gepubliceerd op 04 mei 2006
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen
1 MEI 2006. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op artikel 108 van de Grondwet;
Gelet op artikel 101 van het Wetboek van vennootschappen, gewijzigd door artikel 256 van de programmawet van 27 december 2004 en door artikel 17 van de programmawet van 27 december 2005;
Gelet op de artikelen 18 tot 20 van de programmawet van 27 december 2005;
Gelet op het koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen, inzonderheid op artikel 177, § 2, vervangen door het koninklijk besluit van 23 juni 2003, en § 4, 178, § 4, gewijzigd door het koninklijk besluit van 23 juni 2003, en 179;
Gelet op het koninklijk besluit van 12 oktober 2004 tot uitvoering van het artikel 129bis van het Wetboek van vennootschappen tot invoering van administratieve geldboetes als sanctie voor de laattijdige neerlegging van de gewone of de geconsolideerde jaarrekening van de vennootschappen;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 19 januari 2006;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 7 maart 2006;
Gelet op het advies 40.016/2 van de Raad van State, gegeven op 27 maart 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Economie, van Onze Minister van Justitie en van Onze Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 177, § 2, eerste en tweede lid, vervangen door het koninklijk besluit van 23 juni 2003, en in artikel 179, § 1, eerste lid van het koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen, worden de woorden "door teletransmissie" telkens vervangen door de woorden "langs elektronische weg".
Art. 2.In artikel 177, § 4, en in artikel 179, § 2, eerste lid van hetzelfde besluit, worden de woorden "eerste lid" telkens weggelaten na de woorden "artikel 174".
Art. 3.In artikel 178, § 4 van hetzelfde besluit, gewijzigd door het koninklijk besluit van 23 juni 2003, wordt het zinsdeel ", in voorkomend geval vermeerderd met de bijdrage tot de kosten gemaakt door de federale toezichthoudende overheden bedoeld in artikel 101, vijfde lid van het Wetboek van vennootschappen," ingevoegd tussen de woorden "de kosten bedoeld in de voorgaande paragrafen" en "worden betaald".
Art. 4.Een artikel 178bis wordt in hetzelfde besluit ingevoegd, luidend als volgt : «
Art. 178bis.Elke rechtspersoon die een geval van overmacht inroept waardoor hij zijn jaarrekening of zijn geconsolideerde jaarrekening niet binnen de termijn van acht maanden bedoeld in artikel 101, vijfde lid van het Wetboek van vennootschappen heeft kunnen neerleggen, kan de terugbetaling van de door haar betaalde bijdrage tot de kosten gemaakt door de federale toezichthoudende overheden vorderen binnen een termijn van achttien maanden na de afsluitingsdatum van die jaarrekening bij gewone brief gericht aan de FOD Economie. In deze aanvraag vermeldt de betrokken rechtspersoon de omstandigheden die voor hem een geval van overmacht hebben gevormd en het nummer van de bankrekening waarop de bijdrage kan worden terugbetaald. Aan deze aanvraag worden alle bewijsstukken die de ingeroepen overmacht kunnen staven toegevoegd, alsook een kopie van de mededeling van de neerlegging bedoeld in artikel 180, § 2, 2e streepje van dit besluit, voor zover dit reeds mogelijk is.
De FOD Economie bevestigt onmiddellijk de ontvangst van deze aanvraag bij gewone brief. Hij kan de betrokken rechtspersoon vragen om hem bijkomende inlichtingen te verstrekken of om de toegezonden bewijsstukken aan te vullen.
De met redenen omklede beslissing van de Minister tot wiens bevoegdheid Economie behoort of diens afgevaardigde betreffende de aanvraag wordt bij gewone brief gericht aan de betrokken rechtspersoon; wanneer de Minister tot wiens bevoegdheid Economie behoort of diens afgevaardigde het bestaan vaststelt van een omstandigheid die voor de betrokken rechtspersoon een geval van overmacht vormt, geeft hij de opdracht aan de FOD Financiën om de bijdrage tot de kosten gemaakt door de federale toezichthoudende overheden terug te betalen. Te dien einde deelt de FOD Economie aan de FOD Financiën mee : - het terug te betalen bedrag en het rekeningnummer waarop de terugbetaling kan worden verricht; - het ondernemingsnummer van de betrokken rechtspersoon alsook de kenmerken en de afsluitingsdatum van de laattijdig neergelegde jaarrekening; deze gegevens worden als mededeling aan de begunstigde opgenomen.
Wanneer blijkt dat uitzonderlijke omstandigheden noodzakelijk een geval van overmacht zullen vormen voor het geheel of een groot deel van de rechtspersonen die ertoe gehouden zijn hun jaarrekening of geconsolideerde jaarrekening neer te leggen, kan de minister bevoegd voor Economie met het oog op administratieve vereenvoudiging overgaan tot een algemene vrijstelling van heffing van de bijdrage tot de kosten gemaakt door de federale toezichthoudende overheden voor een duur die hij vaststelt en die hoogstens twee maanden bedraagt. Deze beslissing dient bij een met redenen omkleed ministerieel besluit uiterlijk één maand voor het vervallen van de termijn van acht maanden bedoeld in artikel 101, vijfde lid van het Wetboek van vennootschappen in het Belgisch Staatsblad te worden bekendgemaakt. »
Art. 5.In de Nederlandstalige versie van artikel 179, § 1, eerste lid van hetzelfde besluit worden de woorden "bedoeld in artikel 179" vervangen door de woorden "bedoeld in artikel 173".
Art. 6.Het koninklijk besluit van 12 oktober 2004 tot uitvoering van het artikel 129bis van het Wetboek van vennootschappen tot invoering van administratieve geldboetes als sanctie voor de laattijdige neerlegging van de gewone of de geconsolideerde jaarrekening van de vennootschappen, wordt opgeheven.
Art. 7.Dit besluit treedt in werking de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad, evenwel met dien verstande : - dat artikel 178bis van voormeld koninklijk besluit van 30 januari 2001, ingevoegd door artikel 4 van dit besluit, voor het eerst van toepassing is op de neerleggingen van de jaarrekeningen en de geconsolideerde jaarrekeningen die vanaf 1 oktober 2005 zijn afgesloten; - dat de bepalingen van voormeld koninklijk besluit van 12 oktober 2004, zoals zij luidden voor hun opheffing door artikel 6 van dit besluit, onverkort van toepassing blijven voor de neerleggingen van de jaarrekeningen en de geconsolideerde jaarrekeningen die vóór 1 oktober 2005 zijn afgesloten; - dat tot en met 31 december 2006, de verwijzing naar artikel 101, vijfde lid van het Wetboek van vennootschappen opgenomen in artikelen 3 en 4 van dit besluit, gelezen moet worden als een verwijzing naar artikel 101, derde lid van hetzelfde Wetboek.
Art. 8.Onze Minister van Economie, Onze Minister van Justitie en Onze Minister van Financiën zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 1 mei 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, M. VERWILGHEN De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Financiën, D. REYNDERS