gepubliceerd op 29 mei 2006
Koninklijk besluit tot vaststelling van het jaarlijks maximaal bedrag der werkingskosten van het Opvolgingscomité en zijn vast secretariaat, opgericht bij de artikelen 3 en 4 van de wet van 11 april 2003 betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze kerncentrales, en der kosten van de adviezen en studies gevraagd door dit comité, ten laste van de genoemde voorzieningen
1 MEI 2006. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het jaarlijks maximaal bedrag der werkingskosten van het Opvolgingscomité en zijn vast secretariaat, opgericht bij de artikelen 3 en 4 van de wet van 11 april 2003 betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze kerncentrales, en der kosten van de adviezen en studies gevraagd door dit comité, ten laste van de genoemde voorzieningen
VERSLAG AAN DE KONING Sire, Artikel 3 van de wet van 11 april 2003 betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze kerncentrales voorziet in de oprichting van een Opvolgingscomité voor de mechanismen verbonden met deze voorzieningen.
Artikel 10 van de wet bepaalt dat de Koning het huishoudelijk reglement van het Opvolgingscomité vastlegt. Het bepaalt tevens dat de Koning de modaliteiten en werkingskosten van het Opvolgingscomité en van zijn vast secretariaat vastlegt. Deze bepalingen worden in uitvoering gebracht door een apart koninklijk besluit.
Het tweede lid van artikel 9 van de wet bepaalt dat de Koning, bij een in Ministerraad overlegd besluit, het jaarlijks bedrag moet vastleggen dat maximaal ten laste van de voorzieningen kan besteed worden aan de werkingskosten van het Opvolgingscomité en zijn vast secretariaat, en aan de kosten van de adviezen en studies gevraagd door het comité.
Dit besluit brengt deze bepaling in uitvoering.
Artikel 1 verduidelijkt enkele termen die regelmatig gebruikt worden in dit besluit.
De derde paragraaf van artikel 2 legt een jaarlijkse limiet op van vijfhonderdduizend euro voor het geheel van de volgende kosten : de werkingskosten van het Opvolgingscomité (zitpenningen en verplaatsingsvergoeding) en van het vast secretariaat en de kosten van de adviezen en studies, gevraagd door het Opvolgingscomité, met uitzondering van die verbonden met de prestaties van de NIRAS in het kader van haar inventarisopdracht.
De vijfde paragraaf van artikel 2 voorziet een indexering van de in de eerste paragraaf opgelegde limiet.
Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit de zeer eerwaardige en zeer getrouwe dienaar.
De Minister van Energie, M. VERWILGHEN
1 MEI 2006. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het jaarlijks maximaal bedrag der werkingskosten van het Opvolgingscomité en zijn vast secretariaat, opgericht bij de artikelen 3 en 4 van de wet van 11 april 2003 betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze kerncentrales, en der kosten van de adviezen en studies gevraagd door dit comité, ten laste van de genoemde voorzieningen ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 11 april 2003 betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze kerncentrales, inzonderheid op artikel 9;
Gelet op de adviezen van de Inspecteur van financiën, gegeven op 24 augustus 2004 en 1 maart 2006;
Op de voordracht van Onze Minister van Energie, en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : - wet : de wet van 11 april 2003 betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze kerncentrales; - Opvolgingscomité : het Opvolgingscomité voor de mechanismen verbonden met de voorzieningen voor de ontmanteling en voor het beheer van bestraalde splijtstoffen, opgericht door artikel 3 van de wet; - NIRAS : de Nationale Instelling voor Radioactief Afval en Verrijkte Splijtstoffen, opgericht door artikel 179, § 2, van de wet van 8 augustus 1980 betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980, vervangen door de wet van 11 januari 1991 en gewijzigd door de programmawetten van 12 december 1997 en van 30 december 2001; - secretariaat : het vast secretariaat opgericht door artikel 4, § 3, van de wet.
Art. 2.§ 1 Het Opvolgingscomité legt tijdens het laatste trimester van het jaar, aan de Minister die de energie in zijn bevoegdheid heeft, een ontwerpbudget ter goedkeuring voor het komende jaar voor. § 2. De werkingskosten van het Opvolgingscomité omvatten de kosten van het secretariaat ter ondersteuning van het Opvolgingscomité en de zitpenningen en de verplaatingsvergoedingen van de leden of hun plaatsvervangers . § 3.De werkingskosten van het Opvolgingscomité, evenals de kosten van de adviezen en studies bedoeld in de artikelen 5, 7 en 9 van de wet, mogen jaarlijks vanaf het jaar 2004 maximaal vijfhonderdduizend euro bedragen. § 4. Deze kosten van adviezen en studies omvatten niet de kosten van de prestaties verbonden met de inventarisopdracht van NIRAS krachtens artikel 179, § 2, van de wet van 8 augustus 1980 betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980, vervangen door de wet van 11 januari 1991 en gewijzigd door de programmawetten van 12 december 1997 en 30 december 2001, die nuttig zijn voor het verplicht advies te verstrekken door NIRAS krachtens artikel 5, § 1, van de wet en voor de bijkomende adviezen en studies gevraagd aan Niras krachtens artikel 7, § 3, van de wet. § 5. Het bedrag bedoeld in § 3 wordt vanaf 1 januari 2005 jaarlijks aangepast aan de index van de consumptieprijzen op basis van de index van de maand december 2003.
Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 4.Onze Minister van Energie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 1 mei 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Energie, M. VERWILGHEN