
De eigenaar van een biljet met een druktechnisch gebrek kan geen aanspraak maken op een lot, maar alleen op de terugbetaling van zijn biljet.
Art. 15.Dit besluit treedt in werking op 14 oktober 1997.
Art. 16.Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 1 oktober 1997.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, Ph. MAYSTADT