gepubliceerd op 15 oktober 2004
Koninklijk besluit tot uitvoering van het artikel 129bis van het Wetboek van vennootschappen tot invoering van administratieve geldboetes als sanctie voor de laattijdige neerlegging van de gewone of de geconsolideerde jaarrekening van de vennootschappen
12 OKTOBER 2004. - Koninklijk besluit tot uitvoering van het artikel 129bis van het Wetboek van vennootschappen tot invoering van administratieve geldboetes als sanctie voor de laattijdige neerlegging van de gewone of de geconsolideerde jaarrekening van de vennootschappen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op artikel 108 van de Grondwet;
Gelet op artikel 129bis, § 4 van het Wetboek van vennootschappen, ingevoegd bij wet van 8 april 2003;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 12 mei 2004;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van begroting, gegeven op 10 september 2004;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 4 oktober 2004 in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Gelet op de hoogdringendheid, verantwoord doordat het noodzakelijk is om dringend de nodige maatregelen te nemen om een efficiënte uitvoering mogelijk te maken van de door artikel 129bis van het Wetboek van vennootschappen ingevoerde administratieve sancties tot bestraffing van de niet- of laattijdige neerlegging door de publicatieplichtige vennootschappen van de jaarrekening en geconsolideerde jaarrekening;
Overwegende dat artikel 6 van de richtlijn 68/151/EEG van de Raad van 9 maart 1968 strekkende tot het coördineren van de waarborgen, welke in de lid-Staten worden geëist van de vennootschappen in de zin van de tweede alinea van artikel 58, tweede lid van het Verdrag, om de belangen te beschermen zowel van de deelnemers in deze vennootschappen als van derden, bepaalt dat de lid-Staten passende sancties vaststellen ingeval de openbaarmaking van de balans en van de winst- en verliesrekening nagelaten wordt;
Overwegende dat het op strafrechtelijke sancties steunend mechanisme voorzien in het Wetboek van vennootschappen, evenwel vanaf 2003 opgeheven is, zodat de dringende toepassing van het nieuwe, op administratieve sancties steunend mechanisme bepaald door dit besluit zich opdringt om aan de wetgevende lacune t.o.v. voormelde Europese verplichting te verhelpen.
Op de voordracht van Onze Ministers respectievelijk van Economie, van Financiën en van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : - de administratieve boete : de administratieve boete bedoeld in artikel 129bis van het Wetboek van vennootschappen; - de jaarrekening : de gewone of de geconsolideerde jaarrekening alsmede de documenten die samen met de gewone of de geconsolideerde jaarrekening neergelegd dienen te worden; - de termijn van zeven maanden : de termijn van zeven maanden volgend op de datum van afsluiting van het boekjaar waarop de rekeningen betrekking hebben, bedoeld, naargelang het geval, in artikel 83, 2°, 98, tweede lid, 100, 120, tweede lid of 193, tweede lid van het Wetboek van vennootschappen; - de overtredende vennootschap : de vennootschap waarvan de jaarrekening niet binnen een termijn van zeven maanden bekendgemaakt werd; - de mandataris van de overtredende vennootschap : de zaakvoerder, bestuurder of vereffenaar van een Belgische overtredende vennootschap of de persoon belast met het bestuur van een vestiging in België van een buitenlandse overtredende vennootschap, bedoeld, naargelang het geval, in artikel 129bis, § 3 of 196bis van het Wetboek van vennootschappen; - de zetel van de vennootschap : de zetel van de vennootschap naar Belgisch recht of het bijkantoor in België van de vennootschap naar buitenlands recht; - de FOD Economie : de Federale Overheidsdienst « Economie, KMO, middenstand en energie » of zijn opvolger; - de bevoegde ambtenaar : de ambtenaar van de FOD Economie aangesteld door de Minister voor het opleggen van de administratieve boete; - de FOD Financiën : de Federale Overheidsdienst Financiën of zijn opvolger; - de bevoegde dienst van de FOD Financiën : de dienst van de FOD Financiën die bevoegd is voor de niet fiscale invorderingen.
Art. 2.Elke vennootschap die meent, door een omstandigheid die voor haar een overmacht vormt, haar jaarrekening niet binnen de termijn van zeven maanden te kunnen neerleggen, dient uiterlijk vijftien dagen na het verstrijken van die termijn die omstandigheid bij ter post aangetekende brief gericht aan de FOD Economie uiteen te zetten, met vermelding van het verwacht uitstel en met toevoeging van alle bewijsstukken die de ingeroepen overmacht kunnen staven.
De bevoegde ambtenaar kan de betrokken vennootschap vragen hem bijkomende inlichtingen te verstrekken of om de toegezonden bewijsstukken aan te vullen. Hij kan ook overgaan tot onderzoeken die hij nodig acht bij de betrokken vennootschap om zich van de realiteit van de ingeroepen overmacht te vergewissen.
De bevoegde ambtenaar beslist of de ingeroepen overmacht al dan niet vaststaat. Hij deelt aan de betrokken vennootschap zijn met redenen omklede beslissing mee bij ter post aangetekende brief gericht aan haar zetel. Wanneer hij beslist dat de ingeroepen overmacht vaststaat, deelt hij bovendien de bijkomende termijn mee die aan de betrokken vennootschap wordt toegekend om haar jaarrekening neer te leggen.
De in dit artikel opgenomen procedure schort de termijn van zeven maanden niet op.
Art. 3.De bevoegde ambtenaar deelt zijn beslissing om een administratieve boete op te leggen mee in een ter post aangetekende zending gericht aan de zetel van de overtredende vennootschap die de overmacht niet binnen de in artikel 2, eerste lid bedoelde termijn schriftelijk ingeroepen heeft of waarvan de vertraging bij het neerleggen van de jaarrekening de volgens de procedure bedoeld in artikel 2, derde lid toegekende termijn overschrijdt. Die kennisgeving bevat minstens : - de datum van afsluiting van de betrokken jaarrekening; - het aantal vastgestelde maanden vertraging ten opzichte van de termijn van zeven maanden, in voorkomend geval verlengd met de krachtens artikel 2, derde lid toegekende bijkomende termijn; - het bedrag van de administratieve boete per maand vertraging; - het totaal bedrag van de administratieve boete.
De administratieve boete moet door de overtredende vennootschap voldaan worden binnen een termijn van dertig kalenderdagen volgend op de datum van kennisgeving van de beslissing van de bevoegde ambtenaar, door overschrijving, alle eventuele kosten ten laste van de opdrachtgever, op de rekening aangeduid op het overschrijvings- of stortingsformulier dat samen met die kennisgeving wordt opgestuurd.
Art. 4.De bevoegde ambtenaar bezorgt de bevoegde dienst van de FOD Financiën de lijst van de vennootschappen die hij in kennis heeft gesteld van zijn beslissing hen een administratieve boete op te leggen, met voor elke overtredende vennootschap minstens vermelding van : - haar ondernemingsnummer; - haar volledige naam; - het adres van haar zetel; - de verzendingdatum van de kennisgeving per aangetekende zending; - het totaalbedrag van de opgelegde boete; - in voorkomend geval, de gestructureerde mededeling op het overschrijvingsformulier.
Art. 5.De bevoegde dienst van de FOD Financiën overgaat tot de invordering van de binnen de termijn bedoeld in artikel 3, tweede lid, geheel of gedeeltelijk onbetaald gebleven administratieve boete in hoofde van de overtredende vennootschap en/of alle of een deel van haar mandatarissen door middel van een dwangbevel, volgens de bepalingen van artikel 94 van de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991.
Art. 6.Dit besluit treedt in werking de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Art. 7.Wanneer de termijn van zeven maanden vervallen is vooraleer dit besluit in werking treedt, wordt de termijn bedoeld in artikel 2, eerste lid om de omstandigheid uiteen te zetten die een overmacht heeft gevormd voor de vennootschap om haar jaarrekening binnen de termijn van zeven maanden neer te leggen, vervangen door een termijn van 15 dagen vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit.
Art. 8.Onze Ministers van respectievelijk Economie, Financiën en Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 12 oktober 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, M. VERWILGHEN De Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX